(272) Vorige week bezochten we in verband met een nieuwe ontwerp-opdracht een oriënterend bezoek aan het arboretum in Wageningen (Gen. Foulkesweg 94A).
Omstreeks 1800 kocht Frans Godard van Lynden van Hemmen deze gronden. Zijn schoonzoon T.J. baron de Constant Rebecque de Villars liet hier in 1843 een nieuw huis bouwen en daarbij een park aanleggen dat volgens overlevering door de tuinarchitect J.D. Zocher jr. werd ontworpen. Van ca. 1950 tot 2012 werd de plaats omgevormd tot een van de twee tuinen van de Hortus Botanicus / WUR, ontworpen door prof. J.T.P. Bijhouwer.
Hoewel er nog niet veel in bloei stond, het was tenslotte de laatste week van januari, vroeg deze roodgekleurde Toverhazelaar x intermedia ‘Jelena’ toch om een foto voor onze ‘Berichten’-pagina. Hamamelis x intermedia ‘Jelena’ is een cultivar genoemd naar Jelena De Belder, stichter en grondlegster van Arboretum Kalmthout. Meestal zijn de bloemen meer oranje gekleurd, deze roodgekleurde struik staat solitair en is daardoor des te opvallender van kleur.
We houden u komend jaar op de hoogte met meer mooie foto’s van alles wat groeit en bloeit op Belmonte,
(271) Wat is er aan de hand in Eelde bij het voormalig gemeentehuis aan de Pr. Irenestraat (gebouw en tuin beide rijksmonument)? Het huis zal worden verbouwd en ingericht als verzorgings/verpleeginstelling en in de achterliggende tuin (eveneens rijksmonument) zal een bijpassende bebouwing worden neergezet met dezelfde bestemming. De Rijksdienst Monumentenzorg heeft toestemming verleend en ook de gemeente ziet geen bezwaren. Er ligt, wat de tuin betreft, een schetsontwerp van tuin- en landschaps-architect Dijkstra, dat, aldus diens tekst,teruggrijpt op het oorspronkelijke ontwerp van Vroom. Dit is nu hierboven afgebeeld. Het cultuurhistorisch onderzoek dat is uitgevoerd, titel ‘Tuinhistorisch Onderzoek Voormalig Raadhuis Eelde’ (2015), is neergelegd in het rapport dat volgens de huidige regelgeving is samengesteld.
Zondag 16 januari was er in de Nieuwsbrief van RTV Drenthe te lezen dat “Fieke Meindertsma, oprichter en eigenaar van Goedemorgen Paterswolde BV en huurder van het vroegere raadhuis, in een interview heeft gezegd: “De tuin wordt compleet nieuw aangelegd, Rijksmonument-waardig. Een landschapsarchitect heeft een prachtontwerp voor ons gemaakt”. Die landschapsarchitect is DijkstraBuro voor landschapsgeschiedenis en landschapsontwerp. Het bericht gaat dan verder: “De tuin had al klaar moeten zijn voor de eerste bewoners kwamen, maar doordat een omwonende een gerechtelijke procedure heeft aangespannen, mogen wij in afwachting daarvan niets doen, behalve onderhoud. Echt heel erg jammer.”
Bond Heemschut en de Ned. Tuinenstichting hebben zich ook zorgen gemaakt. Op de website van de NTs is nu te lezen: “De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft positief over het plan geadviseerd”. In eerste instantie verbaasde dit de NTs; maar later (mei 2021) werd duidelijk waarom: de gemeente de adviesaanvraag over de tuin achterwege gelaten, namelijk omdat die ‘pas in fase 2’ zou worden aangepakt. Deze laatste aanvraag werd eind september (2021) gedaan. Het advies van de RCE dat daarop in oktober volgde verdeelde de komende tuinwerkzaamheden in twee delen: ‘onderhoud’, waarvoor geen, en ‘restauratie’ waarvoor wél een omgevingsvergunning zou moeten worden aangevraagd”. Tot tweemaal toe is een procedure die Heemschut aanspande tegen de projectontwikkelaar door de rechter stopgezet. De Vries van Bond Heemschut: “En dan zegt de rechter: nou, we wachten nog maar een half jaartje. Jullie zijn nog aan het stoeien met elkaar. Er wordt natuurlijk beweerd dat het best wel weer in orde komt, maar ik houd mijn hart vast. Het gaat echt veel geld kosten om die tuin weer helemaal terug te brengen in de monumentale staat en dan zal je zien dat het een sluitpost wordt.” De tuin is sinds 6 jaar verwaarloosd en niet meer onderhouden. Fieke Meindertsma van Goedemorgen Paterswolde BV blijft echter optimistisch “Het wordt prachtig”, zegt zij: “Ook de achterkant van de tuin wordt meegenomen in een ontwerp dat is geïnspireerd op het werk van landschapsarchitect Piet Oudolf. De heren van Heemschut zijn van harte uitgenodigd om hier nog eens te komen wandelen zodra alles klaar is. Ik denk dat ze dan heel erg blij zullen zijn.”
Voorlopig zijn wij, de Oldenburgers, nog niet echt blij. De combinatie Jan Vroom jr. en Piet Oudolf is natuurlijk in principe wel mogelijk, beplantingen van Piet Oudolf zullen best pasen in de borders die door Vroom op zijn ontwerp zijn aangegeven, maar als een tuin een rijksmonument is, in dit geval een monument uit 1938, dan hoort daar natuurlijk niet het sortiment van Piet Oudolf in te worden toegepast. Beplantingen à la mode van 1938 verschillen echt heel erg met Piet Oudolf beplantingen. En waar komt die nieuwe bebouwing in de achtertuin, half over die prachtige vijver? Erg veel ruimte is er niet. Wie verschaft ons duidelijker tekeningen om eens deskundig over dit nieuwe ontwerp te oordelen?
(270) Op bovenstaande afbeelding is heel duidelijk een ingeboete boom te zien. De essentie van het begrip ‘inboeten’ is Het opnieuw inplanten op plaatsen waar andere planten zijn weggevallen, in dit geval dus een weggevallen boom.
Als planten wegvallen, is daar vaak niet één specifieke reden voor aan te wijzen. Bij het aanplanten is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de situatie waar de planten komen te staan. Zo moet men rekening houden met de zonnestand , maar ook met hoe hard een plant groeit. Want planten hebben de ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Daarnaast is het belangrijk dat de plant voldoende (regen)water krijgt, de grond een goede structuur heeft en dat de bodem voldoende voedingsstoffen bevat.
De veranderingen in het klimaat kunnen direct effect hebben op de plantengroei. Zo kunnen planten uitdrogen als het lang droog en warm is. Maar ook veel regen kan ervoor zorgen dat de wortels van de plant te weinig zuurstof krijgen en dat daardoor de plant dood gaat.
Het is belangrijk om de groei van een nieuw ingeplantte boom het eerste jaar nauwkeurig in de gaten te houden. Als de boom dreigt dood te gaan is z.s.m. inboeten van belang zodat een nieuwe boom in een laan nog met zijn ‘buren’ tegelijk op kan groeien.
Op de tekening zien we een boompje dat eigenlijk te laat is ingeboet terwijl het juist heel belangrijk is in de landschapsstijl dat lanen regelmatig beplant zijn en er dus geen gaten vallen in de plantenrij. Structuurelementen die de vroege landschapsstijl (eind 18de eeuw tot ca. 1815) bepalen zijn: kronkelende paden,vaak zonder duidelijk einddoel en op regelmatige afstand beplant met bomen. Zicht op een doel in de verte (hier langs de Amstel), om het park zelf groter te doen lijken, komt ook vaak voor. Let hier ook op het zandpad en de randbewerking tussen gras en pad. En het is belangrijk dat heesters niet te ver van het pad worden aangeplant, zodat de wandelaar in de bloeitijd optimaal van de bloemen kan genieten.
(269) De Hoogduitse Joodse begraafplaats te Muiderberg is de oudste begraafplaats van de Hoogduitse-Joden in Amsterdam. De Hoogduitse gemeente in Amsterdam werd in 1636 gesticht. Zij kochten in 1642 een terrein van ruim 17 ha. in Muiderberg, om hier hun begraafplaats aan te leggen. In 1660 kochten de Poolse joden, die in 1656 een eigen gemeente in Amsterdam hadden gesticht, een naastgelegen stuk grond. Bij de samenvoeging van de beide gemeenten werden ook de beide begraafplaatsen samengevoegd. Na uitbreidingen in 1738, 1780 en 1840 heeft het terrein thans een omvang van 21 hectare. Het noordelijk deel is aangelegd op de voormalige buitenplaats Hofrust met de overplaats Koggerbosch. Er liggen meer dan 6000 vrijwel aaneengesloten zerken.
Op de luchtfoto is te zien dat de begraafplaatsen nogal kaal zijn. Op het oudste deel (links van het midden) zien we een kale hoofdlaan en een met bomen beplante toegangslaan; op de ten noorden van dit oudste deel gelegen uitbreiding zijn solitaire bomen verspreid over de begraafplaats te zien naast ook weer een hoofdlaan en zijlanen daar loodrecht op. Eigenlijk zijn bomen niet toegestaan op een Joodse begraafplaats omdat ze onrein zouden zijn. De kohaniem (priesters) lopen over het hoofdpad en de zijpaden naar het metaheerhuisje (lijkenhuisje) en de graven. Deze laan en paden zijn meestal onbeplant zodat de kohaniem rein een graf kunnen bereiken.
Maar in Nederland is nogal eens afgeweken van die symbolische gedachtengang en ziet men toch her en der bomen aangeplant, misschien omdat op Nederlandse begraafplaatsen juist veel bomen, liefst coniferen te vinden zijn, die het eeuwige leven symboliseren.
Hoe nu met deze Joodse rituelen en Nederlandse symbolen om te gaan? Hoe een Joodse begraafplaats te restaureren, waarop bomen niet thuis horen, maar waar ze toch een belangrijke plaats innemen. Dat is een belangrijke vraag bij het restaureren van het groen op deze begraafplaatsen.
(268) Als je in Joodse begraafplaatsen geïnteresseerd bent, o.a. in verband met de subsidie die als een soort laatste goede daad door Minister van Engelshoven in het vooruitzicht is gesteld en je wilt weten waar die begraafplaatsen dan zijn omdat je er eens wilt gaan kijken en mogelijk aan het herstel op een of andere manier kunt bijdragen, dan is de algemene website van Joodse begraafplaatsen in Nederland een goed vertrekpunt.
We willen de meest opvallende er eerst maar eens uitlichten. Een vluchtige blik over alle lijsten leert direct dat één plaats direct opvalt qua aantallen graven, en dat zijn de drie begraafplaatsen in Putte (gemeente Woensdrecht).
Het gaat hier allereerst om de begraafplaats van de Frechie stichting aan de Noordweg; de tweede is de Machsike Hadass ook aan de Noordweg en de derde is de Shomre Hadass aan de Putseweg, alle drie met een geschat aantal graven van meer dan 10.000, dus samen ca. 30.000 graven. Ter vergelijking, de beroemde begraafplaats in Ouderkerk, de oudste Joodse begraafplaats Beth Haim, telt ca. 28.000 graven. Vele van de graven op alle drie de begraafplaatsen zijn weggezakt in de grond en niet meer zichtbaar.
Wat is hier in Putte aan de hand? De plaats Putte is een onderdeel van de gemeente Woensdrecht vlakbij de Belgische grens. Omdat de Belgische wet de ruiming van graven niet uitsluit en de graven op een Israelitische begraafplaats nu juist altijd moeten kunnen blijven liggen, hebben veel Joodse Antwerpenaren even over de grens hun laatste rustplaats gekozen.
De oudste werd in 1910 aangelegd door de Israelitische Begrafenis Vereniging Antwerpen. De allee die het hele terrein van noord naar zuid doorsnijdt, het middenpad waarop de kohaniem (priester) dient te lopen, is beplant met linden. Het ontvangsthuis is ontworpen door G. Fierens. De plaats werd in 1931 uitgebreid, met onder meer een toegangspoort aan de Noordweg. Een van de oudste graven is het graf van de familie Horowitz uit ca. 1910. Dit graf ligt in het verlengde van de linden-allee.
Naast deze begraafplaats werd in 1913 een tweede begraafplaats gesticht voor orthodoxe joden, genaamd ‘Chevra Kadishé Machsike Hadass’. Hier werd volgens de Russisch-Poolse traditie begraven.
De derde begraafplaats is bestemd voor arme joden, ‘Shomre Hadass’, werd in 1920 aangelegd aan de Putseweg. Ook hier is duidelijk een beplante hoofdlaan te zien.
Ook op Joodse begraafplaatsen van Bergen op Zoom en Eijsden zijn veel Belgische Joden begraven.
De meeste Joodse begraafplaatsen hebben een rechtlijnige indeling, in vierkante en rechthoekige velden en met een duidelijke beplante hoofdlaan. In Ouderkerk is echter een combinatie van een rechtlijnig veld met een landschappelijke aanleg te zien.
In Nederland zijn ongeveer 230 Joodse begraafplaatsen te vinden waarvan er 29 een beschermende monumentenstatus hebben.
(267) Naar aanleiding van het vinden van de diner-menu-kaart van het vijftigjarig bruiloftsfeest van onze (bet)overgrootouders kwamen de volgende feiten boven water.
Onze (bet)overgrootvader Jan Ebbers (1842 -1923), 20 september 1865 getrouwd met Maria Wilkes (1841-1929) was in zijn tijd een bekende persoonlijkheid in Heemstede. In 1912 vierde hij volgens een bericht in het Haarlemsch Dagblad dat hij vijftig jaar apotheker was in Heemstede en korte krantenberichten en de bewuste menukaart (1890, 1905 en 1915) onthullen dat hij vijfentwintig, veertig en vijftig jaar gehuwd was met Maria Wilkes. Zie onderstaand artikeltje en advertenties en foto’s van de menukaart.
Volgens gegevens gevonden in het Noord-Hollands Archief was Jan op zijn huwelijksdag 23 jaar oud, geboren in Ede en apothecarsleerling (sic). Sinds 1862 was hij in opleiding op de apothekersschool in Haarlem. Maria was 24 jaar en geboren in Haarlem. De ouders van de bruidegom resp. bruid waren Frans Willem Ebbers (kleermaker) getrouwd met Aaltje Roelofs en Johannes Wilkes (koopman, geboren 1799 te Breukelen) getrouwd met Anna Catharina Kools.
Helaas staat de locatie van het bruiloftsdiner op bovenstaande menukaart niet vermeld, maar naar wij mogen aannemen is dat in Heemstede geweest. De meest voor de hand liggende adressen zijn Hotel Restaurant ‘Het wapen van Amsterdam’ (tegenwoordig adres Fonteinlaan 11 Haarlem) of ‘Het Wapen van Heemstede’ (adres Wilhelminaplein Heemstede, sinds 2013 in eigendom van de Mij. Stadsherstel Amsterdam en verbouwd tot 9 woningen).
Jan en Maria hebben deels op de Binnenweg (nr.11) in het dokters-en apothekershuis en deels in het winkelpand Raadhuisstraat (nr.92) gewoond. Het pand in de Raadhuisstraat (bij de IJzeren brug) stond bekend als het oudst bekende adres voor levensmiddelen, op naam van Jan Ebbers, maar de winkel werd gedreven door drie van zijn dochters, Wilhelmina, Maria en Jeanette, samen met hun jongste broer Gustaaf Adolf. Het was meer dan een kruidenierswinkel, zoals ook duidelijk omschreven in de hieronder geplaatste advertentie uit 1934 , waarin ook de verkoop van Delicatessen, Boter, Kaas en Comestibles (tegenwoordig zouden we zeggen een Deli-winkel of traiteur) werd aangeprezen.
Tenslotte nu een overzicht van het gezin van apotheker Jan Ebbers, omdat de kinderen ook worden vermeld als ‘Hunne dankbare kinderen’. Onze (over)grootvader Jan Ebbers, de eerste zoon en het vierde kind van de apotheker, heeft in 1899 Heemstede verlaten en is vertrokken naar Amsterdam om daar een zelfde winkel te beginnen met Kruidenierswaren, Comestibles en Delicatessen. Deze was gevestigd in de splinternieuwe Kinkerbuurt, in de Da Costastraat (35) / hoek Potgieterstraat. Zij bleven hier wonen tot 29-08-1924, de dag dat zij verhuisden naar de Pieter Langedijkstraat (42 III).
Gezin van Jan Ebbers en Maria Wilkes:
Jan Ebbers (apotheker), *31-05-1842 te Ede
X Maria Wilkes, *21-09-1841 te Haarlem
Kinderen (cursief de kinderen die de winkel in de Raadhuisstraat beheerden):
Wilhelmina Alida Ebbers (1861-1953), *16-11-1867 te Heemstede, tante Mina.
Anna Wilhelmina Ebbers (1866-Utrecht 1924), *05-01-1866 te Heemstede X (1910) Hendrikus ten Raa (Kampen 1860 – Driebergen-Rijsenburg 1946).
Maria Jeanette Ebbers (1873-1952), *11-01-1873 te Heemstede, tante Marie.
Jan Ebbers (1874-1954), *14-03-1874 te Heemstede X Carolina Sophia Vogelesang (1872-1954), (over)grootouders van Juliet Oldenburger en Carla Oldenburger-Ebbers.
Johan Wilhelm Ebbers (1876-1946), *18-05-1876 te Heemstede, oom Willem X Hilligje de Boer (Avereest 1867- Heemstede 1957), tante Hilda.
Jeanette Everdina Ebbers (1879-1962), *07-07-1879 te Heemstede, tante Net.
Gustaaf Adolf Ebbers (1881-1943), *12-04-1881 te Heemstede, oom Dolf X Johanna Granneman (1884-1949).
Everdina Ebbers (1883-1938), *04-01-1883 te Heemstede, tante Eef X Gerlof Hendrik Hospes (1887-1927).