Kasteel Soelen, een boeren buitenplaats? een ferme ornée?

Onlangs las ik een Bericht op Linkedin over het (in appartementen verdeelde) kasteel Soelen te Zoelen en de boeren-omgeving rondom. Het ging de schrijver vooral om het duiden van de prettige eenvoudige boerensfeer in het huis, waar hij als bewoner zo van kon genieten. Ik dacht meteen aan het verschijnsel ‘ferme ornée’ (letterlijk vertaald ‘versierde boerenwoning’), maar eigenlijkt doelt deze term op een landschappelijke aanleg die om haar effect te bereiken voornamelijk gebruik maakt van bouwland en/of weideland. Dat boerenland ligt dan deels binnen de aanleg zelf en ook daarbuiten, een attractief model omdat men kon genieten van zowel een bepaalde opbrengst van de akkers of het weiden der koeien als van een aangename wandeling tussen de velden en akkers. Eigenlijk is het verschijnsel een idee van de tuintheoreticus Stephen Switzer die in 1715 in zijn ‘The Nobleman, Gentleman, and Gardener’s Recreation’ betoogde dat je ‘Profit and Pleasure’ in de tuinkunst moest verenigen, en dus nutsgronden en park naast elkaar en dooreen kon gebruiken.

Het kasteel te Zoelen, Gelderland, Cornelis Pronk, 1728 – 1731. Pen en penseel in grijs. Collectie Rijksmuseum

Maar hier op Soelen was en is er toch meer aan de hand. In de 18de, om precies te zijn in 1775 werd het goed gekocht door Aert Johan Verstolk van Soelen (1745-1786). Hij was waarschijnlijk de man die Soelen tuinarchitectonisch gezien naar  een hoger plan tilde door de aanleg van een sterrenbos en een Frans classicistische stijltuin en langs de oostkant van het kasteel een romantische wandeling realiseerde. Zie de beschrijving hieronder.

Kasteel Soelen is op een rond omgracht (deels dubbelomgracht) eiland gebouwd. Het hoofdgebouw dateert uit ongeveer 1500. Het brandde in 1574 af en is in 1577 weer opgebouwd. Bij een restauratie in 1910 werd het kasteel naar de zeventiende-eeuwse staat teruggebracht. Het poortgebouw, dat deels uit de zestiende eeuw stamt, werd in neogotische stijl veranderd. In het park bevindt zich een kasteelheuvel van het voormalige huis Aldenhaag, dat ook bij de brand van 1574 werd verwoest.

Al eeuwenlang wordt er in de bossen van het kasteel Soelen gewandeld. Op een situatietekening uit 1805 zien we, ten noorden van het kasteel een sterrenbos en ten zuiden van het kasteel een min of meer Frans classicistische symmetrische aanleg met middenas; en tussen kasteel Soelen en de kasteelheuvel van Aldenhaag, een flauw slingerende wandeling.

Huis Zoelen (aan het eind van de oprijlaan uit het westen) en Huis Aldenhaag ten noorden van Kasteel Spelen., 1805.

Uit een aantekening uit 1807 in het dagboek van Maria Elisabeth Hoffman, weduwe van Aert Johan Verstolk (eigenaar van Huis Soelen sinds 1775), heer van Soelen en Aldenhaag, handelaar in meekrap  en schepen van Rotterdam, wordt duidelijk dat er in de tuin van Soelen toentertijd 25 verschillende soorten rozen groeiden. In vroeg-negentiende-eeuwse landschapsparken werden deze in zogenaamde ‘Engelse parterres’ aangeplant: sierperken met bloemen en rozen die meestal werden aangelegd langs het water en langs de paden en bij de ingang van de plaats. Ten noorden van het kasteelterrein lag in die tijd nog een groot sterrenbos (jachtbos voor klein wild).

Men vermoedt dat de uiteindelijke totale omvorming van de parkaanleg naar de landschapsstijl mogelijk van de hand van tuinarchitect J.D. Zocher jr. is, hoewel het kaartbeeld uit de tweede helft 19de eeuw niet typische Zocher-kenmerken vertoont. Wel was Zocher in ieder geval in 1837-1838 de architect van het neogotische koetshuis en het in neogotische stijl verbouwde poortgebouw. Deze neogotische bouwstijl voor tuingebouwen in combinatie met een park in landschapsstijl was in die tijd zeer modern. De voorliefde voor tuingebouwen in deze stijl ging zover dat zij door tuinarchitecten middels voorbeeldenboeken onder de aandacht van de opdrachtgevers werden gebracht. Op de ruïneheuvel, via een kettingbrug bereikbaar, stond eens een kluizenaarshut, eveneens een typisch element in de landschapsstijl. Deze hutten werden vaak ‘bewoond’ door een als kluizenaar uitgedoste pop, die het geïdealiseerde, teruggetrokken leven in de natuur verbeeldde. Op de ruïneheuvel werd in 1843 ook het door Zocher ontworpen grafmonument voor Johan Gijsbert baron Verstolk van Soelen (1776-1845) gebouwd. Dit monument doet sterk denken aan de graftombe van de filosoof en voorloper van de romantiek J.J. Rousseau op de buitenplaats Ermenonville in Frankrijk.

J.D.Zocher, 1843. Grafmonument voor Johan Gijsbert baron Verstolk van Soelen. Park Huis Soelen te Zoelen. Rijksmonument.

Oude, gebogen lanen begeleiden nog steeds een wandeling rond een groot weiland met boomgroepen. Deze wandeling langs de weide is gemarkeerd door een regelmatige aanplant van bomen, wat erop wijst dat dit deel van de aanleg nog uit de achttiende eeuw zou kunnen dateren. Hakhout(essen)bossen en (kersen)boomgaarden zorgden in de 19de eeuw en nu nog steeds voor afwisseling. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *