Ons bureau werd gevraagd of wij weten wat er eigenlijk nog over is van het plantsoen dat in 1870 werd aangelegd vóór het nieuw gebouwde Paleis van Volksvlijt in Amsterdam?
Op zoek naar een plattegrond van dat plein uit die tijd vonden we in het boekje Tussen beleving en verbeelding: de stad in de negentiende-eeuwse literatuur, onder redactie van Inge Bertels e.a. (2013) een klein plattegrondje van het Frederiksplein in 1880, temidden van plattegronden van de Hortus Botanicus en het Wertheimpark, en plantsoenen op het Rembrandtplein en langs de Weteringschans.
Het plantsoen was eigenlijk het voorplein van het net gebouwde Paleis van Volksvlijt dat in opdracht van de Gemeente Amsterdam naar ontwerp van C. Outshoorn werd gebouwd tussen 1864 en 1870. Het was een ontwerp van de Fa. J.D. en L.P. Zocher. Zoon Louis zal wel het meeste werk hier aan hebben gedaan want vader Jan overleed in 1870.
Het is bekend dat het Paleis voor Volksvlijt is geïnspireerd op Chrystal Palace in Hyde Park in London. Zowel het gebouw als het park in London werden ontworpen door J. Paxton en zijn in 1856 gereed gekomen. Het Paleis in Amsterdam doet beslist denken aan het Palace in London, maar beide parken lijken absoluut niet op elkaar. Het park van Paxton heeft in grote lijnen een symmetrische opzet en beschikt over heel veel parkonderdelen, zoals sierperken, landschappelijke parkdelen, terrassen, fonteinen, rosaria, cascades etc. Het plantsoen voor het Amsterdamse Paleis valt hiermee vergeleken totaal in het niet. Het is wel min of meer symmetrisch, bestaande uit een aantal grasperken met een beplanting van heesters en coniferen. Rond de perken loopt een brede wandeling tussen loofbomen.
In 1877 zijn in verband met de te houden Tuinbouwtentoonstelling in het Paleis de perken op het Frederiksplein – wat invulling betreft – aangepast en verrijkt, maar het voorplein behoudt toch de eerdere Zocher-padenstructuur rondom het bestaande centrale perk. Alleen de gedeeltelijk zelfs dubbele rijen bomen rondom het centrale deel van het plein verdwijnen. Onbegrijpelijk dat Louis Zocher die beslissing heeft genomen. Het ging om 35 bomen die hij kwijt moest omdat er ruimte nodig was voor tentoonstellingsfaciliteiten. Het waren natuurlijk nog wel jonge bomen die naar wij aannemen verplant konden worden naar een andere locatie, maar door deze te kappen kwam de verankering van het park weg te vallen. En wat kwam er voor die bomen in de plaats? Twee werktuigloodsen, vier koepels en een overdekte korte wandelgang of ‘galerij’ (zie hieronder het onderste parkgedeelte).
De kadasterkaart uit 1892 (hieronder) laat nog dezelfde structuur zien, d.w.z. dezelfde indeling van perken, als tijdens de tentoonstellingsperiode in 1877. Nog steeds liggen de sierperken rondom het centrale cirkelrond op dezelfde plaats, maar de orchideeënkas en de gematigde kas en andere sierwerken zoals een rots, een mozaïekwerk, een vaas, twee bruggen, een rozenwerk en een fontein zijn na de tentoonstelling verdwenen.
De ‘Tuin’ aan de noordkant van het Paleis (boven) ligt ingesloten tussen de huizenblokken. Deze tuin is ook door de Fa. J.D. en L.P. Zocher ontworpen, maar hier is tot heden geen duidelijk ontwerp of plattegrond van teruggevonden, behalve de plattegrond van de tuin die te zien is op de plattegrond van de Tuinbouwtentoonstelling (1877). We mogen wel aannemen dat de indeling van de tuin met perken er zo heeft uitgezien als op afgebeelde plattegrond, maar dan zonder vier plantenkassen, twee koffiekamers, tenten met bol- en knolgewassen en een orkestpodium. Genoemde ‘Tuin’ ten zuiden van de Weteringschans is volledig verdwenen onder de Nederlandse Bank.
In 1892 heeft Leonard Springer het ontwerp voor de fontein vóór het Paleis gemaakt, in opdracht van de Ver. voor Vreemdelingenverkeer (VVV).
Hieronder is de kaart van 1892 geprojecteerd over de huidige plattegrond van Amsterdam. In het midden het Frederiksplein.
Het Parkje ten noorden van Paleis Voor Volksvlijt (Frederiksplein) bestaat uit een aantal bloemperken (grasperken met daarin bloemperken) rondom een cirkelvormig grasperk (met een sierperk vlak voor de ingang van het Paleis). Rondom het centrale perk een dubbele weg met uitgangen naar Weteringschans en Sarphatistraat, uitmondend in Westeinde en Oosteinde. Deze weg heeft later een ‘sneller’ verloop gekregen waardoor het cirkelvormige centrale perk werd afgevlakt en tenslotte verdween. De perken veranderden in een bospark met brede wandelpaden .
Een echt ontwerp van de hand van Zocher is dus niet gevonden, maar zijn stijl, die wel duidelijk op de kadasterkaart van 1892 is te herkennen, kunnen we vergelijken met andere Zocher-ontwerpen uit de tweede helft van de 19de eeuw. Het ontwerp voor het Kenaupark in Haarlem uit 1868 is een goed voorbeeld ter vergelijking. Ook Zochers voorbeeld-ontwerpen voor villatuinen zijn volgens hetzelfde principe met sierperken in gras vormgegeven.
Om een indruk te krijgen van welke plantenmaterialen door de Zochers werden toegepast, is het aan te raden de kwekerscatalogi van de Fa. Zocher te bestuderen. In de bibliotheek van Wageningen UR bevinden zich plantencatalogi van 1887 tot 1903 en later. Perkplanten die op de plattegrond van de Tuinbouwtentoonstelling uit 1877 genoemd worden zijn knolbegonia’s, dahlia’s, rozen, fuchsia’s, Iris kaempferi, Canna’s, voorjaars- bol- en knolgewassen en stamfuchsia’s
Een luchtfoto uit de jaren twintig van de twintigste eeuw geeft duidelijk de situatie weer voordat een brand in 1929 het Paleis voor Volksvlijt verwoestte. Op de plaats van de ‘Tuin’ kwamen de twee torens van De Nederlandse Bank, waarvan er één onlangs werd gesloopt. Het Park (Frederiksplein) ten noorden van het Paleis voor Volksvlijt bestaat nu uit bosdelen rondom een cirkelvormig grasperk (met een sierperk vlak voor de ingang van het Paleis. Rondom het centrale perk loopt een weg met uitgangen naar Weteringschans en Sarphatistraat, uitmondend in Westeinde en Oosteinde. Zie de moderne plattegrond hieronder.
In 1885 zijn er door de fotograaf A.T. Rooswinkel enige sprekende foto’s gemaakt van het Paleis voor Volksvlijt en de omgeving.
Het antwoord op de vraag wat er nu eigenlijk nog over is van het aangelegde plantsoen (Frederiksplein) uit 1870, gelegen vóór het Paleis van Volksvlijt, zijn de wegen door het westelijk en oostelijk deel van het Frederiksplein, die aan de noordkant aansluiting geven op de Utrechtsestraat en aan de zuidkant op het Westeinde en het Oosteinde. Dit wegenpatroon is overigens niet exact over het vroegere padenpatroon heen te leggen.