Alle berichten van Carla Oldenburger

Landgoed De Wielewaal te Eindhoven meer dan 100 jaar Particulier Eigendom en straks een openbaar park?

Poort en toegangslaan tot Landgoed De Wielewaal. Foto gemeente Eindhoven

(273) Deze week (2de week februari 2022) is bekend geworden dat de gemeente Eindhoven het landgoed De Wielewaal (tot 2017 eigendom van Frits Philips) gaat kopen om de te verwachten uitbreiding van de stad ’te verzachten’ met een mooi openbaar park. Nu is het hek nog dicht, maar dat zal niet lang meer duren.

Op Google Earth is het landgoed duidelijk te onderscheiden. Het is gelegen in het noordwesten van de stad, in stadsdeel Strijp en in de buurt Wielewaal. Verscheidene lanen zien we op de luchtfoto lopen en ook in het zuidelijk deel een sterrenbos.

In 1850 was dit gebied nog heide. In de 2e helft van de 19e eeuw werd het bebost. In 1912 kocht Anton Philips, de vader van Frits Philips,  het dennenbos en hij liet dit bos, genaamd ‘Het Zwarte Huis. als landgoed inrichten, maar Anton heeft er nooit gewoond. Een deel van het landgoed, ten noorden van de Oirschotsedijk, werd in 1920 geschonken aan de bevolking en staat sindsdien bekend als het Philips de Jongh Wandelpark. Het gebied ten zuiden van deze dijk is landgoed De Wielewaal waar Frits Philips in 1934 een huis liet bouwen door de vrij onbekende architect Frans Stam.

Landhuis De Wielewaal afgebeeld in het tijdschrift ‘Het landhuis’, jrg 30, 1935, no 16 (28-08-1935)

Midden op de luchtfoto hieronder zien we het grote huis en vanuit dit huis loopt een ‘tapis vert‘ (een brede grasloper omgrenst door hoog bos) schuin zuidwaarts naar een ‘rotonde’, die het middelpunt vormt van een sterrenbos.

Het landgoed (met in eerste instantie een pinetum, een sterrenbos, een rockery en een doolhof), werd tussen 1912 en 1920 aangelegd naar ontwerp van de bekende tuinarchitect Dirk Frederik Tersteeg (1876-1942). Over de laatste is te lezen in het boek ‘Nederlandse Tuinarchitectuur tussen 1850 en 1940, waard om beschermd te worden‘ (1986), door Bonica Zijlstra.

Grootste deel van het landgoed op Google Earth. Middenin de woning. Vanuit de woning schuin naar beneden een gras-laan (tapis vertelt) naar een rotonde, die het centrum van het sterrenbos vormt. Hier vandaag lopen 7 lanen door het bos.

Op het landgoed groeien veel monumentale bomen en rododendrons; bovendien gedijen er veel paddenstoelen en bijzondere planten. De bomen zijn grotendeels geplant in opdracht van Anton Philips, in de eerste twee decennia van de 20e eeuw. Tersteeg werkte op De Wielewaal in gemengde parkstijl, waarbij rechte lanen en natuurlijke vormen elkaar versterken.

Dirk Frederik Tersteeg’s werk op De Wielewaal werd algemeen gewaardeerd in Nederland. Dit is bekend omdat de Bond van Nederlandse Tuinarchitecten (BNT) in 1940 een foto (onderstaand) van het park opnam in haar reizende Foto-tentoonstelling. Ook zijn in de Bibliotheek WUR enige ontwerpen van Tersteeg terug te vinden, namelijk ontwerpen voor het sterrenbos, de rockery en het doolhof.

Eindhoven Pinetum Het Zwarte Huis. D.F. Tersteeg, ontwerp 1917-1919. Foto uit BNT-Tentoonstelling 1940. Bibliotheek WUR / Speciale Collecties
Eindhoven. Ontwerp Sterrenbos Het Zwarte Huis. D. F. Tersteeg, 1920. Aan de Postdijk, Kromme sloot, Wemschedijk. Bibliotheek WUR / Speciale Collecties 
Eindhoven. Ontwerp Rockery bij Het Zwarte Huis.. D. F. Tersteeg (1917-1919). Bibliotheek WUR / Speciale Collectie 
Eindhoven. Ontwerp Doolhof bij Het Zwarte Huis. D. F. Tersteeg, 1917 . Doolhof nog aanwezig. hoewel aan restauratie toe.
Bibliotheek WUR / Speciale Collectie 

Of al deze tuinonderdelen nog aanwezig zijn, is mij niet bekend. Het zou in ieder geval zeer de moeite waard zijn nader onderzoek naar dit historische landgoedpark te doen, omdat er nooit een publicatie over is verschenen en het zeer interessant zou zijn dit park met andere grote parken en in het licht van de Nederlandse tuinhistorie te plaatsen en te vergelijken.

Bezoek Belmonte Arboretum Wageningen

Hamamelis x intermedia of Toverhazelaar ‘Jelena’ in Belmonte Arboretum. Foto Carla Oldenburger

(272) Vorige week bezochten we in verband met een nieuwe ontwerp-opdracht een oriënterend bezoek aan het arboretum in Wageningen (Gen. Foulkesweg 94A).

Omstreeks 1800 kocht Frans Godard van Lynden van Hemmen deze gronden. Zijn schoonzoon T.J. baron de Constant Rebecque de Villars liet hier in 1843 een nieuw huis bouwen en daarbij een park aanleggen dat volgens overlevering door de tuinarchitect J.D. Zocher jr. werd ontworpen. Van ca. 1950 tot 2012 werd de plaats omgevormd tot een van de twee tuinen van de Hortus Botanicus / WUR, ontworpen door prof. J.T.P. Bijhouwer.

Hoewel er nog niet veel in bloei stond, het was tenslotte de laatste week van januari, vroeg deze roodgekleurde Toverhazelaar x intermedia ‘Jelena’ toch om een foto voor onze ‘Berichten’-pagina. Hamamelis x intermedia ‘Jelena’ is een cultivar genoemd naar Jelena De Belder, stichter en grondlegster van Arboretum Kalmthout. Meestal zijn de bloemen meer oranje gekleurd, deze roodgekleurde struik staat solitair en is daardoor des te opvallender van kleur.

We houden u komend jaar op de hoogte met meer mooie foto’s van alles wat groeit en bloeit op Belmonte,

Aantasting rijksmonument Tuin achter Raadhuis Eelde

J. Vroom jr. Ontwerp tuin achter Gemeentehuis Eelde, 1938. Gem. Arhief Tynaarlo, Kaartenverz. 1811-heden, mapnr. XVIII

(271) Wat is er aan de hand in Eelde bij het voormalig gemeentehuis aan de Pr. Irenestraat (gebouw en tuin beide rijksmonument)? Het huis zal worden verbouwd en ingericht als verzorgings/verpleeginstelling en in de achterliggende tuin (eveneens rijksmonument) zal een bijpassende bebouwing worden neergezet met dezelfde bestemming. De Rijksdienst Monumentenzorg heeft toestemming verleend en ook de gemeente ziet geen bezwaren. Er ligt, wat de tuin betreft, een schetsontwerp van tuin- en landschaps-architect Dijkstra, dat, aldus diens tekst, teruggrijpt op het oorspronkelijke ontwerp van Vroom. Dit is nu hierboven afgebeeld. Het cultuurhistorisch onderzoek dat is uitgevoerd, titel ‘Tuinhistorisch Onderzoek Voormalig Raadhuis Eelde’ (2015), is neergelegd in het rapport dat volgens de huidige regelgeving is samengesteld. 

Zondag 16 januari was er in de Nieuwsbrief van RTV Drenthe te lezen dat “Fieke Meindertsma, oprichter en eigenaar van Goedemorgen Paterswolde BV en huurder van het vroegere raadhuis, in een interview heeft gezegd: “De tuin wordt compleet nieuw aangelegd, Rijksmonument-waardig. Een landschapsarchitect heeft een prachtontwerp voor ons gemaakt”. Die landschapsarchitect is Dijkstra Buro voor landschapsgeschiedenis en landschapsontwerp. Het bericht gaat dan verder: “De tuin had al klaar moeten zijn voor de eerste bewoners kwamen, maar doordat een omwonende een gerechtelijke procedure heeft aangespannen, mogen wij in afwachting daarvan niets doen, behalve onderhoud. Echt heel erg jammer.”

Gemeentehuis Eelde in vroeger dagen. Zicht vanaf achterzijde vijver

Bond Heemschut en de Ned. Tuinenstichting hebben zich ook zorgen gemaakt. Op de website van de NTs is nu te lezen: “De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft  positief over het plan geadviseerd”. In eerste instantie verbaasde dit de NTs; maar later (mei 2021) werd duidelijk waarom: de gemeente de adviesaanvraag over de tuin achterwege gelaten, namelijk omdat die ‘pas in fase 2’ zou worden aangepakt. Deze laatste aanvraag werd eind september (2021) gedaan. Het advies van de RCE dat daarop in oktober volgde verdeelde de komende tuinwerkzaamheden in twee delen: ‘onderhoud’, waarvoor geen, en ‘restauratie’ waarvoor wél een omgevingsvergunning zou moeten worden aangevraagd”. Tot tweemaal toe is een procedure die Heemschut aanspande tegen de projectontwikkelaar door de rechter stopgezet. De Vries van Bond Heemschut: “En dan zegt de rechter: nou, we wachten nog maar een half jaartje. Jullie zijn nog aan het stoeien met elkaar. Er wordt natuurlijk beweerd dat het best wel weer in orde komt, maar ik houd mijn hart vast. Het gaat echt veel geld kosten om die tuin weer helemaal terug te brengen in de monumentale staat en dan zal je zien dat het een sluitpost wordt.” De tuin is sinds 6 jaar verwaarloosd en niet meer onderhouden. Fieke Meindertsma van Goedemorgen Paterswolde BV blijft echter optimistisch “Het wordt prachtig”, zegt zij: “Ook de achterkant van de tuin wordt meegenomen in een ontwerp dat is geïnspireerd op het werk van landschapsarchitect Piet Oudolf. De heren van Heemschut zijn van harte uitgenodigd om hier nog eens te komen wandelen zodra alles klaar is. Ik denk dat ze dan heel erg blij zullen zijn.”

Voorlopig zijn wij, de Oldenburgers, nog niet echt blij. De combinatie Jan Vroom jr. en Piet Oudolf is natuurlijk in principe wel mogelijk, beplantingen van Piet Oudolf zullen best pasen in de borders die door Vroom op zijn ontwerp zijn aangegeven, maar als een tuin een rijksmonument is, in dit geval een monument uit 1938, dan hoort daar natuurlijk niet het sortiment van Piet Oudolf in te worden toegepast. Beplantingen à la mode van 1938 verschillen echt heel erg met Piet Oudolf beplantingen. En waar komt die nieuwe bebouwing in de achtertuin, half over die prachtige vijver? Erg veel ruimte is er niet. Wie verschaft ons duidelijker tekeningen om eens deskundig over dit nieuwe ontwerp te oordelen?

Essentie van inboeten en klimaatverandering

Wouter Johannes van Troostwijk. Vreugdenhof aan den Amsteldijk uit het huis te zien. 1805. Tekening zwart krijt gewassen in kleur. Geveild bij Christie’s 2014. Part. Collectie

(270) Op bovenstaande afbeelding is heel duidelijk een ingeboete boom te zien. De essentie van het begrip ‘inboeten’ is Het opnieuw inplanten op plaatsen waar andere planten zijn weggevallen, in dit geval dus een weggevallen boom.

Als planten wegvallen, is daar vaak niet één specifieke reden voor aan te wijzen. Bij het aanplanten is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de situatie waar de planten komen te staan. Zo moet men rekening houden met de zonnestand , maar ook met hoe hard een plant groeit. Want planten hebben de ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Daarnaast is het belangrijk dat de plant voldoende (regen)water krijgt, de grond een goede structuur heeft en dat de bodem voldoende voedingsstoffen bevat.

De veranderingen in het klimaat kunnen direct effect hebben op de plantengroei. Zo kunnen planten uitdrogen als het lang droog en warm is. Maar ook veel regen kan ervoor zorgen dat de wortels van de plant te weinig zuurstof krijgen en dat daardoor de plant dood gaat.

Het is belangrijk om de groei van een nieuw ingeplantte boom het eerste jaar nauwkeurig in de gaten te houden. Als de boom dreigt dood te gaan is z.s.m. inboeten van belang zodat een nieuwe boom in een laan nog met zijn ‘buren’ tegelijk op kan groeien.

Op de tekening zien we een boompje dat eigenlijk te laat is ingeboet terwijl het juist heel belangrijk is in de landschapsstijl dat lanen regelmatig beplant zijn en er dus geen gaten vallen in de plantenrij. Structuurelementen die de vroege landschapsstijl (eind 18de eeuw tot ca. 1815) bepalen zijn: kronkelende paden,vaak zonder duidelijk einddoel en op regelmatige afstand beplant met bomen. Zicht op een doel in de verte (hier langs de Amstel), om het park zelf groter te doen lijken, komt ook vaak voor. Let hier ook op het zandpad en de randbewerking tussen gras en pad. En het is belangrijk dat heesters niet te ver van het pad worden aangeplant, zodat de wandelaar in de bloeitijd optimaal van de bloemen kan genieten.

Joodse Begraafplaats in Muiderberg.

Muiderberg. Rechter bovenhoek het Echobos met padenpatroon. Rond middelste bos de uitbreiding Joodse begraafplaats met hoofdlaan en 2 zijlanen. Links midden het oude deel Joodse begraafplaats met duidelijke hoofdlaan. Google Maps

(269) De Hoogduitse Joodse begraafplaats te Muiderberg is de oudste begraafplaats van de Hoogduitse-Joden in Amsterdam. De Hoogduitse gemeente in Amsterdam werd in 1636 gesticht. Zij kochten in 1642 een terrein van ruim 17 ha. in Muiderberg, om hier hun begraafplaats aan te leggen. In 1660 kochten de Poolse joden, die in 1656 een eigen gemeente in Amsterdam hadden gesticht, een naastgelegen stuk grond. Bij de samenvoeging van de beide gemeenten werden ook de beide begraafplaatsen samengevoegd. Na uitbreidingen in 1738, 1780 en 1840 heeft het terrein thans een omvang van 21 hectare. Het noordelijk deel is aangelegd op de voormalige buitenplaats Hofrust met de overplaats Koggerbosch. Er liggen meer dan 6000 vrijwel aaneengesloten zerken.

Op de luchtfoto is te zien dat de begraafplaatsen nogal kaal zijn. Op het oudste deel (links van het midden) zien we een kale hoofdlaan en een met bomen beplante toegangslaan; op de ten noorden van dit oudste deel gelegen uitbreiding zijn solitaire bomen verspreid over de begraafplaats te zien naast ook weer een hoofdlaan en zijlanen daar loodrecht op. Eigenlijk zijn bomen niet toegestaan op een Joodse begraafplaats omdat ze onrein zouden zijn. De kohaniem (priesters) lopen over het hoofdpad en de zijpaden naar het metaheerhuisje (lijkenhuisje) en de graven. Deze laan en paden zijn meestal onbeplant zodat de kohaniem rein een graf kunnen bereiken.

Maar in Nederland is nogal eens afgeweken van die symbolische gedachtengang en ziet men toch her en der bomen aangeplant, misschien omdat op Nederlandse begraafplaatsen juist veel bomen, liefst coniferen te vinden zijn, die het eeuwige leven symboliseren.

Joodse begraafplaats (met metaheerhuisje), Nieuweweg 2, Dordrecht; bij de ingang rijkelijk met bomen beplant.

Hoe nu met deze Joodse rituelen en Nederlandse symbolen om te gaan? Hoe een Joodse begraafplaats te restaureren, waarop bomen niet thuis horen, maar waar ze toch een belangrijke plaats innemen. Dat is een belangrijke vraag bij het restaureren van het groen op deze begraafplaatsen.

Joodse begraafplaatsen langs de Belgische grens

(268) Als je in Joodse begraafplaatsen geïnteresseerd bent, o.a. in verband met de subsidie die als een soort laatste goede daad door Minister van Engelshoven in het vooruitzicht is gesteld en je wilt weten waar die begraafplaatsen dan zijn omdat je er eens wilt gaan kijken en mogelijk aan het herstel op een of andere manier kunt bijdragen, dan is de algemene website van Joodse begraafplaatsen in Nederland een goed vertrekpunt.

Putte, gemeente Woensdrecht. 2 Joodse begraafplaatsen ten noorden van de Noordweg; de derde Joodse begraafplaats in de punt tussen de Putseweg en de Krommere. NB. Rechthoekige grafvelden. Google Maps

We willen de meest opvallende er eerst maar eens uitlichten. Een vluchtige blik over alle lijsten leert direct dat één plaats direct opvalt qua aantallen graven, en dat zijn de drie begraafplaatsen in Putte (gemeente Woensdrecht). 

Het gaat hier allereerst om de begraafplaats van de Frechie stichting aan de Noordweg; de tweede is de Machsike Hadass ook aan de Noordweg en de derde is de Shomre Hadass aan de Putseweg, alle drie met een geschat aantal graven van meer dan 10.000, dus samen ca. 30.000 graven. Ter vergelijking, de beroemde begraafplaats in Ouderkerk, de oudste Joodse begraafplaats Beth Haim, telt ca. 28.000 graven. Vele van de graven op alle drie de begraafplaatsen zijn weggezakt in de grond en niet meer zichtbaar.

Wat is hier in Putte aan de hand? De plaats Putte is een onderdeel van de gemeente Woensdrecht vlakbij de Belgische grens. Omdat de Belgische wet de ruiming van graven niet uitsluit en de graven op een Israelitische begraafplaats nu juist altijd moeten kunnen blijven liggen, hebben veel Joodse Antwerpenaren even over de grens hun laatste rustplaats gekozen.

De oudste werd in 1910 aangelegd door de Israelitische Begrafenis Vereniging Antwerpen. De allee die het hele terrein van noord naar zuid doorsnijdt, het middenpad waarop de kohaniem (priester) dient te lopen, is beplant met linden. Het ontvangsthuis is ontworpen door G. Fierens. De plaats werd in 1931 uitgebreid, met onder meer een toegangspoort aan de Noordweg. Een van de oudste graven is het graf van de familie Horowitz uit ca. 1910. Dit graf ligt in het verlengde van de linden-allee.

Naast deze begraafplaats werd in 1913 een tweede begraafplaats gesticht voor orthodoxe joden, genaamd ‘Chevra Kadishé Machsike Hadass’. Hier werd volgens de Russisch-Poolse traditie begraven.

De derde begraafplaats is bestemd voor arme joden, ‘Shomre Hadass’, werd in 1920 aangelegd aan de Putseweg. Ook hier is duidelijk een beplante hoofdlaan te zien.

Ook op Joodse begraafplaatsen van Bergen op Zoom en Eijsden zijn veel Belgische Joden begraven. 

De meeste Joodse begraafplaatsen hebben een rechtlijnige indeling, in vierkante en rechthoekige velden en met een duidelijke beplante hoofdlaan. In Ouderkerk is echter een combinatie van een rechtlijnig veld met een landschappelijke aanleg te zien. 

In Nederland zijn ongeveer 230 Joodse begraafplaatsen te vinden waarvan er 29 een beschermende monumentenstatus hebben.

Jan Ebbers: 1912 vijftig jaar apotheker in Heemstede en 1915 vijftig jaar getrouwd

(267) Naar aanleiding van het vinden van de diner-menu-kaart van het vijftigjarig bruiloftsfeest van onze (bet)overgrootouders kwamen de volgende feiten boven water.

Onze (bet)overgrootvader Jan Ebbers (1842 -1923), 20 september 1865 getrouwd met Maria Wilkes (1841-1929) was in zijn tijd een bekende persoonlijkheid in Heemstede. In 1912 vierde hij volgens een bericht in het Haarlemsch Dagblad dat hij vijftig jaar apotheker was in Heemstede en korte krantenberichten en de bewuste menukaart (1890, 1905 en 1915) onthullen dat hij vijfentwintig, veertig en vijftig jaar gehuwd was met Maria Wilkes. Zie onderstaand artikeltje en advertenties en foto’s van de menukaart.

Bericht 50 jarig dienstverband als apotheker. Haarlemsch Dagblad 3 april 1912
Bericht over de ophanden zijnde 25 jarige bruiloft. Oprechte Haarlemsche Courant 6 sept. 1890
Dankbetuiging 40-jarig huwelijk. Haarlem’s Dagblad 25 september 1905

Volgens gegevens gevonden in het Noord-Hollands Archief was Jan op zijn huwelijksdag 23 jaar oud, geboren in Ede en apothecarsleerling (sic). Sinds 1862 was hij in opleiding op de apothekersschool in Haarlem. Maria was 24 jaar en geboren in Haarlem. De ouders van de bruidegom resp. bruid waren Frans Willem Ebbers (kleermaker) getrouwd met Aaltje Roelofs en Johannes Wilkes (koopman, geboren 1799 te Breukelen) getrouwd met Anna Catharina Kools.

Jan Ebbers en Maria Wilkes 50 jaar getrouwd (1865-1915). Menukaart. Part. Collectie
Achterzijde Menukaart 50 jarige bruiloft Jan Ebbers en Maria Wilkes 1915

Helaas staat de locatie van het bruiloftsdiner op bovenstaande menukaart niet vermeld, maar naar wij mogen aannemen is dat in Heemstede geweest. De meest voor de hand liggende adressen zijn Hotel Restaurant ‘Het wapen van Amsterdam’ (tegenwoordig adres Fonteinlaan 11 Haarlem) of ‘Het Wapen van Heemstede’ (adres Wilhelminaplein Heemstede, sinds 2013 in eigendom van de Mij. Stadsherstel Amsterdam en verbouwd tot 9 woningen).

Hotel Café Restaurant ‘Het Wapen van Amsterdam’, ca. 1900. Fonteinlaan nabij de Meester Lottelaan
Restaurant ‘Het Wapen van Heemstede’ (rechts met serre), ca. 1900. Sinds 2013 eigenaar Mij. Stadsherstel Amsterdam

Jan en Maria hebben deels op de Binnenweg (nr.11) in het dokters-en apothekershuis en deels in het winkelpand Raadhuisstraat (nr.92) gewoond. Het pand in de Raadhuisstraat (bij de IJzeren brug) stond bekend als het oudst bekende adres voor levensmiddelen, op naam van Jan Ebbers, maar de winkel werd gedreven door drie van zijn dochters, Wilhelmina, Maria en Jeanette, samen met hun jongste broer Gustaaf Adolf. Het was meer dan een kruidenierswinkel, zoals ook duidelijk omschreven in de hieronder geplaatste advertentie uit 1934 , waarin ook de verkoop van Delicatessen, Boter, Kaas en Comestibles (tegenwoordig zouden we zeggen een Deli-winkel of traiteur) werd aangeprezen.

Advertentie uit Ons Blad’, 1934. Raadhuisstraat 92, Heemstede.

Tenslotte nu een overzicht van het gezin van apotheker Jan Ebbers, omdat de kinderen ook worden vermeld als ‘Hunne dankbare kinderen’. Onze (over)grootvader Jan Ebbers, de eerste zoon en het vierde kind van de apotheker, heeft in 1899 Heemstede verlaten en is vertrokken naar Amsterdam om daar een zelfde winkel te beginnen met Kruidenierswaren, Comestibles en Delicatessen. Deze was gevestigd in de splinternieuwe Kinkerbuurt, in de Da Costastraat (35) / hoek Potgieterstraat. Zij bleven hier wonen tot 29-08-1924, de dag dat zij verhuisden naar de Pieter Langedijkstraat (42 III).

Gezin van Jan Ebbers en Maria Wilkes:

Jan Ebbers (apotheker), *31-05-1842 te Ede

X Maria Wilkes, *21-09-1841 te Haarlem

Kinderen (cursief de kinderen die de winkel in de Raadhuisstraat beheerden):

  1. Wilhelmina Alida Ebbers (1861-1953), *16-11-1867 te Heemstede, tante Mina.
  2. Anna Wilhelmina Ebbers (1866-Utrecht 1924), *05-01-1866 te Heemstede X (1910) Hendrikus ten Raa (Kampen 1860 – Driebergen-Rijsenburg 1946).
  3. Maria Jeanette Ebbers (1873-1952), *11-01-1873 te Heemstede, tante Marie.
  4. Jan Ebbers (1874-1954), *14-03-1874 te Heemstede X Carolina Sophia Vogelesang (1872-1954), (over)grootouders van Juliet Oldenburger en Carla Oldenburger-Ebbers.
  5. Johan Wilhelm Ebbers (1876-1946), *18-05-1876 te Heemstede, oom Willem X Hilligje de Boer (Avereest 1867- Heemstede 1957), tante Hilda.
  6. Jeanette Everdina Ebbers (1879-1962), *07-07-1879 te Heemstede, tante Net.
  7. Gustaaf Adolf Ebbers (1881-1943), *12-04-1881 te Heemstede, oom Dolf X Johanna Granneman (1884-1949).
  8. Everdina Ebbers (1883-1938), *04-01-1883 te Heemstede, tante Eef X Gerlof Hendrik Hospes (1887-1927).

Goed Begin in 2022

  • Idem Gepubliceerd op 30 december 2021 op LinkedIn

Binnenstad & Buitenleven: monumenten in een passende en verantwoorde groene omgeving

Kaart van het huis Goudestein van de heer Joan Huydecoper, vervaardigd door B.F. van Berckenrode in 1629.
Kaart van het huis Goudestein van de heer Joan Huydecoper, vervaardigd door B.F. van Berckenrode in 1629. Eerste buitenplaats langs de Vecht. Coll. Archief Historische Kring Maarssen

(266) Ons bureau Binnenstad & Buitenleven publiceert haar verhalen, nieuwtjes, vragen en antwoorden, plannen en ontwerpen meestal tot nu toe in de vorm van ‘Berichten’ op haar eigen website ‘oldenburgers.nl’

We willen echter vanaf het nieuwe jaar meer via LinkedIn gaan publiceren en/of gaan linken tussen LinkedIn en onze website, omdat we dan meer geïnteresseerden in onze ideeën en werkzaamheden hopen te betrekken. Omdat we als bureau gevestigd zijn in Amsterdam en als woonplaatsen Amsterdam en Rhenen goed kennen, kunt u alle vragen wat groene monumenten in deze plaatsen betreft altijd op ons los vuren, maar ons werk strekt zich feitelijk uit over heel Nederland en is speciaal gericht op het geven van adviezen (na onderzoek) over en het maken van ontwerpen van iedere groenaanleg zoals tuinen, parken, buitenplaatsen, (voormalige) kloostertuinen, begraafplaatsen etc. en kan elke groene omgeving betreffen rond historische woonhuizen, kerken, kastelen, herbergen, veerhuizen, boerderijen etc.

Carla en Juliet Oldenburger / oldenburgers.nl / Binnenstad & Buitenleven 

Rijswijk De Voorde Quickscan

(265) Zuid-Hollands Landschap heeft de ruimte gekregen om te onderzoeken of het mogelijk is Buitenplaats De Voorde, gelegen in de Rijswijkse Landgoederenzone, over te nemen van de gemeente Rijswijk. In 2022 wordt een plan uitgewerkt om van deze vervallen plek weer een groene parel te maken. Dat zou heel mooi zijn en we hebben meteen aangeboden te helpen met een klein onderzoekje (quickscan).

Buitenplaats De Voorde, Van Vredenburchweg 987, Rijswijk

In de Gids voor de Nederlandse Tuinarchitectuur (deel III, Noord- en Zuid-Holland) schreven we: “Ten zuiden van het Haagse Zuiderpark ligt in de gemeente Rijswijk het voormalige buitenplaatsencomplex Overvoorde, De Voorde en Steenvoorde, doorsneden door de Van Vredenburchweg. Oorspronkelijk maakten hier ook de buitenplaatsen Westvoorde, Oudshoorn en Nieuwvoorde deel van uit. Het woord ‘voorde’ betekent: doorwaadbare plaats. De buitenplaats De Voorde werd omstreeks 1800 gesticht door Jacob van Vredenburch en is daarmee de jongste buitenplaats in de reeks langs de Van Vredenburchweg. Het huis dateert uit 1800 en de tuinmanswoning uit 1806. Van Vredenburch bewoonde zelf de tegenover gelegen buitenplaats Overvoorde, zodat De Voorde meestentijds verhuurd is geweest. Bij een boedelscheiding in 1889 werd het omschreven als een herenhuis met stal en koetshuis, tuinderswoning, tuin, boomgaard, bos, wei en bouwland. De landschappelijke aanleg kent twee zichten vanuit het huis; één over een glooiend gazon en één over een beek. Sinds 1931 is het in bezit van de gemeente Den Haag. De achterzijde wordt verstoord door nieuwbouw. Het park maakt deel uit van het parkgebied De Voordes, dat tegenwoordig fungeert als recreatiegebied van de aangrenzende wijken en nader is ingericht voor wandelaars en fietsers, waardoor het oorspronkelijke padenpatroon is veranderd. Het huis wordt gebruikt als kunstenaarscentrum. 

Steenvoorde, Overvoorde, De Voorde. Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Rijswijk, Zuid Holland (MIN08174VK1). Sectie C Schapenwei-polder. Noorden rechts
Steenvoorde, Overvoorde, De Voorde. Schapenwei-polder, 1812, herzien 1819. Noorden boven
De tail van kadasterkaart Schapenwei-polder met huizen Steenvoorde en De Voorde. 1812, herzien 1819. Noorden boven
Nieuwe kaart van ‘s-Gravenhage met de omliggende dorpen en buitenplaatsen, van de hand van de landmeter S.W. van der Noordaa, 1838/1839. Detail met De Voorde, Overvoorde en Steenvoorde. Noorden schuin rechts boven
Topografische kaart 1876-1890, zonder vijver achter huis. Er zit een lichte verschuiving in de kaart omdat net op de plaats van De Voorde twee kaartbladen aan elkaar zijn geplakt (zie de rechte lijk). In 1889 werd De Voorde omschreven als een herenhuis met stal en koetshuis, tuinderswoning, tuin, boomgaard, bos, wei en bouwland. Noorden boven
Topografische Kaart 1890 – ca. 1920, met grote moestuin (?). Met maanvormige vijver achter huis
Topografische Kaart ca. 1920 – ca. 1952. Moestuin verdwenen en veranderd in open weide / later kwekerij
Plattegrond Wandelpark De Voorde, 1934. Een brug aan de Van Vredenburchweg over een gracht geeft toegang tot de plaats. Rechts de vroegere moestuinen, nu kwekerij. Opgemeten en getekend door C. v.d. Vliet / Gem. Plantsoenen ’s Gravenhage. Noorden boven
Topografische Kaart ca. 1952 – 1964. Bos (verwilderd of aangeplant?) in westelijk deel; slingervijver tussen huis en weg; open weide ten oosten van huis
Topografische Kaart ca.1964. Westelijk deel bos met wandelpaden; slingervijver voor het huis en open ruimte met kleine vijver achter het huis. Luchtfoto’s van 2006 en later geven in grote lijnen nog hetzelfde beeld.

Dit is de eerste verkenning. We zijn bereid verder in detail te treden, maar dan moeten we eerst archieven raadplegen bij de gemeente Rijswijk en de gemeente Den Haag. De ontwikkeling van de buitenplaats is al heel aardig te volgen.

Bleeklust (later Bleekrust of Gliphoeve) te Heemstede

Joseph Charles. De Lijnwaadbleekerij Bleeklust (later Bleekrust, tegenwoordig Huis De Gliphoeve) van de wed. Louis Gunst, 1797. Litho naar tekening van J. Charles. Coll. N-H Archief

(264) Als we op de website van Oneindig Noord-Holland naar Gliphoeve in Heemstede zoeken, vinden we allerleerst de orienterende tekst:

“In de lommerijke strook tussen de Herenweg en de Glipperdreef, ten zuiden van de Prinsenlaan, ligt de kleine buitenplaats Gliphoeve. Vanaf de Glipperdreef kan men over de oprijlaan het huis zien liggen. Het terrein waar nu de appartementengebouwen Hagenduin staan hoort er niet (meer) bij, maar het landgoed strekt zich daaromheen uit tot en met het hoge duin aan de zuidwestzijde”.

Joseph Charles. Bleeklust op de Glip Heemstede [thans Gliphoeve] door Joseph Charles. Litho naar tekening van J. Charles. Coll. N-H Archief

Joseph Charles tekende dit huis en de bleekerij met droogberg, bleekvelden en tuinen in 1797, zoals op de eerste afbeeldingen is te zien. Op de droogberg staat een koepel die uitzicht bood op het Haarlemmermeer. De plaats was van 1782 tot 1811 in handen van Louis Gunst en zijn weduwe Catharina Vleck. In 1811 kocht de Amsterdammer Carel Hendrik Aschen, koopman in garen, sajet en breigaren, Bleeklust. Hij veranderde de naam in Bleekrust en investeerde in de buitenplaats met een belvédère, een oranjerie en een chinese tent. Bleeklust was dus uitgegroeid van een blekerij tot een rijke buitenplaats. Tot 1820 bleef hij eigenaar, opgevolgd door Gerrit Munk. Deze Gerrit Munk, gehuwd met Geertrui van Loon, was de grootvader van Gerrit Munk (1854-1903), de broer van onze (bet)overgrootmoeder Maria Catharina Van Alkemade Munk.

Verkoop Bleekrust de Glip Heemstede, uit: Opregte Haerlemsche Courant, 11 april 1820


Gerrit Munk (1764-1829), was eigenaar van Bleekrust 1820-1822 en werd geboren te Heemstede als zoon van Gerrit Munk en Elizabeth van Dijk. Hij was van beroep meestertimmerman en vervulde tevens het ambt van plaatsvervangend vrederechter in Heemstede (soort kantonrechter). In 1813 trouwde hij met Geertruy van Loon. Gerrit kocht en verkocht (speculatie) regelmatig huizen en grond in Heemstede. Hij bezat een huis en timmermans-winkel met werkplaats aan de dorpsvaart. Daar woonde en werkte ook zijn broer Albertus (17??-1846). In zijn testament van 1829 bepaalde Gerrit Munk, dat zijn broer Albertus het huis en de timmermanswinkel, voorheen in bezit van vader Gerrit Munk senior, kon kopen voor 4000 gulden. Gerrit Munk overleed o p 5 november 1829. Hij was toen 65 jaar oud. Bij zijn overlijden liet hij geen kinderen na. Naast het huis met de timmermanswinkel liet Gerrit nog een aantal huizen na. Hij bezat twee huizen ‘aan het einde van het dorp, een huis met stalling op de hoek van de Camplaan en huisjes aan de Camplaan. De totale nalatenschap bedroeg f 41.333-. Zijn echtgenote overleed op 16 oktober 1842.

Gerrit Munk verkocht Gliphoeve aan de 64-jarige Haarlemse notaris Johannes Petrus Kuenen (1757-1831). Volgende eigenaren waren Petrus Jacobus Nicols (1784-1840), eigenaar van de Gliphoeve 1832-1840 en de Amsterdamse advocaat Hendrik Jacobus Koenen (1809-1874) en zijn weduwe.

Literatuur:

  • Meddens-van Borselen, A. ‘Bewoners en eigenaren van de Gliphoeve in Heemstede, 1782-1840’. Nieuwsbrief Vereniging] Oud-Heemstede – Bennebroek 25 (1998): 120-129.
  • Zie ook: website Librariana.