De Vereniging vrienden van de Amsterdamse Binnenstad / VVAB heeft ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan een boek uitgegeven over de geschiedenis van het behoud en herstel van de binnenstad in de periode 1975-2025.
Het boek werd gepresenteerd op de jubileumbijeenkomst in kerkgebouw De Duif aan de Prinsengracht waar honderden feestgangers bijeen waren gekomen om naar verschillende lezingen (en muziek van Reinier Sijpkens van het Muziekbootje) te luisteren. Vandaag lag het boek in mijn brievenbus. Het is een prachtig en zeer interessant overzicht over wat deze vereniging in 50 jaar heeft gepresteerd. Veel interessante artikelen. Het boek bestaat uit 3 delen. Deel 1 gaat over de geschiedenis van de VVAB; deel 2 geeft enkele ‘dossiers nader bekeken’ en deel 3 bevat een aantal overdrukken van artikelen uit Binnenstad, het tijdschrift van de VVAB.
Titel: Een halve eeuw strijd tegen de waan van de dag
“Het boek bestaat uit 112 pagina’s, waarvan 70 een bloemlezing bevat van artikelen uit het blad Binnenstad.
Uitgave van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, Amsterdam 2025
Het boek is te bestellenvoor € 20,- incl. verzendkosten.
Op 6 maart 1975 werd in een zaaltje van Hotel Krasnapolsky de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad opgericht. De afkorting VVAB ontstond pas rond 2000, destijds sprak men over ‘de Vrienden’. De vereniging moest de liefhebbers van de historische architectuur en stedenbouw, degenen die “daarmee een emotionele band voelen” verenigen en “uitgroeien tot een organisatie met de kracht en het gezag van de Vereniging tot behoud van de Waddenzee”.
Het ontstaan van de vereniging kan niet los worden gezien van de vele initiatieven van haar oprichter Geurt Brinkgreve (1917-2005). Toen deze beeldhouwer in 1944 in Amsterdam kwam wonen, verkeerde de binnenstad in deplorabele staat – honderden panden waren afgebroken of stonden in stutten. In de Jordaan was zelfs een kwart van de bebouwing al verdwenen. De Vereniging Vrienden werd opgericht om particuliere woonhuiseigenaren te stimuleren de restauratie van hun bezit ter hand te nemen en om onafhankelijk actie te kunnen voeren voor het behoud en herstel van de historische binnenstad.
Het opkomen voor het behoud en herstel betekende in de praktijk meestal dat de vereniging in het geweer kwam tegen de sloop van monumenten en tegen nieuwbouwplannen die zij qua schaal of vormgeving niet in de binnenstad vond passen. Terugkijkend op de afgelopen halve eeuw kan worden vastgesteld dat de VVAB veel heeft weten te bereiken.”
Sophia Luijt was een Nederlands tuinarchitecte en uitvoer-assistente van de Engelse architect Thomas Hayton Mawson, de tuinarchitect van de tuinen van het Vredespaleis.
Haar naam dook op tijdens ons onderzoek naar het ontwerp en de beplanting van de ‘heidetuin’ bij het Vredespaleis, gelegen ten oosten van de rozentuin. Wie was deze dame, die in 1912 als assistente van de beroemde Engelse tuinarchitect Thomas Mawson (1861-1933) heeft meegewerkt aan de totstandkoming van deze tuinen en in de Nederlandse tuinarchitenwereld tot heden totaal onbekend is gebleven?
Haar archief ligt in de Chapin Library / Willams College in Williamstown (Mass.), onder de naam ‘Herman and S. Helena Rosse Archive’. Het bevatcorrespondenties, aantekeningen, plattegronden, tekeningen, publicaties, plakboeken, geschriften etc. van Sophia Helena Luijt en haar man de architect en kunstenaar Herman Rosse (1887-1965). De meerderheid van het materiaal betreft Herman Rosse’s werk, in de vorm van ontwerpen, projecten, films en theater, over de jaren 1910-1965. Box 4 bevat alles over het Vredespaleis, 1911-1913, voornamelijk foto’s en schetsen.
Tot heden is over hen bekend dat Herman de functie had van interieurarchitect en decoratieschilder tijdens de bouwperiode van het Vredespaleis en dat Sophia de beplantingsplannen maakte in samenwerking met Mawson en de contacten onderhield met uitvoerders en kwekers. Uit Sophia’s dagboek dat zich ook in de Chapin Library bevindt is gebleken dat Herman en Sophia een meer dan goede werkrelatie hadden en dat zij 14 juni 1913 in London zijn getrouwd. Zie de advertentie hieronder uit een Nederlandse krant.
Herman was geboren in Den Haag en ging hier ook naar de Kunstacademie. Hierna vervolgde hij zijn studie in Delft en in London. Van 1908 tot 1910 studeerde hij verder aan de StanfordUniversity in California en vanaf 1911 was hij in dienst van de Carnegiestichting als ontwerper en kunstenaar van de interieurs van het Vredespaleis, zoals bijna alle glas-in-loodramen, de wandversieringen, de plafondschilderingen en de tegeltableaus.
Het hoogtepunt van Rosse’s werk was wel de plafondschildering boven de marmeren trap in de centrale hal, met afbeeldingen van de godinnen Themis, godin van de gerechtigheid; Eunomia, godin van de orde; Dice, godin van het toeval en Irene, godin van de vrede. Het gelaat van Irene dat Rosse schilderde was een portret van zijn geliefde Sophia.
Herman Rosse. Godin Irene met Plutus op de arm, in de centrale hal van het Vredespaleis.
Na hun huwelijk vertrok het paar naar de stad Palo Alto (CA), waar hun eerste kind Jannelise Irene werd geboren (4 mei 1914) en waar Rosse de opdracht ontving om het Nederlands Paviljoen op de Panama-Pacific International Exposition in San Francisco (1915) te decoreren. Er zouden nog talloze opdrachten verspreid over de VS volgen. Voor de film ‘King of Jazz’ (1930) ontving Rosse als Art Director de eerste Nederlandse Oscar.
Buitenplaats Hoornwijk te Rijswijk. Wikipedia.
Toch hebben Herman en Sophia Nederland niet voor altijd vaarwel gezegd. Tijdens ons onderzoek stuitten we ook op een Nederlands woonadres. In 1933 werd Rosse tot hoogleraar ‘Decoratieve Kunst en Ornamenttekenen’ aan de TH Delft benoemd. Professor Herman Rosse huurt dan in 1934 de buitenplaats Hoornwijk te Rijswijk. Sophia houdt in die tijd lezingen over tuinaanleg en plantenteelt, en ook de oudercommissie van School C (Lagere School) aan de Lindelaan te Rijswijk nam veel van haar tijd in beslag. Aan het begin van de oorlog werd Hoornwijk echter door de Duitsers gevorderd en moest het gezin Rosse (vader, moeder en negen kinderen) het huis weer verlaten. In 1947 keerden zij terug naar hun huis in New City (groot New York), waar ze hun huis hadden aangehouden.
Bronnen:
Willem van der Ende. Een artistieke duizendpoot op Hoornwijck, Hermann Rosse (1887-1965). Jaarboek Historische Vereniging Rijswijk 2013 , p. 45-52.
A. Eyffinger. Het Vredespaleis. Amsterdam, z.j. (1988).
Sophia Luijt. Verschillende door S. Luijt samengestelde plantenlijsten voor de formele tuinen bij het Vredespaleis. Tuinarchief Vredespaleis.
Met dank aan Marc van IJzendoorn en Daniel Peters.
Onlangs opende een grote Jan Mankes tentoonstelling in Museum Arnhem èn Museum Belvedère in Oranjewoud bij Heerenveen. Ik moet er nog heen, dus hier geen bespreking van de tentoonstelling, maar meer een opwarmertje.
Jan Mankes. Bomenrij. Museum Arnhem
Zijn vage dromerige en verstilde beelden doen me altijd denken aan de verstilling bij Matthijs Maris, maar ook de bomen langs de Waal en de Linge brengen die verstilling die Jan Mankes schilderde.
Nieuwe publicatie: ‘ Licht op vuurtorens: De 18 vuurtorens van Rijkswaterstaat’
Ik weet eigenlijk niets van vuurtorens behalve dat de architect J.D. Zocher jr. het ontwerp heeft gemaakt voor de vuurtoren / annex Van Speijkmonument in Egmond aan Zee (vanaf 1838).
J.D.Zocher jr. Ontwerp voor verbouwing van vuurtoren tot Van Speijk-monument. 1838. Tekening. Collectie RIBA London.
In de nieuwe publicatie ‘Licht op vuurtorens’ worden de volgende feiten genoemd over de vuurtoren in Egmond:
Bouwjaar 1834; Architect J. Valk; Onderbouw baksteen; hoogte 28 m.; ook bekend onder de naam J.C.J. van Speijk monument.
Jan Carel Josephus van Speijk (Amsterdam 1802-Antwerpen 1831) was een Nederlande kanonneerbootcommandant tijdens de Belgische Opstand, die vaderlandse roem verwierf door zijn boot te laten exploderen en zo voorkwam dat zijn schip in de handen van de Belgische opstandelingen kwam.
Jammer dat in genoemde publicatie niet de naam van J.D.Zocher (jr.) is genoemd. We kennen zijn ontwerp van de toren annex Van Speijkmonument uit het archief van de R.I.B.A. (Royal Institute of British Architects). Zocher was de R.I.B.A. zeer erkentelijk voor zijn benoeming tot lid en stuurde als dank een grote perspectief – tekening van de vuurtoren te Egmond naar deze instelling op. Hij was de ontwerper van de toren in combinatie met het grafmonument aan de voet van de toren, terwijl J. Bos te boek staat als aannemer en J. Valk als architect van de toren zónder monument. De vuurtoren is gefinancieerd van de opbrengsten van de overblijfselen van het verloren schip en de persoonlijke eigendommen van de bemanning.
We hebben op deze website al eens eerder het verdwenen Brongebouw in het Frederikspark in Haarlem besproken, omdat de tuin rond het Brongebouw was aangelegd door L.P. Zocher en omdat een voorvader van ons, Jan Johan Carel Munk (1852-1930), de broer van mijn overgrootmoeder van Alkemade Munk, directeur was geweest van dit Brongebouw Haarlem. Nu is aan dit gebouw een tentoonstelling gewijd in het Verweymuseum Haarlem.
(overgenomen tekst van het Verweymuseum):
“.Brongebouw – opkomst en ondergang van een Haarlems kuuroord
De tentoonstelling over het negentiende-eeuwse Brongebouw en Hollandia Bronwater belicht een vrijwel onbekend hoofdstuk in de geschiedenis van Haarlem en Zuid-Kennemerland, terwijl het verhaal erachter bijzonder is. Eind negentiende eeuw koestert Haarlem grootse ambities om een kuuroord op te richten, met bronwater uit de Hollandia Bron. Deze bron werd in 1854 ontdekt in Vijfhuizen, waar het water jarenlang ongebruikt de sloot instroomde. Een apotheker ontdekte later de heilzame eigenschappen: het ijzerrijke water, gecombineerd met keukenzout, hielp tegen aandoeningen zoals bloedarmoede en vetzucht, en had een laxerende werking.
Omdat Vijfhuizen geen plannen met de bron had, werd het water via een pijpleiding naar Haarlem vervoerd. In 1892 werd een luxe Brongebouw met drinkhal en badhuis gebouwd in het Frederikspark. De ambities van Haarlem als kuuroord liepen echter spaak: het gebouw raakte in verval en werd uiteindelijk gesloopt.
In deze tentoonstelling, ontwikkeld met Stichting Meerdocals onderdeel van Het beste water ter wereld, ontdek je de geschiedenis van deze bijzondere droom aan de hand van oude foto’s, artikelen en objecten.
Data: Verweymuseum Haarlem, 31 jan – 27 april 2025
Het Verwey Museum Haarlem is een museum in Haarlem en gaat over de historie en het culturele erfgoed van Haarlem en Zuid-Kennemerland. Het stadsmuseum is gevestigd in het historische centrum van Haarlem aan het Groot Heiligland 47, schuin tegenover het Frans Hals Museum en naast het ABC Architectuurcentrum Haarlem.
Het beste water ter wereld
Op vrijdag 14 februari 2025 is er een premièrevertoning van de korte documentaire ‘Het beste water ter wereld’. Synopsis van ‘Het beste water ter wereld’:
Er was eens… een prachtig gebouw, het Brongebouw, dat samen met het Badhuis voorbestemd was om uit te groeien tot een kuuroord, waardoor statig Haarlem internationaal op de kaart zou worden gezet. We schrijven1895. Precies 130 jaar geleden… Het was de droom van een aantal vooraanstaande Haarlemmers die ongelukkigerwijs nooit is uitgekomen. Eric gaat op zoek naar de geschiedenis van deze onbekende historische parel en wij gaan met hem mee…
Datum: 14 februari 2025 Tijd: 20:00-22:00 Locatie:Filmhuis Cpunt, Harmonieplein 2 te Nieuw-Vennep
Mijn schoonzoon Walther Schoonenberg was uitgenodigd voor het Kerstconcert (orgelconcert) in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik mocht mee omdat mijn dochter in de St. Nicolaaskerk moest zingen met de Schola Cantorum Amsterdam. Na het welkomswoord van directrice Annabelle Birnie, voltrok zich een klein wondertje. We zaten op de eerste rij en moesten heel erg omhoog kijken om te zien hoe het orgel zich opende. Nooit had ik beseft dat de orgelpijpen, als het orgel niet bespeeld werd, achter zulke schitterende gebogen beschilderde (door Jan Gerritsz. van Bronckhorst) luiken schuil gingen. Voordat het concert begon werden deze ‘luiken’ dus geopend, Fascinerend hoe dat onzichtbaar (op de foto zie je de touwen die aangetrokken werden over een katrol denk ik) in zijn werk ging.
Kerstconcert Nieuwe Kerk Amsterdam, 2024. De luiken, beschilderd door Jan Gerritsz. van Bronckhorst worden geopend. Foto Carla Oldenburger
We hebben genoten van het concert, vooral van het sluitstuk, Toccata in F van Bach, schitterend gespeeld door organist Henk Verhoef, organist van de Nieuwe Kerk en organist en beiaardier van de Vrije Universiteit en leider van het vocaal ensemble Camarata Oude Kerk.
Na de grote brand van 1645 werd aan Hans Wolff Schonat de opdracht voor een nieuw orgel gegeven, in een kas naar ontwerp van Jacob van Campen.
Dank voor de uitnodiging Annabelle Birnie, directrice van de Nieuwe Kerk en het H’ArtMuseum Amsterdam, we hebben genoten.
Het jaar 2024 is weer bijna voorbij en we willen even stil staan bij dat jaar en ons afvragen wat 2024 voor Oldenburgers Binnenstad & Buitenleven heeft betekend. Maar eerst wensen wij al onze vrienden en relaties een vredig en creatief 2025 toe.
Het nieuwe jaar vraagt nieuwe geestdrift. De mens roept om duurzaamheid en natuurinclusiviteit op alle fronten en de natuur roept om actie. Dankzij het vele onderzoek op allerlei plaatsen verspreid over de hele wereld, zullen er nieuwe wegen worden ingeslagen, die leiden naar een gezonder evenwicht tussen natuur en cultuur. Overal protesteren mensen tegen de verwoesting van de natuur, wij geloven nog in herstel, maar daar is heel wat creativiteit voor nodig.
Biodiversiteit
Doen we al mee in dat proces en hebben wij ook al nieuwe wegen ingeslagen, die tot nieuwe actie en inzichten kunnen leiden en passen in een nieuwe groene wereld. Ik denk aan een van onze eerste artikeltjes uit 2021 (Duurzaamheid voorop) over hoe wij aan duurzaamheid werken en het artikel Voedselbos staat vol exoten; ik denk aan de Natuurherstelwet, aangenomen door het Europees parlement (2023) en ook aan de poster die onze jonge ‘vrijwillig medewerker’ Lune Moonen en enkele van haar mede-studenten samenstelden in opdracht van Aeres Hogeschool Almere en Kon. GinkelGroep, waaruit blijkt dat insectenbestuivers eerder en vaker wilde bloemen dan gecultiveerde bloemen bezoeken.
De poster die Lune maakte van haar onderzoek op de daktuin van de Aeres Hogeschool Almere geeft blijk van een nieuw élan, zoals vergroenen van stad en land en bestuderen van biodiversiteit, de samenleving en relatie van mens, plant en dier in verleden, heden en toekomst.
Lune op daktuin Aeres University-
Hieronder volgt een overzichtje van langdurende projecten, die in 2024 zijn gestart.
Adviezen
eerste verkenning buitenplaats Weeresteyn langs de Vecht. Rondwandelingen met opdrachtgever in verband met achterstallig onderhoud en wensen opdrachtgever beoordelen. De door ons verzamelde tekeningen en prenten van de tuin worden verwerkt tot artikel of bericht.
eerste verkenning cottage garden Vredespaleis (ernsig achterstallig onderhoud) en wensen opdrachtgever beoordelen. Het gaat deze keer specifiek om de cottage garden als onderdeel van de totale tuin. De vraag is: gaan we terug naar de originele cottage garden van Mawson? Zie eerst ons rapport De tuinen van het Vredespaleis.
Er bestaan plannen in Warffum om een nieuw park aan te leggen, dat op zijn toekomst is voorbereid, dwz gedacht wordt aan een beplanting met toekomstbomen, die opgewassen zijn tegen natte en hete zomers, maar geen invasief karakter hebben. We zien de advisering over de beplanting als een experimentele oefening voor de aanplant van nieuwe boomsoorten.
Onder de knop website-Berichten zijn o.a. project- en studie-voorstellen te vinden.
Ieder Bericht/Advies op de website wordt doorgestuurd naar Linkedin. Halverwege 2024 werd het 400-ste Bericht (sinds 2016) gepubliceerd. Op Linkedin heeft dat tot 1800 volgers geleid.
In 2025 zullen lijsten geschikt voor bepaalde locaties en voor bepaalde milieus worden opgesteld.
Lijsten met planten en bomen die het nieuwe klimaat kunnen trotseren zijn in ontwikkeling, zoals:
Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die droogte en hitte kunnen verdragen, zoals bijv. wintereik en winterlinde die diep wortelen.
Lijst van bomen die in de volle zon kunnen staan.
Lijst van bomen die insecten trekken zoals voorbeelden van bijenbomen.
Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die tegen wateroverlast zijn opgewassen.
Juliet doet ervaring op in de tuin van het Aalsmeerder Veerhuis. 2024. Foto Walther Schoonenberg
Juliet was in 2024 lid / adviseur voor diverse gremia;
Verder werden ook veel adviezen als Berichten gepubliceerd, Deze fungeren soms als adviezen van algemeen belang en soms ter illustratie van ons werk.
Artikelen (gepubliceerd en in voorbereiding):
Carla Oldenburger. Begraafplaats Te Vraag: verwildering en menselijk ingrijpen gaan hand in hand. (Tekst voor Jaarboek Cuypersgenootschap. Album Amicorum Jenny Bierenbroodspot). Verschijning 2025.
Carla Oldenburger. Adriaan Johan van Laren (Tekst voor boek 100 jaar BNT van Uitgeverij Blauwdruk). Verschijning 2025.
Carla Oldenburger.. Artikeltje ‘Een onbekend portret van Freule Daisy’. Wijkblad Benoordenhout 2024, nr. 5.
Juliet Oldenburger. Kleuropdracht van Stichting Diogenes voor het trappenhuis van Oudezijds Achterburgwal 79, op de hoek van de in 1899 Gedempte Huidenvetterssloot.
Juliet doet kleuronderzoek en maakt een kleurtrapje. 2024. Foto Walther Schoonenberg.
De trap was oorspronkelijk gehout in verschillende donkere houtkleuren (eiken), vervolgens in verschillende lichte houtkleuren, dan in verschillende tinten die hout moeten imiteren – een soort roodachtige okers, dan gele okers en vervolgens verschillende kleuren groen. We gaan nu twee okerkleuren terugbrengen. Al het houtwerk in het trappenhuis (trap, deuren, etc.) wordt dus okergeel.
Nawoord. Is dit een duurzame tuin?
Frieda Hunziker. Een boerentuin in Heerlen. 1943? Frieda schilderde Zuid-Limburgse taferelen tijdens de Tweede Wereldoorlog, als ze als koerierster oo weg was met Joodse kinderen naar onderduikadressen. Mogelijk was het huisje op bovenstaande schildering een adres waar ze kindren afleverde. Nieuwe aanwinst 2024. Part. collectie. Foto Galerie Simonis en Buunk
Het verleden leert en inspireert ons naar de toekomst te kijken. In de boerentuin van Frieda (1943) is alles te vinden wat mensen op deze aarde gelukkig kan maken: zon, een huis, bomen, voedsel in de vorm van een groenten- en kruidentuin en een kleine siertuin. De insecten, vlinders, bijen en hommels zijn jammergenoeg niet geschilderd, maar gezien de rijkdom van de tuin, vast en zeker vaste gasten. Het schilderij spoort ons aan om op de ingeslagen weg van duurzaamheid, biodiversiteit en natuurinclusiviteit verder te gaan.
In het Winternummer van Mooi Gelderland, het tijdschrift van de stichting Geldersch Landschap en Kasteelen, stond deze keer een artikeltje over landgoed De Hemelse Berg in Oosterbeek. Ik laat hier de beschrijving volgen deels overgenomen uit de ‘Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur’, deel 2 (1996), aangevuld met opmerkingen en correcties):
“In het begin van de achttiende eeuw werd op het fraai tegen de helling van de Wageningse Berg gelegen landgoed ‘De Hemelschen Berg’ de jacht bedreven, en het omstreeks 1735 door Abraham van der Hoop gebouwde huis zal daarom allereerst als jachthuis dienst hebben gedaan. Na het vertrek van de familie Van der Hoop naar Groningen in 1785 werd het waarschijnlijk permanent bewoond. Een achttiende eeuwse prent toont de eenvoudige tuinaanleg uit die tijd. Voor en opzij van het huis lagen enkele rechthoekige perken, bestemd als kruiden- en moestuin en boomgaard. De tuin werd omgeven door een haag met drie openingen waarin hekken waren geplaatst. Naast het huis lag op een heuvel, een tuinkoepel waar vier paden naar toe leidden. Literatuur uit het midden van de achttiende eeuw maakt melding van een ‘plantage’ met ‘veld- en tuyn-vrugten, als vrugtboomen en andere houtgewassen’ en van een hovenier of tuinier woonachtig op het terrein.
In 1807 wordt het huis en de landerijen verkocht aan de latere burgemeester van Arnhem, Derk Gaymans; hij laat het huis afbreken en een nieuw huis bouwen. In 1821 zijn de goederen in eigendom van Jan Kallenberg van Den Bosch (1790-1823). Zijn weduwe, Lucia de Jong die in 1830 hertrouwt met C.P.E. Robidé van de Aa, wonend op het naastgelegen Huis De Pietersberg, laat het park herontwerpen, waarschijnlijk door Zocher jr., maar ook wordt wel de naam van tuinarchitect S.A. van Lunteren genoemd, hoewel hij in 1836 nog maar 33 jaar was. Een ontwerp is tot heden niet teruggevonden. In 1847 wordt de bekende schrijver Jan Kneppelhout (1814-1885) eigenaar.
Buitenplaats ontwerp De Hemelsche Berg. H. Copijn, 1872. Speciale Collecties WUR
En dan vanaf 1872 krijgt Hendrik Copijn van Kneppelhout de opdracht hier een park in landschapsstijl te ontwerpen. Op zijn ontwerptekening is achter het (nieuw gebouwde) huis een open landschapsweide met rondwandeling te zien. Twee vijvers, verbonden door een beek, vormden een eigen parkje, dat van de weg werd afgeschermd door een hoge haag. Rondom de vijvers liepen afwisselende wandelingen, waarbij Copijn veel zorg besteedde aan een gevarieerde bomen – en heesterbeplanting. Ook waren moestuinen en een stuk bouwland in het ontwerp opgenomen. Vóór het huis ontwierp hij een ovaal bloembed. De huidige, uitgestrekte aanleg heeft achter het huis een landschappelijk park met een open weide dat afloopt naar de Rijn. In het beukenbos ligt een sprengbekken dat de sprengen en waterpartijen voorziet. Het terrein vormt thans één geheel met de voormalige landgoederen Hartenstein en Pietersberg. Jan Kneppelhout maakte de plaats tot een belangrijk cultureel centrum.
Gedenkzuil in Oosterbeek, opgericht in 1895.
In 1895 werd door de burgers van Oosterbeek bij de zeventigste verjaardag van mevrouw U.M. Kneppelhout-van Braam (1825-1919), toenmalige bewoonster van het huis, op de heuvel waar ooit een koepel stond, “een stoffelijk blijk van erkentelijkheid voor wat de familie Kneppelhout steeds voor Oosterbeek is geweest” opgericht. In 1914 heeft de tuinarchitect Samuel Voorhoeve voor De Hemelsche Berg een pergola ontworpen, niet ver van de Eendjesvijver gelegen. In 1920, na het overlijden van Mevrouw Kneppelhout, kocht de gemeente Renkum De Hemelse Berg. De Slag om Arnhem in 1944 heeft veel schade veroorzaakt, zodat het huis na de oorlog niet meer werd opgebouwd.
In 2021 werd De Hemelse Berg samen met De Pietersberg overgedragen aan St. Geldersch Landschap en Kasteelen.
Deze prachtige etalage van de boekhandel Architectura & Natura op de Leleiegracht 22 te Amsterdam is geheel gewijd aan een nieuw boek van Caroline Voet over de huizen ontworpen door dom Hans van der Laan (en navolgers), de architect, hoogleraar en oprichter van de Bossche School.
In het boek worden 16 huizen in de stijl van de Bossche School besproken, een mooi en uitgebreid overzicht.
Het boek zal verschijnen 2 januari 2025.
Wilt u meer weten over dom Hans van der Laan? Zie dan de pagina op deze website onder de knop ‘Van der Laan’ en de literatuurlijst van Juliet Oldenburger op deze website, en dan zoeken op Thematismos.
De hortus in de Plantage in Amsterdam is ook dit jaar in de kerstperiode weer verlicht en ’s avonds geopend, en wel van 19 t/m 23 december, 27 t/m 30 december & 1 t/m 8 januari, van 17:00 tot 22:00 uur.
Palmenkas Amsterdam Plantage. Foto Jan Jaap Hubeek
Een bezoekje aan de palmenkas heeft onze speciale belangstelling en omdat deze in de uiterste hoek van de hortus is te vinden, maak je tegelijkertijd een hele rondwandeling door de tuin. De kas is een beschermd monument en een prominent onderdeel van het Hortuserfgoed. Hij werd in 1911 ontworpen door de architect Johan Melchior van der Mey (1878-1949) in opdracht van hoogleraar Hugo de Vries. In de winter huisvest de kas een collectie palmen, palmvarens (Cycadeeën) en kuipplanten.