De buitenplaats Rosorum te Arnhem had wel eens op mijn Zocher-lijstje gestaan om toe te voegen aan ons uitgebreide document ‘Zochers Online‘, maar een bewijs voor de bemoeienissen van een of meer van de Zochers had ik nooit gevonden, totdat onlangs de bewoner van het koetshuis van het voormalige buitengoed mij een aankondiging van Notaris Van Eck uit de Arnhemsche Courant (09-01-1871) toestuurde, waarin de bemoeienissen van de Zochers zwart op wit stonden vermeld.
De ligging in het landschap kunnen we het best duidelijk maken door een tegenwoordige Google-luchtfoto hier te plaatsen (hieronder).
Naast het herenhuis is er sprake van een tuinmanswoning, een koetshuis met paardenstal, een oranjerie en bergplaats, alles gebouwd ‘door- en onder opzigt’ van de architect H.C. Berends te Arnhem. En daarnaast wordt in de advertentie melding gemaakt van een ‘fraaie, door ZOCHER & ZOON, te Haarlem, aangelegden en van goede vruchtbomen voorzienen TUIN met broei- en bloembakken, een terrein van vermaak (siertuin), opgaande bomen en bouwland. Deze combinatie van tuin, moestuin, boomgaard en bouwland komt vaker voor bij Zocher en Zoon, maar is toch niet het algemene beeld van dit duo. Het aflopende terrein was natuurlijk een moeilijke opgave.
Oude historische kaarten leveren helaas weinig op. Op de kadastrale kaart van Gemeente Arnhem (Sectie G, genaamd Ligtenbeek) uit ca. 1821 is geen huis of herberg te onderscheiden. Op de veldminuut van de Top. Militaire Kaart uit 1845 (hieronder) is in het midden onder de Amsterdamseweg (van rechtsonder naar linksboven) even voorbij de splitsing van de Bakenburgseweg en de Amsterdamseweg, het woord Rosorum (o.i.d.) te lezen en onder het perceel van Rosorum het woord Heidenoord. Boven het woord Rosorum is aan de weg een vierkant huis te onderscheiden met daaronder een wat kleiner huis (een van beiden kan de herberg ‘Ruyssoren’ geweest zijn). Het terrein achter het huis loopt duidelijk af naar het zuiden. Er is nog geen tuinaanleg. Op de kaart uit ca. 1900 zien we eigenlijk geen hoofdhuis langs de weg. Het lijkt er op dat de situatie hier niet correct is ingetekend.
Wat weten we verder over dit huis en de omgeving? Rosorum is in 1852 gebouwd in eclectische stijl, in opdracht van Hendrikje Martinus (echtgenote van Hendrik Jan Verweerd), op de plaats van een vroegere herberg (Lit. Gelders Arcadië, 2011) met de naam ‘Ruyssoren’. Het huis ligt op een van de uitlopers van het stuwwallenmassief van de Veluwe, op het hoogste punt langs de Amsterdamseweg, met (achter)uitzicht op de stad en de Rijn. Naast de architect van de bijgebouwen, H.C. Berends (zie advertentie) wordt als architect van het herenhuis genoemd Henri Guillaume Fromberg (1812-1882) uit Kleef. Fromberg was al bekend als architect van Musis Sacrum (1847) en Huis Beaulieu (1851) en als een projectontwikkelaar. In die laatste functie ontwikkelde hij in 1853 de Fromberghuizen langs het Willemsplein, in het zelfde jaar waarin hij Villa Bronbeek kocht, om deze aan Koning Willem III te verkopen, als paleis voor zijn moeder Anna Paulowna.
In 1848 komt het uitgestrekte landgoed de Sterrenberg te koop en ook de herberg Rosorum (Ruyssoren) met omringende grond. Het wordt gekocht door Joh. Hendrik Tromp (1818-1858), om er een nieuw huis op te laten bouwen (het middendeel van het tegenwoordige Rosorum). Na 4 jaar is dit huis weer te koop. het gaat dan om een Heerenhuis, tuin met koepel, koetshuis en een tuinmanshuis (advertentie Algemeen Handelsblad 8 maart 1852). Hendrikje Martinus (1785-1870), weduwe van Hendrik Jan Verweerd is dan de koper (met dank aan Christian Korbeld).
Na het overlijden van Hendrikje werd het huis omstreeks 1871 gekocht door Hendrikus J.S.M. van Wageningen (1830-1905), gehuwd (1872) met Jacoba Gerarda Romein (1838-1931) die na de dood van haar man het complex liet uitbreiden met een tuinmanswoning annex oranjerie en een woning voor de rozenkweker J.C. Damsté, die in de periode 1916 tot 1935 een kwekerij had op Rosorum (zie volgende foto). De grond van de kwekerij en de grond van de tegenwoordige volkstuinvereniging Heijenoord komen min of meer overeen.
Jacoba Gerarda liet na haar dood in 1931 het huis en een groot kapitaal na aan de stichting Pro Senectute. Het huis werd toen naar plannen van architect Gerrit Feenstra uitgebreid met zijvleugels. Dit alles toen ten behoeve van een rusthuis voor Protestantse ouderen. Later diende het huis als asylzoekerscentrum en sinds 2009 is er een particulier verzorgingshuis in gevestigd.
Vanwege het grote hoogteverschil heeft de tuin een behoorlijk verval. Tussen het laagste punt in de zuidwesthoek van de tuin en de hoofdingang aan de Amsterdamseweg is acht meter verschil. De tuinarchitect heeft met onderstaand ontwerp getracht via verschillende terrassen het uitzicht over de aflopende tuin te optimaliseren. Links van huis en tuin (aan westzijde) ligt het volkstuincomplex Heijenoord.
Van een Zocher-aanleg is niets te bespeuren, misschien alleen nog een enkele oude boom, maar dat is toch onwaarschijnlijk omdat de bouw van de zijvleugels in de jaren dertig het behoud van deze bomen waarschijnlijk onmogelijk heeft gemaakt.