(217) Lees eerst het vorige Bericht getiteld “‘Bloemschilderen’ in 1850, een ambacht of een kunst?“.
Ik heb contact opgenomen met de Stichting Historische Behangsels en Wanddecoraties en werd verwezen naar enige deskundigen. Hans van Herwijnen, die bekend staat als kenner van de geschiedenis van decoratieschilders in de 19de eeuw en een proefschrift voorbereidt over de decoratieschilder Willem Adrianus Fabri, heeft gereageerd op mijn vraag of hij naar aanleiding van het vorige Bericht over ‘Bloemschilderen ca. 1850’ wilde reageren. Hij antwoordde mij het volgende:
“Ik heb je interessante blog gelezen. Het klopt wat je schrijft over de betrekkelijk hoge inkomsten die vermeld worden in de rekening. Ik vermoed dat je betovergrootvader, overgrootvader en grootvader decoratief schilderwerk verrichtten. Je grootvader was bedreven in het ‘marmeren’ een typische klus voor een decoratieschilder of huisschilder die daarnaast decoratief schilderwerk uitvoerde. Dat je betovergrootvader en overgrootvader zich hadden gespecialiseerd in het bloemschilderen ligt zeer voor de hand, temeer daar zij kamerbehangsels vervaardigden. Die werden doorgaans versierd. Ik beschouw het overigens wel als een ambachtelijke kunstvorm. Sommige boeketten zijn fraai geschilderd.
Er waren Nederlandse decoratieschilders die goed bedreven waren in deze vorm van kunstnijverheid. Ik denk bijvoorbeeld aan Hendrik Bakker die vanaf circa 1860 actief was in Rotterdam. Zie bijgaand voorbeeld.
Een andere bekende decoratieschilder die hierin gespecialiseerd was, was de Belg Michel Hendrickx (Amsterdam e.o.). Er zijn nog de nodige specimina op locatie in ons land te vinden. Van de meeste is helaas (nog) niet bekend wie ze geschilderd heeft. Ik ben zelf bezig met een onderzoek in een woonhuis waarbij omstreeks 1908 bloemboeketten werden geschilderd op behangsels in de vestibule. Ik ken ook een voorbeeld uit een rookkamer. Ik vermoed dat dergelijke behangsels met bloemboeketten ook voor salons en eetkamers geschilderd werden. In het Franse tijdschrift ‘Manuel de Peintures’ onder meer bedoeld voor decoratieschilders (ook te onzent geraadpleegd) komen diverse proeven voor. Zie bijgaand voorbeeld (ontwerp) van de Franse decoratieschilder Petit uit 1853.
Het klopt fotodecors werden ook door decoratieschilders gepenseeld. Of dat altijd het geval was durf ik niet te zeggen, maar ik vermoed de meeste wel. Ik heb zelf onderzoek gedaan naar W.A. Fabri (1853-1925) en aan hem worden twee beschilderde fotodecors (zij het zonder bloemen) van omstreeks 1914 in het v.m. paleis Het Loo toegeschreven.”
Op de website Librariana van Hans Krol is het nog volgende te lezen over de buitenplaatsen (met annex een koepel en een woonhuis/atelier) van mijn betovergrootouders, Welgelegen en Weg- en Landzicht: “J.W.G. van Doorn zocht uit dat oorspronkelijk feitelijk sprake was van twee buitenverblijfjes onder één dak, ‘Welgelegen’ en ‘Weg- en Landzicht’. ‘Het zijn twee aparte percelen, compleet gescheiden zoals ook aan het pleisterwerk duidelijk te zien is. [zie foto’s op vorige Bericht]. In 1698 bouwde de uit Leidschendam afkomstige timmerman Huibert van Meurs op de hoek van de Herenweg en het Koediefsvaartje, op erfpachtgrond van het Elizabeths of Grote gasthuis te Haarlem zijn woonhuis en timmermanswerkplaats. (…) In 1850 werden Welgelegen en Weg- en Landzicht “met derzelver herenhuizingen, tuinen en beplantingen nevens de hofstede Kennemeroord aan de Heren- of Straatweg op de hoek van de Koediefslaan, met de koepel in deze laan, behorende tot Weg- en Landzicht”, verkocht aan de zadelmaker/kamerbehanger Willem Frederik Amse, die hier, zoals in latere akten wordt beschreven “na enige vertimmeringen en veranderingen” zijn zadelmakerswinkel begon.’ (…) Na het overlijden van Willem Amse sr. te Meppel hebben de erven in 1859 Welgelegen, met erf en tuin, en de oorspronkelijk bij Weg- en Landzicht behorende koepel verkocht aan Cornelis van Lennep, burgemeester van Heemstede. Weg- en Landzicht, met bijbehorende zadelmakerswinkel, schuur en bleekveld was bij legaat toegewezen aan de inmiddels negen jaar oude Willem Amse jr.“
Ik haal dit aan om aan te geven dat er een kans bestaat dat in het interieur van Welgelegen mogelijk nog bloemschilderingen aanwezig zijn, vervaardigd door W.F. Amse. Mijn grootvader vertelde eens dat hij een tijdlang in een koepel had gewoond in zijn jonge jaren. Dat was waarschijnlijk de koepel van Welgelegen aan de Koediefslaan. De familie Amse had goede relaties in Heemstede. Jhr. Jean-Baptiste van Merlen (wonende op Bosbeek) en Mw. van Boetzelaar (wonende op Ipenrode) komen ook in het genoemde archiefstuk voor. Mogelijk zijn er op het dichtbijzijnde Huis Berkenrode ook bloemschilderingen van de hand van W.F. Amse aanwezig geweest, zoals we ook kunnen denken aan andere buitenplaatsen in Heemstede, bijvoorbeeld op Gliphoeve (ooit een paar jaar in bezit van meestertimmerman en familielid Gerrit Munk jr.), Meerenberg, De Hartekamp, Oud-Berkenroede, Manpad, etc.