Categoriearchief: Architectuur

EEN HALVE EEUW STRIJD TEGEN DE WAAN VAN DE DAG

De Vereniging vrienden van de Amsterdamse Binnenstad / VVAB heeft ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan een boek uitgegeven over de geschiedenis van het behoud en herstel van de binnenstad in de periode 1975-2025.
Het boek werd gepresenteerd op de jubileumbijeenkomst in kerkgebouw De Duif aan de Prinsengracht waar honderden feestgangers bijeen waren gekomen om naar verschillende lezingen (en muziek van Reinier Sijpkens van het Muziekbootje) te luisteren. Vandaag lag het boek in mijn brievenbus. Het is een prachtig en zeer interessant overzicht over wat deze vereniging in 50 jaar heeft gepresteerd. Veel interessante artikelen. Het boek bestaat uit 3 delen. Deel 1 gaat over de geschiedenis van de VVAB; deel 2 geeft enkele ‘dossiers nader bekeken’ en deel 3 bevat een aantal overdrukken van artikelen uit Binnenstad, het tijdschrift van de VVAB.

Titel: Een halve eeuw strijd tegen de waan van de dag

Auteur Walther Schoonenberg. Tekstredactie Juliet Oldenburger.

 

(Overgenomen van de website van de Vereniging Vrienden Amsterdamse Binnenstad / VVAB): 

“Het boek bestaat uit 112 pagina’s, waarvan 70 een bloemlezing bevat van artikelen uit het blad Binnenstad.
Uitgave van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, Amsterdam 2025
Het boek is te bestellen voor € 20,- incl. verzendkosten.

Op 6 maart 1975 werd in een zaaltje van Hotel Krasnapolsky de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad opgericht. De afkorting VVAB ontstond pas rond 2000, destijds sprak men over ‘de Vrienden’. De vereniging moest de liefhebbers van de historische architectuur en stedenbouw, degenen die “daarmee een emotionele band voelen” verenigen en “uitgroeien tot een organisatie met de kracht en het gezag van de Vereniging tot behoud van de Waddenzee”.
Het ontstaan van de vereniging kan niet los worden gezien van de vele initiatieven van haar oprichter Geurt Brinkgreve (1917-2005). Toen deze beeldhouwer in 1944 in Amsterdam kwam wonen, verkeerde de binnenstad in deplorabele staat – honderden panden waren afgebroken of stonden in stutten. In de Jordaan was zelfs een kwart van de bebouwing al verdwenen. De Vereniging Vrienden werd opgericht om particuliere woonhuiseigenaren te stimuleren de restauratie van hun bezit ter hand te nemen en om onafhankelijk actie te kunnen voeren voor het behoud en herstel van de historische binnenstad.
Het opkomen voor het behoud en herstel betekende in de praktijk meestal dat de vereniging in het geweer kwam tegen de sloop van monumenten en tegen nieuwbouwplannen die zij qua schaal of vormgeving niet in de binnenstad vond passen. Terugkijkend op de afgelopen halve eeuw kan worden vastgesteld dat de VVAB veel heeft weten te bereiken.”

[P

Sophia Luijt maakte de beplantingsplannen tuinen Vredespaleis (1911-1913)

SOPHIA LUIJT (1890-1982), tuinarchitecte.

Sophia Luijt was een Nederlands tuinarchitecte en uitvoer-assistente van de Engelse  architect Thomas Hayton Mawson, de tuinarchitect van de tuinen van het Vredespaleis.

Haar naam dook op tijdens ons onderzoek naar het ontwerp en de beplanting van de ‘heidetuin’ bij het Vredespaleis, gelegen ten oosten van de rozentuin. Wie was deze dame, die in 1912 als assistente van de beroemde Engelse tuinarchitect Thomas Mawson (1861-1933) heeft meegewerkt aan de totstandkoming van deze tuinen en in de Nederlandse tuinarchitenwereld tot heden totaal onbekend is gebleven?

Haar archief ligt in de Chapin Library / Willams College in Williamstown (Mass.), onder de naam ‘Herman and S. Helena Rosse Archive’. Het bevat  correspondenties, aantekeningen, plattegronden, tekeningen, publicaties, plakboeken, geschriften etc. van Sophia Helena Luijt en haar man de architect en kunstenaar Herman Rosse (1887-1965). De meerderheid van het materiaal betreft Herman Rosse’s werk, in de vorm van ontwerpen, projecten, films en theater, over de jaren 1910-1965. Box 4 bevat alles over het Vredespaleis, 1911-1913, voornamelijk foto’s en schetsen. 

Tot heden is over hen bekend dat Herman de functie had van interieurarchitect en decoratieschilder tijdens de bouwperiode van het Vredespaleis en dat Sophia de beplantingsplannen maakte in samenwerking met Mawson en de contacten onderhield met uitvoerders en kwekers. Uit Sophia’s dagboek dat zich ook in de Chapin Library bevindt is gebleken dat Herman en Sophia een meer dan goede werkrelatie hadden en dat zij 14 juni 1913 in London zijn getrouwd. Zie de advertentie hieronder uit een Nederlandse krant. 

Schermafbeelding 2025-02-25 om 12.56.54.jpeg

Herman was geboren in Den Haag en ging hier ook naar de Kunstacademie. Hierna vervolgde hij zijn studie in Delft en in London. Van 1908 tot 1910 studeerde hij verder aan de Stanford  University in California en vanaf 1911 was hij in dienst van de Carnegiestichting als ontwerper en kunstenaar van de interieurs van het Vredespaleis, zoals bijna alle glas-in-loodramen, de wandversieringen, de plafondschilderingen en de tegeltableaus.

Het hoogtepunt van Rosse’s werk was wel de plafondschildering boven de marmeren trap in de centrale hal, met afbeeldingen van de godinnen Themis, godin van de gerechtigheid; Eunomia, godin van de orde; Dice, godin van het toeval en Irene, godin van de vrede. Het gelaat  van Irene dat Rosse schilderde was een portret van zijn geliefde Sophia.

462372948_3800510740187918_8131518666936078771_n.jpgHerman Rosse. Godin Irene met Plutus op de arm, in de centrale hal van het Vredespaleis.

Na hun huwelijk vertrok het paar naar de stad Palo Alto (CA), waar hun eerste kind Jannelise Irene werd geboren  (4 mei 1914) en waar Rosse de opdracht ontving om het Nederlands Paviljoen op de Panama-Pacific International Exposition in San Francisco (1915) te decoreren. Er zouden nog talloze opdrachten verspreid over de VS volgen. Voor de film ‘King of Jazz’ (1930) ontving Rosse als Art Director de eerste Nederlandse Oscar. 

Buitenplaats Hoornwijk te Rijswijk. Wikipedia.

Toch hebben Herman en Sophia Nederland niet voor altijd vaarwel gezegd. Tijdens ons onderzoek stuitten we ook op een Nederlands woonadres. In 1933 werd Rosse tot hoogleraar ‘Decoratieve Kunst en Ornamenttekenen’ aan de TH Delft benoemd. Professor Herman Rosse huurt dan in 1934 de buitenplaats Hoornwijk te Rijswijk. Sophia houdt in die tijd lezingen over tuinaanleg en plantenteelt, en ook de oudercommissie van School C (Lagere School) aan de Lindelaan te Rijswijk nam veel van haar tijd in beslag. Aan het begin van de oorlog werd Hoornwijk  echter door de Duitsers gevorderd en moest het gezin Rosse (vader, moeder en negen kinderen) het huis weer verlaten.  In 1947 keerden zij terug naar hun huis in New City (groot New York), waar ze hun huis hadden aangehouden.

Bronnen:

  • Willem van der Ende. Een artistieke duizendpoot op Hoornwijck, Hermann Rosse (1887-1965). Jaarboek Historische Vereniging Rijswijk 2013 , p. 45-52.
  • A. Eyffinger. Het Vredespaleis. Amsterdam, z.j. (1988).
  • Sophia Luijt. Verschillende door S. Luijt samengestelde plantenlijsten voor de formele tuinen bij het Vredespaleis. Tuinarchief Vredespaleis. 

Met dank aan Marc van IJzendoorn en Daniel Peters.

Tentoonstelling: Brongebouw – opkomst en ondergang van een Haarlems kuuroord

Kerstconcert Nieuwe Kerk en het wonder van de orgelluiken

Mijn schoonzoon Walther Schoonenberg was uitgenodigd voor het Kerstconcert (orgelconcert) in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik mocht mee omdat mijn dochter in de St. Nicolaaskerk moest zingen met de Schola Cantorum Amsterdam. Na het welkomswoord van directrice Annabelle Birnie, voltrok zich een klein wondertje. We zaten op de eerste rij en moesten heel erg omhoog kijken om te zien hoe het orgel zich opende. Nooit had ik beseft dat de orgelpijpen, als het orgel niet bespeeld werd, achter zulke schitterende gebogen beschilderde (door Jan Gerritsz. van Bronckhorst) luiken schuil gingen. Voordat het concert begon werden deze ‘luiken’ dus geopend, Fascinerend hoe dat onzichtbaar (op de foto zie je de touwen die aangetrokken werden over een katrol denk ik) in zijn werk ging.

Kerstconcert Nieuwe Kerk Amsterdam, 2024. De luiken, beschilderd door Jan Gerritsz. van Bronckhorst  worden geopend. Foto Carla Oldenburger

We hebben genoten van het concert, vooral van het sluitstuk, Toccata in F van Bach, schitterend gespeeld door organist Henk Verhoef, organist van de Nieuwe Kerk en organist en beiaardier van de Vrije Universiteit en leider van het vocaal ensemble Camarata Oude Kerk.

Na de grote brand van 1645 werd aan Hans Wolff Schonat de opdracht voor een nieuw orgel gegeven, in een kas naar ontwerp van Jacob van Campen.

Dank voor de uitnodiging Annabelle Birnie, directrice van de Nieuwe Kerk en het H’ArtMuseum Amsterdam, we hebben genoten.

EEN VREDIG EN CREATIEF 2025 GEWENST

Het jaar 2024 is weer bijna voorbij en we willen even stil staan bij dat jaar en ons afvragen wat 2024 voor Oldenburgers Binnenstad & Buitenleven heeft betekend. Maar eerst wensen wij al onze vrienden en relaties een vredig en creatief 2025 toe.

Het nieuwe jaar vraagt nieuwe geestdrift. De mens roept om duurzaamheid en natuurinclusiviteit op alle fronten en de natuur roept om actie. Dankzij het vele onderzoek op allerlei plaatsen verspreid over de hele wereld, zullen er nieuwe wegen worden ingeslagen, die leiden naar een gezonder evenwicht tussen natuur en cultuur.  Overal protesteren  mensen tegen de verwoesting van de natuur, wij geloven nog in herstel, maar daar is heel wat creativiteit voor nodig.

Biodiversiteit

Doen we al mee in dat proces en hebben wij ook al nieuwe wegen ingeslagen, die tot nieuwe actie en inzichten kunnen leiden en passen in een nieuwe groene wereld. Ik denk aan een van onze eerste artikeltjes uit 2021 (Duurzaamheid voorop) over hoe wij aan duurzaamheid werken en het artikel Voedselbos staat vol exoten; ik denk aan de Natuurherstelwet, aangenomen door het Europees parlement (2023) en ook aan de poster die onze jonge ‘vrijwillig medewerker’ Lune Moonen en enkele van haar mede-studenten samenstelden in opdracht van Aeres Hogeschool Almere en Kon. GinkelGroep, waaruit blijkt dat insectenbestuivers eerder en vaker wilde bloemen dan gecultiveerde bloemen bezoeken.

Lune Moonen. Onderzoek Bestuivers op daktuin Aeres Hogeschool Almere. 2024. Foto Lune Moonen

De poster die Lune maakte van haar onderzoek op de daktuin van de Aeres Hogeschool Almere geeft blijk van een nieuw élan, zoals vergroenen van stad en land en bestuderen van biodiversiteit, de samenleving en relatie van mens, plant en dier in verleden, heden  en  toekomst.

Lune op daktuin Aeres University-

Hieronder volgt een overzichtje van langdurende projecten, die in 2024 zijn gestart.

Adviezen 

  • eerste verkenning buitenplaats Weeresteyn langs de Vecht. Rondwandelingen met opdrachtgever in verband met achterstallig onderhoud en wensen opdrachtgever beoordelen. De door ons verzamelde  tekeningen en prenten van de tuin worden verwerkt tot artikel of bericht.
  • eerste verkenning cottage garden Vredespaleis (ernsig achterstallig onderhoud) en wensen opdrachtgever beoordelen. Het gaat deze keer specifiek om de cottage garden als onderdeel van de totale tuin. De vraag is: gaan we terug naar de originele cottage garden van Mawson? Zie eerst ons rapport De tuinen van het Vredespaleis.
  • Er bestaan plannen in Warffum om een nieuw park aan te leggen, dat op zijn toekomst is voorbereid, dwz gedacht wordt aan een beplanting met toekomstbomen, die opgewassen zijn tegen natte en hete zomers, maar geen invasief karakter hebben. We zien de advisering over de beplanting als een experimentele oefening voor de aanplant van nieuwe boomsoorten.

Onder de knop  website-Berichten zijn o.a. project- en studie-voorstellen te vinden.  

Ieder Bericht/Advies op de website wordt doorgestuurd naar Linkedin. Halverwege 2024 werd het 400-ste Bericht (sinds 2016) gepubliceerd. Op Linkedin heeft dat tot 1800 volgers geleid.

Wim Pijbes heeft een pleidooi gehouden voor het vergroenen van De Dam in Amsterdam, in verband met hete zomers en bezoekers die De Dam daarom zullen gaan mijden. Ons artikel over de geschiedenis van het Damplantsoen kan een steuntje in de rug zijn.

In 2025 zullen lijsten geschikt voor bepaalde locaties en voor bepaalde milieus worden opgesteld.

Lijsten met planten en bomen die het nieuwe klimaat kunnen trotseren zijn in ontwikkeling, zoals:

Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die droogte en hitte kunnen verdragen, zoals bijv. wintereik en winterlinde die diep wortelen.

Lijst van bomen die in de volle zon kunnen staan.

Lijst van bomen die insecten trekken zoals voorbeelden van bijenbomen.

Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die tegen wateroverlast zijn opgewassen.

Juliet doet ervaring op in de tuin van het Aalsmeerder Veerhuis. 2024. Foto Walther Schoonenberg

Juliet was in 2024 lid / adviseur voor diverse gremia;

Verder werden ook veel adviezen als Berichten gepubliceerd, Deze fungeren soms als adviezen van algemeen belang en soms ter illustratie van ons werk.

Artikelen (gepubliceerd en in voorbereiding):

  • Carla Oldenburger. Begraafplaats Te Vraag: verwildering en menselijk ingrijpen gaan hand in hand. (Tekst voor Jaarboek Cuypersgenootschap. Album Amicorum Jenny Bierenbroodspot). Verschijning 2025.
  • Carla Oldenburger. Adriaan Johan van Laren (Tekst voor boek 100 jaar BNT van Uitgeverij Blauwdruk). Verschijning 2025.
  • Carla Oldenburger.. Artikeltje ‘Een onbekend portret van Freule Daisy’. Wijkblad Benoordenhout 2024, nr. 5.
  • Juliet Oldenburger en Walther Schoonenberg. Interview met Sjoerd Soeters: pleidooi voor een humane stad. Binnenstad Jg. 57, nr. 312 (december 2023). p. xxx

Kleuropdrachten

Juliet Oldenburger. Kleuropdracht van Stichting Diogenes voor het trappenhuis van Oudezijds Achterburgwal 79, op de hoek van de in 1899 Gedempte Huidenvetterssloot.

Juliet doet kleuronderzoek en maakt een kleurtrapje. 2024. Foto Walther Schoonenberg.

De trap was oorspronkelijk gehout in verschillende donkere houtkleuren (eiken), vervolgens in verschillende lichte houtkleuren, dan in verschillende tinten die hout moeten imiteren – een soort roodachtige okers, dan gele okers en vervolgens verschillende kleuren groen. We gaan nu twee okerkleuren terugbrengen. Al het houtwerk in het trappenhuis (trap, deuren,  etc.) wordt dus okergeel.

Nawoord. Is dit een duurzame tuin?

Frieda Hunziker. Een boerentuin in Heerlen. 1943?  Frieda schilderde Zuid-Limburgse taferelen tijdens de Tweede Wereldoorlog, als ze als koerierster oo weg was met Joodse kinderen naar onderduikadressen. Mogelijk was het huisje op bovenstaande schildering een adres waar ze kindren afleverde. Nieuwe aanwinst 2024. Part. collectie. Foto Galerie Simonis en Buunk

Het verleden leert en inspireert ons naar de toekomst te kijken. In de boerentuin van Frieda (1943) is alles te vinden wat mensen op deze aarde gelukkig kan maken: zon, een huis, bomen,  voedsel in de vorm van een groenten- en kruidentuin en een kleine siertuin. De insecten, vlinders, bijen en hommels zijn jammergenoeg niet geschilderd, maar gezien de rijkdom van de tuin, vast en zeker vaste gasten. Het schilderij spoort ons aan om op de ingeslagen weg van duurzaamheid, biodiversiteit en natuurinclusiviteit verder te gaan.

16 villa’s ontworpen door dom Hans van der Laan

A HOUSE TO LIVE WITH

Deze prachtige etalage van de boekhandel Architectura & Natura op de Leleiegracht 22 te Amsterdam is geheel gewijd aan een nieuw boek van Caroline Voet over de huizen ontworpen door dom Hans van der Laan (en navolgers), de architect, hoogleraar en oprichter van de Bossche School.

In het boek worden 16 huizen in de stijl van de Bossche School besproken, een mooi en uitgebreid overzicht.

Het boek zal verschijnen 2 januari 2025.

      

Wilt u meer weten over dom Hans van der Laan? Zie dan de pagina op deze website onder de knop ‘Van der Laan’ en de literatuurlijst van Juliet Oldenburger op deze website, en dan zoeken op Thematismos.

Amsterdam Hortus by night

De hortus in de Plantage in Amsterdam is ook dit jaar in de kerstperiode weer verlicht en ’s avonds geopend, en wel van 19 t/m 23 december, 27 t/m 30 december & 1 t/m 8 januari, van 17:00 tot 22:00 uur.

Palmenkas Amsterdam Plantage. Foto Jan Jaap Hubeek

Een bezoekje aan de palmenkas heeft onze speciale belangstelling en omdat deze in de uiterste hoek van de hortus is te vinden, maak je tegelijkertijd een hele rondwandeling door de tuin. De kas is een beschermd monument en een prominent onderdeel van het Hortuserfgoed. Hij werd in 1911 ontworpen door de architect Johan Melchior van der Mey (1878-1949) in opdracht van hoogleraar Hugo de Vries. In de winter huisvest de kas een collectie palmen, palmvarens (Cycadeeën) en kuipplanten.

Terugblik op mijn klassieke opleiding

Zaterdag 30 november 2024 heb ik als ‘oude knar’ de reunie van mijn gymnasium (Utrechts Stedelijk Gymnasium) bijgewoond. Het deed me meer dan de vele voorafgaande keren. Mijn leeftijd zal daar wel debet aan zijn. Al eerder had onze klas (eindexamen 1960) een schrijf-project gelanceerd, met als doel enige korte verhaaltjes over onze schooltijd te verzamelen en die kort voor de dag van de reunie rond te sturen. De respons was miniem en of dit rondsturen nog zal gebeuren weet ik niet, hopelijk wel. Maar vandaag, na de reunie van gisteren, lijkt me een geschikte dag om mijn verhaal op onze website te plaatsen.

MIJN GRIEKS-ROMEINSE ERFENIS

In 1952 deed ik toelatingsexamen voor het Utrechts Stedelijk Gymnasium, in die tijd nog vaak Hieronymusschool genoemd naar de heilige Hieronymus (1367-1398), een van de patronen van de Broeders des Gemenen Levens, die het onderwijs volgens de leer van de Moderne Devotie wilden verbeteren.

Hieronymusschool van de Broeders des Gemeenen Levens in 1680. Gevestigd aan de Kromme Nieuwe Gracht te Utrecht

Ik had als toekomstige gymnasiast thuis in de Encyclopedie opgezocht wat het woord gymnasium eigenlijk betekende en wat je geacht werd daar te leren, en míjn conclusie was dat men op een gymnasium latijn leerde spreken (Latijnse School) en dat het woord gymnasium afgeleid was van het Griekse woord γυμνοσ, dat naakt betekent. In de twee weken durende proefklas werd dit idee gelukkig op tijd bijgesteld en vervlogen mijn nare dromen over een klas vol naakte jongens en meisjes. Daardoor bleek ook wel tegelijkertijd dat mijn brein nog lang niet toe was aan het denk-niveau van een gymnasiumleerling, en werd ik dat jaar dan ook door de school nog niet toegelaten. 

Het volgend jaar ging dat gelukkig beter, hoewel ik toen steeds aan mijn overgrootvader moest denken. Hij deed in 1865 zijn apothekersexamen, en mij kwelde toen de vraag waarom moest hij eigenlijk latijn leren en geldt dat dan ook voor mij? Ik citeer één zinnetje uit het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde 1863 (7), ‘De bevoegdheid van leerlingapotheker wordt verkregen na het afleggen van een examen. Dit examen betreft de beginselen der Nederlandsche en Latijnse talen en der rekenkunde…”, en dit is dan pas het leerling-examen. Ik was overtuigd; ik wilde ook naar het gymnasium, weliswaar geen apotheker worden, maar het feit dat er studies waren waar je de Latijnse taal machtig voor moest zijn, was voor mij genoeg. Ik wilde later misschien kunstgeschiedenis gaan studeren, en ik begreep nu wel dat de kennis van klassieke talen en de klassieke cultuur dan onmisbaar zou zijn. Dus op naar het gymnasium, maar welke school dan, het Stedelijk, het Christelijk of het Bonifatius?

Ons gezin was eind 1945 van Amsterdam naar Utrecht verhuisd. Mijn ouders hadden zich georiënteerd over een geschikte lagere school voor mij en dat werd de Hervormde Burger School (kortweg Dompleinschool), een brede school voor Kleuter- en Lager- en Mulo-onderwijs van de Marnix Stichting, genoemd naar de calvinist Philips Marnix van St. Aldegonde (1540-1598). Jammer maar waar, de school leidde niet voldoende goed op voor h.b.s. en gymnasium, zodat ik nog een jaar op de Puntenburgschool (openbaar lager onderwijs) terecht kwam van waar veel leerlingen naar het openbaar middelbaar onderwijs doorstroomden. Dus viel ook voor mij de keus op het Openbaar Stedelijk Gymnasium. Toch is de middeleeuwse omgeving van het Domplein en het Pieterskerkhof altijd zeer belangrijk voor mij gebleven. Juist mijn gymnasium-opleiding heeft mij doen beseffen wat de betekenis van de Domkerk en de Pieterskerk, van de Domtoren en de pandhof en niet te vergeten van de 14de eeuwse wandschildering (in de aula / Marnixzaal) van de Dompleinschool waard is.

Utrechts Stedelijk Gymnasium, sinds 1932 gevestigd aan de Homeruslaan (42). Architect J.J. Planjer. Op de gevel staat: Civ(itas) Traj(ectum) Gymnasium

De mooiste vakken op het gymnasium waren voor mij grieks, biologie en nederlands èn de kennismaking met  filosofie en kunst- en cultuurgeschiedenis; ik was geen uitgesproken α of β. Ik herinner me de lessen latijn door de rector, J.A.G. van der Veer, die volgens mij soms expres afdwaalde om dan scherpzinnige vragen te kunnen stellen die nog scherpzinniger door mijn klasgenoten Wouter Koning en Eise Postma werden beantwoord. Een Latijnse les ging op die manier heel vaak over in een lesuur filosofie en een soort van maatschappijleer (politiek), spontaan en levendig, en ik als logisch denker, kon dat zeer waarderen. Bovendien was het een spel tussen de rector en de leerling, met als inzet Plato, of Aristoteles, of Francis Bacon of om het dichter bij huis te houden Sartre of Freud. Prachtige lessen, als je de stof tenminste kon begrijpen, want dat was niet altijd even makkelijk. Toen wist ik er helemaal niets van, maar het zette wel aan tot nieuwsgierigheid. En de aanleiding tot deze gesprekken  -meestal een zinnetje uit Cicero of Livius-  werd bewaard tot de volgende les, we hadden tenslotte elke dag één of twee uur latijn en grieks. Heel jammer natuurlijk dat die vakken toen niet officieel werden gedoceerd. Ik deed β-eindexamen, maar in de jaren vijftig kon je met β geen vreemde talen, geen kunst-geschiedenis en geen rechten studeren; heel jammer, een echte gymnasiast (alfa) was ik niet.

Voor mij dus geen kunstgeschiedenis of archeologie, het werd biologie (RUU) met hoofdvakken biohistorie, gedefinieerd als ‘de relatie tussen mens, plant en dier in de loop van de cultuurgeschiedenis’ en vegetatiekunde. Dat hield o.a. in alle inheemse planten net als mijn overgrootvader kunnen benoemen, in mijn geval in de Linneaanse binaire nomenclatuur. Hetzelfde gold voor dieren, maar dat betrof alleen die dieren waarmee gewerkt werd (in mijn geval o.a. loopkevers van het geslacht Cicindela, uit de familie Carabidae). De planten uit de tuin van George Clifford (in Heemstede op de buitenplaats De Hartekamp), waren door Linnaeus in het latijn beschreven in het boek ‘Hortus Cliffortianus’ (1737); zij waren een belangrijk deel van mijn latere onderzoek naar de planten die ik zou aanbevelen voor de beplanting van de tuinen van Paleis Het Loo (aanleg in neo-classicistische stijl, 1980-1984). 

Als ik de discuswerper (mini-kopie) in mijn boekenkast zie staan, denk ik meteen aan de hal van het oude gymnasium in de Homeruslaan. Wat een geluk dat ik op deze school heb gezeten en een Grieks-Romeins erfenisje heb mogen ontvangen. Op school kwam ik niet veel verder dan Caesar, Cicero, Livius en Homerus, maar in mijn werkzame leven werden Vergilius (Bucolica en Georgica) en Plinius d.J. (Brieven aan Appolinarius) en Albertus Magnus als commentator van de werken van Aristoteles en natuurlijk ook uit latere tijd de plantkundigen Clusius, Lobelius en Dodonaeus mijn helden. 

Utrechts Stedelijk Gymnasium, sinds 2011 gevestigd aan de Ina Boudier Bakkerlaan (7)

Natuurlijk is studeren zonder kennis van latijn en grieks en cultuurhistorie ook mogelijk, maar wel veel oninteressanter. De studie biologie was voor mij een logisch gevolg van mijn gymnasium-opleiding. Ik ben enorm dankbaar dat ik heb kunnen ervaren wat de klassieken voor de moderne mens kunnen betekenen.  

Vivat Crescat Floreat nostrum gymnasium (30 november lustrum CX).

Carla Oldenburger-Ebbers 

Tuindorpen en Tuinsteden. Tentoonstelling.

 Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden

Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden

[Persbericht overgenomen]

Groen, gezond en sociaal wonen: tentoonstelling ‘Het Paradijs van de Arbeider’ in Museum Het Schip

Van 11 oktober 2024 t/m 27 juli 2025 presenteert Museum Het Schip in Amsterdam de tentoonstelling Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden. Met een kleurrijke verzameling films, tekeningen en objecten biedt de tentoonstelling een internationaal perspectief op de impact van groene stadsplanning, en op de kunstzinnige en architecturale pracht die de tuinstadbeweging voortbracht.

De druk op steden neemt wereldwijd toe en thema’s als woningnood, vergroening en sociale cohesie worden steeds urgenter. Het Paradijs van de Arbeider toont hoe het tuinstadideaal, eind negentiende eeuw ontstaan als antwoord op de vervuiling en overbevolking van industriële steden, nog altijd relevant is in het licht van de huidige wooncrisis en de dringende noodzaak om groener en toekomstbestendiger te bouwen. Bezoekers ontdekken de oorsprong van de tuinstadbeweging en wat we hiervan kunnen leren bij het bouwen aan de stad van de toekomst.

Tuindorp Oostzaan . Wikipedia.

Van vervuilde industriesteden naar groene paradijzen

In 1924 vond in Amsterdam het Internationaal Stedenbouwkundig Congres plaats, waar experts als Wibaut en Berlage discussieerden over de toekomst van de volkshuisvesting. Die moest gezonder, socialer, groener én mooier worden. Honderd jaar na de bloei van de baanbrekende tuinstadbeweging neemt de tentoonstelling in Museum Het Schip bezoekers mee op een inspirerende, internationale reis door de tijd. Met foto- en videomateriaal, fantasievolle tekeningen en schilderijen, historische publicaties, maquettes, objecten en ansichtkaarten uit alle windstreken – van Engeland en Frankrijk tot Brazilië en Japan – komt de tuinstadgedachte voor je ogen tot leven. Van vervuilde industriesteden naar groene paradijzen, idyllische oases en verticale tuinsteden; de tentoonstelling biedt een interessant inkijkje in verleden, heden en toekomst. Een glansrol is daarbij weggelegd voor de artistieke schoonheid van Nederlandse tuindorpen – waarvan een aantal is ontworpen door architecten van de Amsterdamse School.

Trots op de tuindorpen

Door heel Nederland vinden we nog altijd meer dan honderd prachtige en bij bewoners geliefde tuindorpen. Velen daarvan zijn, dankzij de bijzondere bouw en artistieke schoonheid, zelfs bestempeld tot monument of beschermd dorpsgezicht.

Tuindorp Nieuwendam. Wikipedia

Zo werd Tuindorp Nieuwendam in Amsterdam-Noord ooit bekroond als het mooiste tuindorp van Europa – een toonbeeld van hoe natuur, wonen en sociale samenhang hand in hand kunnen gaan. Hilversum werd zelfs de grootste vooroorlogse tuinstad van Nederland, met daarin veel invloeden van de Amsterdamse School. Dat bewoners nog altijd trots op hun tuindorpen zijn, blijkt uit de film die ter gelegenheid van de tentoonstelling werd gemaakt.

Levend erfgoed en inspirerende activiteiten

Naast de tentoonstelling organiseert Museum Het Schip een reeks activiteiten die dit erfgoed tot leven brengen. Bezoekers kunnen deelnemen aan lezingen, fietstochten en workshops die hen meenemen naar de mooiste tuindorpen van Nederland. Voor wie de smaak te pakken heeft, biedt het platform World Garden Cities een online gemeenschap waar liefhebbers van over de hele wereld hun ervaringen en kennis kunnen delen. Daarnaast verschijnt bij de tentoonstelling het boek Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden, een rijk geïllustreerd werk dat de verhalen van deze bijzondere woonvormen tot leven brengt.

Museum Het Schip, Oostzaanstraat 45, Amsterdam.

Reunie Utrechts Stedelijk Gymnasium. 30 november 14.00 uur. IBB laan 7, Utrecht.

WIE KOMT ER NAAR DE REUNIE 30 NOVEMBER?

Utrechts Stedelijk Gymnasium. Homeruslaan Utrecht

17 mei 2024 ontvingen de leden van het Hieronymusfonds (Oud-leerlingenfonds van het USG) deze eerste aankondiging van de reunie voor oud-leerlingen van deze school, ter viering van haar 550-jarig bestaan.

Beste oud-leerlingen van het Utrechtse Stedelijk Gymnasium,

We zijn verheugd om jullie uit te nodigen voor de reünie ter ere van het 550-jarig lustrum van het USG, dat zal plaatsvinden op zaterdag 30 november 2024. Deze bijzondere gelegenheid biedt een mooie kans om herinneringen op te halen, bekenden weer te ontmoeten en aanwezig te zijn bij deze speciale mijlpaal van het USG.  Daarnaast bestaat ook het Hieronymusfonds dit jaar 100 jaar. Ook dat is iets wat we met alle leden van het Hieronymusfonds willen vieren.

Mooie oude foto (jaren vijftig?) van de school aan de Homeruslaan

Als oud-leerlingen hebben jullie een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van onze school, en we kijken ernaar uit om jullie allemaal weer te verwelkomen op de plek waar jullie ooit hebben gestudeerd, gelachen en geleerd. Of je nu kort geleden eindexamen hebt gedaan of al vele jaren geleden de schoolbanken hebt verlaten, deze reünie is voor iedereen die op het USG heeft gezeten en deze dag met ons wil vieren.

Ingang tot het tegenwoordige schoolgebouw aan de Ina Boudier Bakkerlaan nr.7 Utrecht

Tijdens de reünie zullen er, naast de borrel, een aantal activiteiten en evenementen plaatsvinden zoals rondleidingen door de school en boeiende lessen met voormalige docenten.

Dus zet 30 november 2024 in je agenda en houd je email in de gaten voor het definitieve programma.

Aangezien veel oud leerlingen of geen lid zijn van het Hieronymusfonds of wij geen correspondentie gegevens van hen hebben en wij graag zouden zien dat er veel mensen naar deze speciale reünie komen het verzoek om deze mail door te sturen naar oud-klasgenoten om ook hun te laten weten wanneer het lustrum dit jaar is.

Mochten jullie vragen hebben u kunt ons bereiken via email op: secretaris@hieronymusfonds.nl of penningmeester@hieronymusfonds.nl,   

Met vriendelijke groeten,
Het bestuur van het Hieronymusfonds