Categoriearchief: Binnenstad & Buitenleven

Artikelen uit Vakblad GROEN (1975-2017)

Op 10 januari publiceerde ik hier een Bericht met een lijstje artikelen van mijn hand, uit het tijdschrift Tuinjournaal van de Nederlandse Tuinenstichting, geschreven tussen 1988 en 1999.

Nu heb ik aanvullend een lijst gemaakt van mijn artikelen in het Vakblad Groen, verschenen tussen 1975 en 2017. Dat zijn 35 artikelen, die nog niet alle gedigitaliseerd zijn. Bent u nieuwsgierig naar een van die niet-gedigitaliseerde artikelen, dan kunt u dat hier kenbaar maken in een reactie, en dan kan ik alsnog vragen aan de Bibliotheek WUR of het mogelijk is die te digitaliseren.

Voor de goede orde, groen gemarkeerd betekent doorklikken naar artikelen mogelijk.

Hier volgt de lijst met artikelen (1975-2017):

Ammersoyen: nieuwe kruidentuin vervangt neo-barokke siertuin

     

              

          Boven: Kasteel Ammersoyen. Zicht op de nieuwe kruidenbedden, afgezet met planken. Onder: Bijlage II uit Rapport Kasteel Ammersoyen, 2005

Op Linkedin vond ik vanmorgen (19 februari) een bericht van Het Geldersch Landschap & Kasteelen over de nieuwe kruidentuin van Ammersoyen, die is aangelegd op de plaats waar eerder in 1975 de neo-barokke siertuin naar ontwerp van Mw. Liesbeth Canneman was ingericht. We zijn blij dat  ons advies is overgenomen, hoewel we het ons wel iets anders hadden voorgesteld.

In 2005 bracht ons bureau (toen nog genaamd Oldenburgers Historische Tuinen) het adviesrapport “Kasteel Ammersoyen te Ammerzoden: kort terrein-advies” uit. Het is een quickscan, geen volledig onderzoeksrapport, Het behandelde de geschiedenis van het kasteel met voorburcht en singelterrein, aangevuld met  adviezen over de inrichting van de voorburcht, de tuin van de dienstwoning, de neo-barokke siertuin en het singelterrein.

In het kader van de geschiedenis van het kasteel leek het ons wenselijker de tuinen in middeleeuwse stijl terug te brengen, hoe aardig het neo-barokke tuintje ook was. Wij schreven daarom: “We adviseren de bestaande neo-barokke siertuin, gelegen op het zuiden, aan de voet van de keermuur, op den duur te veranderen in een eenvoudige middeleeuwse groenten/kruidentuin of door een eenvoudige tuin met zgn. “Madonnaplanten” (meer vaste planten), passend in de geest van de middeleeuwen en een Clarissen-klooster; of een combinatie van beide…. …. Een middeleeuwse groenten/kruidentuin bestaat uit vierkante of rechthoekige bedden die afgezet zijn door planken of bakstenen. Om deze reden zou het daarom aardig zijn, de tuinbedden, bij de herinrichting, rechthoekig van vorm te maken en op middeleeuwse wijze met planken of bakstenen af te zetten. (Zie schetsen Bijlage II). De bovenste plattegrond stelt de oude situatie voor; de twee schetsen eronder geven een inrichting met vierkante of langwerpige bedden aan. De vierkanten zijn elk met een werkpad in tweeën gedeeld. Idealiter dienen de bedden namelijk niet breder te zijn dan 75 cm., de gemiddelde lengte van de menselijke arm.

Jammergenoeg zijn de uitgevoerde bedden naar onze smaak te groot uitgevallen, zodat werken vanaf de paden rondom de bedden niet altijd mogelijk is, Men zal nu ook in de vakken moeten treden. Men kan natuurlijk ook paden binnen de planken aanleggen, maar de maat van de bedden had beter gekund.

Archief Tuinjournaals, orgaan van de Nederlandse Tuinenstichting, gedigitaliseerd

ARCHIEF TUINJOURNAAL

Het eerste Tuinjournaal, Jg. 1, nummer 1 (april 1984)

De Nederlandse Tuinenstichting  publiceert elk half jaar het Tuinjournaal voor haar vrienden. Het Tuinjournaal is het officiële orgaan van de Nederlandse Tuinenstichting. In het blad brengt de NTs haar activiteiten onder de aandacht op het gebied van instandhouding, behoud en herstel van tuinen en parken.

Bijna 40 jaar lang zijn oude Tuinjournaal-edities bewaard en sinds 2021 is er een indrukwekkend archief ontstaan. De Nederlandse Tuinenstichting heeft het historische materiaal gedigitaliseerd voor haar ca. 3000 vrienden/donateurs en online opengesteld voor belangstellenden.

Van eigen hand zijn de volgende artikelen in het archief terug te vinden, van 1988 t/m eind 1999.

Zie verder alle Publicaties van Carla en Juliet Oldenburger.

De Open Tuinen Gids 2023 van de Nederlandse Tuinenstichting (NTs) is half februari 2023 verschenen. Het betreft een kleurrijk overzicht van iets meer dan 400 tuinen en kwekerijen die hun deuren openen voor publiek, waaronder sneeuwklokjestuinen die nu al te bezoeken zijn.

De beschreven tuinen zijn een afspiegeling van verschillende stijlen en -stromingen in Nederland; elke gaard vertelt zijn eigen verhaal. Met dit jaar een aparte bijlage met 50 bijzondere Nederlandse (open) moestuinen. Want ook moestuinen behoren tot het groene erfgoed waarvoor de NTs zich al meer dan 40 jaar sterk maakt. Dit moestuinnummer is nog te recent en nog niet in het archief te raadplegen.

Waar zijn de ontwerptekeningen van de tuin achter het Vredespaleis, ontworpen in 1978 door Elias en Liesbeth Cannemen, gebleven?

Dat was de vraag die ons vanmiddag werd gesteld door Jacobine Wieringa, curator van de kunstverzamelingen van het Vredespaleis. Deze tekeningen staan afgebeeld in ons rapport dat we in 2005 opstelden over deze tuin, getiteld De tuin van het Vredespaleis: waardestelling en aanbevelingen voor herstel en beheer.

NedDenHaagVredespaleisOntwerpCanneman.jpegTuin – ontwerp bij het Internationale Hof van Justitie, 1977; E. en L. Canneman. ?oorden rechts. Coll. Vredespaleis.

NedDenHaagVredespaleisDoorsnedeCanneman.jpegDoorsnede van tuinontwerp bij Internationale Hof van Justitie, 1977. Ontwerp E. en L. Canneman.

Ik beloofde de curator te zoeken in de database van Tuinjournaals van de Nederlandse  Tuinenstichting /NTs, in de database TUiN van de Bibliotheek WUR en in onze eigen database (niet openbaar). In de laatste waren de tekeningen opgeslagen die wij zelf hadden gefotografeerd (300×300 dpi). Dat was dus een aardige vangst, maar daarmee waren de originele tekeningen nog niet teruggevonden.
Waarschijnlijk zwerven ze toch ergens rond in het Vredespaleis, tussen alle schitterende kunstvoorwerpen uit de hele wereld. Kijk voor de aardigheid eens op You Tube naar de interieurs en kunstschatten.
Voor de beplanting van de Canneman-tuin zou ik het volgende boekje willen aanraden, getiteld De tuin van Elias en  Liesbeth Canneman-Philipse in de tuin van het Vredespaleis, van de auteur Carla Romijn-Schütte, dat te bestellen is via info@tuinenstichting.nl.     Ook in dit boekje is de plattegrond van de Vredespaleistuin afgebeeld met een referentie naar het “archief Carnegiestichting” (Vredespaleis).
En dan is er nog een heel nummer van het Tuinjournaal (Nederl. Tuinenstichting) aan Elias en Liesbeth Canneman gewijd,
Achterin dit nummer staat een plantenlijst van hun eigen tuin  op de Walenburg, een ridderhofstad gelegen aan de Langbroekerwetering in Neerlangbroek. Daar woonden Elias en Liesbeth in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. Elias restaureerde het kasteel en Liesbeth legde een nieuwe tuin aan, die in grote lijnen langs geometrische patronen werd aangelegd en tegelijkertijd in de stijl van ‘wild garnering’ werd beplant.
De Vredespaleis-tuin was op een andere leest geschoeid. Hier overheerste de geometrie, in de vorm van hagen en zichtlijnen.
De boeken Decoratieve Tuinbeplanting (1913;1922), van de hortulanus van Amsterdam, A.J. van Laren en het boek De Villatuin, (1929) van Th. J. Dinn geven  wat soorten beplanting betreft wel een aardig beeld van de toegepaste beplantingen, vooral interessant omdat Liesbeth Canneman als jonge tuinierster in dienst is geweest van Dinn en daar veel geleerd heeft. Van Laren geeft ook beplantingsplannen, zodat duidelijk is welke soorten hij graag gebruikt en welke planten hij naast elkaar plant. 
Beide boeken kunnen in de Bibliotheek WUR worden geleend.
Mocht iemand meer weten over de verblijfplaats van de beide ontwerpen van de tuin van Liesbeth Canneman achter het Vredespaleis, stuur dan een e-mail naar ons (oldenburgers2@gmail.com) of naar het Vredespaleis  (j.wieringa@peacepalace.org)

Tekeningen van het Wantijpark door Rein Dool in het Dordrechts Museum

Van 11 december 2022 t/m 21 mei 2023 zijn tekeningen van Rein Dool te bezichtigen in het Dordrechts Museum. Mij vielen twee exclusieve tekeningen op van delen van buitenplaatsen, 1) Gezicht op een vijver in het Wantijpark uit de collectie van het Rijks Museum en 2) Gezicht van de Viersprong in het Wantijpark uit de collectie van het Dordrechts Museum. Beide hieronder afgebeeld. Ik wil deze tekening laten volgen door een korte beschrijving van het Wantijpark uit de Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur Noord- en Zuid-Holland, Uitgeverij De Hef 1998).

Dit park werd aangelegd in het kader van de werkverschaffing in de jaren dertig van de twintigste eeuw. Het gebied ligt langs het Wantij en was bestemd als volkspark. Het Wantij is een open waterverbinding tussen de Beneden-Merwede en de Nieuwe Merwede. Een zwembad gelegen aan het Wantij maakt onderdeel uit van het park. De tuinarchitect Dirk Frederik Tersteeg heeft gekozen voor een ontwerp in gemengde stijl, met grote waterpartijen, open weiden en slingerende wegen, dat aan de stadszijde overgaat in een rechtlijnig gedeelte in architectonische stijl. In het park is een ruïne als romantisch element opgenomen, naast een hertenkamp en een restaurant. In het architectonische parkdeel zijn lage muurtjes en geordende perken kenmerkend. Uit archiefstukken is het door Tersteeg toegepaste plantensortiment nog bekend.

De verbouw van het Amsterdam Museum kan nog niet beginnen. Beroep ingesteld door Heemschut en VVAB.

Vogelvluchttekening uit 1631 van het Burger Weeshuiscomplex. In het midden twee langwerpige gebouwen met blauwe leien daken, daartussen loopt de Begijnensloot. Rechts is de meisjesplaats en links de jongensplaats (Coll. Stadsarchief Amsterdam).

In het tijdschrift Binnenstad (Jg. 56, nr. 308, p. 52) van de Ver. Vrienden Amsterdamse Binnenstad schreef Juliet Oldenburger namens de VVAB: Bezwaren verbouwing Amsterdam Museum. Juliet werkt als eindredacteur voor deze vereniging en is het uiteraard als medewerker van ons bureau Binnenstad & Buitenleven ook oneens met de verbouwingsplannen en met de aantasting van de Middeleeuwse Begijnensloot..

De voorzieningenrechter heeft nu geoordeeld dat de vergunning die het museum had verkregen pas gebruikt mag worden nadat de rechter uitspraak heeft gedaan over de verbouwingsplannen. Het Amsterdam Museum mag dus niet beginnen met de uitvoering van zijn verbouwingsplannen voordat beslist is op het beroep, dat genoemde vereniging i.s.m. Heemschut heeft ingesteld. Dat heeft de voorzieningenrechter op woensdag 25 januari besloten. De beslissing valt naar verwachting in april.

Heemschut en de VVAB hebben al eerder gemeld vooral bezwaar tegen de sloop van de Schuttersgalerij en de gebouwen aan weerszijden daarvan te hebben. De voorzieningenrechter heeft het belang van de erfgoedorganisaties afgewogen tegen dat van het museum om zo spoedig mogelijk met de verbouwing te willen beginnen.

De beweerde slechte technische staat van het complex en de kosten van leegstand (het complex staat sinds 1-2-2022 leeg, terwijl de vergunning is verleend op 7-11-2022) wegen niet op tegen de niet onderbouwde ingreep in het rijksmonument. In de planning had het museum volgens de rechter rekening dienen te houden met de risico’s van bezwaar en beroep.

Contra-expertise

Dankzij een contra-expertise hebben Heemschut en de VVAB duidelijk gemaakt dat de grote ruimten in het hart van het complex – een entreehal en een expositiezaal – ten koste gaan van authentieke zeventiende-eeuwse kapspanten en de historische bouwstructuur aan weerszijden van de overkluisde Begijnensloot. De laatste dateert uit de Middeleeuwen.

Onderdelen die in 1962-1975 zorgvuldig zijn gerestaureerd en belangrijk zijn voor de geschiedenis van het complex. ”De nieuwe grote zalen tasten bovendien de kleinschaligheid ernstig aan. We vertrouwen erop dat de rechter ons daarin gelijk zal geven”, verklaren Heemschut en de VVAB.

Wie nog verder er in wil duiken, zie het artikel het Beroepsschrift, het gehele dossier en eerdere artikelen, geschreven door Walther Schoonenberg en Hanneke Ronnes.

Mei-vakantie in Italië en Amsterdam

(284) Wij zijn met vakantie, maar willen onze trouwe lezers ook wel laten mee genieten met enkele mooie en interessante natuur en kunst die we zoal tegenkomen. Juliet reist in Italië (foto’s Paestum en Villa Oplontis) en Carla zit op het werkadres in Amsterdam (foto’s Rijksmuseumtuin en Tulpen ‘Museum’) Enige foto’s zeggen meer dan woorden.

Zie ook het al eerdere geplaatste Bericht op 28 april, https://www.oldenburgers.nl/2022/04/28/tuin-van-de-hesperiden-in-de-villa-poppaea-villa-oplontis/

Juliet in Paestum. Foto Walther Schoonenberg
Villa Oplontis in Oplontis. Pauw in aviarium. Foto Walther Schoonenberg
Villa Oplontis in Oplontis. Foto Walther Schoonenberg
Tulpen voor de deur van het Tulpen ‘Museum’ op de Prinsengracht te Amsterdam. Foto Carla Oldenburger
Deeltuin Rijksmuseum. Voorzijde links. Foto Carla Oldenburger
Detail voorgaande foto

Tuin van de Hesperiden in de Villa Poppaea / Villa Oplontis)

(281) Juliet is met vakantie in Zuid-Italië. Zij gaat o.a. de villa’s en tuinen en fresco’s in Pompeï, Herculaneum en Oplontis (tegenwoordige naam Torre Annunziata) bezoeken. Oplontis ligt tussen Herculaneum en Pompeï, aan de baai van Napels.

Zoals iedereen waarschijnlijk wel weet bevatten de fresco’s in de Pompejaanse villa’s schitterende dieren- en planten-afbeeldingen, maar die van Oplontis zijn minder bekend misschien, of ze worden in één adem genoemd met Pompeï, zodat men zich niet altijd realiseert dat het om meer locaties gaat. Zie hieronder op het kaartje de ligging van de Romeinse plaatsen aangegeven.

Het grijs aangegeven gebied waar de uitbarsting van de Vesuvius in 79 AD zijn sporen heeft nagelaten. Foto Wikipedia

De villa, die Juliet gisteren bezocht, heeft de naam Poppaea meegekregen, genoemd naar de tweede vrouw van Nero, Poppaea Sabina. Men denkt dat zij of haar familie de eigenaar van deze villa was. De villa is bekend door de fresco’s van de tweede en derde Pompejaanse stijl.  Het huis bestaat uit een grote ontvangsthal, waarachter een peristylum (een centrale open hof door zuilen omgeven) en een atrium (overdekt woonvertrek) liggen. Grenzend hieraan ligt het caldarium (de baden). Annex liggen tuinen en een groot zwembad. Vanuit het zwembad kon men ook het viridarium (een tuin in de open lucht met een collectie levende bijzondere planten) zien.

Oplontis. Villa Poppaea en annex–liggende tuinen. Foto Wikipedia

Waarom zijn de tuinen in de door lava bedolven stadjes aan de baai van Napels nu voor ons zo interessant? Omdat de Romeinse vorm van de tuinen en de ‘relatie van tuin tot huis’ in de geschiedenis van de tuinarchitectuur zo bepalend (uitgangspunt voor classicistische tuinen) is geweest en omdat we uit de muurschilderingen kunnen leren wat de Romeinen in die tijd in hun tuinen kweekten. Natuurlijk is daar ook archeologisch veldonderzoek voor nodig, maar de muurschilderingen geven ons zeker aanvullende resultaten.

Oplontis. Villa Poppaea. Heracles in de tuin van de Hesperiden. Foto Walther Schoonenberg
Oplontis. Villa Poppaea. Fresco met pauw in peristylum (?). Foto Walther Schoonenberg

Op bovenstaande foto’s ziet men Heracles afgebeeld in de tuin van de Hesperiden (met bomen met gouden appels). Deze schildering is in de zgn. Derde stijl of Decoratieve stijl (25 v.C. – 40 A.D.). De afbeelding van de boomstammen en het gebladerte is realistisch en modern voor die tijd, alhoewel de bomen niet op citrusbomen (gouden appels) lijken. In de late Middeleeuwen zijn de boomvormen van Giotto overheersend en bepaald niet realistisch. Pas in de renaissance, in de tijd van de Vlaamse Primitieven wordt de natuur weer realistischer afgebeeld. Op de tweede foto zien we een pauw. Of deze in een kooi of volière (aviarium) gehouden werd of los in het peristylum zich kon bewegen is niet duidelijk. Hier zien we misschien de zuilen rond het peristylum.

Op de laatste foto wijst Juliet in een villatuin in Oplontis naar een versteende stronk van een verbrande boom. Even dichter bij het huis staat een versteende boomstam.

Juliet wijst naar een versteende boomstronk in Oplontis. Foto Walther Schoonenberg

Tenslotte, n.a.v. deze Romeinse resten wil ik graag nog even op enkele oude boeken wijzen die terugwijzen naar de tuin van de Hesperiden en de tuin van George Clifford in Heemstede (De Hartekamp). In het boek van Commelyn worden alle bomen met gouden appels (limoenen en sinaasappels en citroenen) afgebeeld, genoemd en beschreven die in 1676 in Nederland bekend waren. Het boek van Linnaeus, het Viridarium Cliffortianum beschrijft alle levende planten die in de tuin van George Clifford, op de buitenplaats De Hartekamp, werden gekweekt. in zijn boek Hortus Cliffortianus daarentegen worden veel méér planten beschreven, maar dat gaat alleen over herbarium-exemplaren.

Johannes Commelyn (1629-1692). Nederlantze Hesperides, dat is, Oeffening en gebruik van de limoen- en oranje- boomen; gestelt na den aardt, en climaat der Nederlanden. Amsterdam, 1676, 1684.

Carolus Linnaeus. Viridarium Cliffortianum: in quo exhibentur plantae omnes, quas vivas aluit Hortus Hartecampensis annis 1735, 1736, 1737.

Titelpagina Nederlandse Hesperides / Jan Crommelyn. 1676. Scan Bibliotheek WUR

Behoud Amazone Tropisch Regenwoud

CARLA OLDENBURGER

(280) Mijn man/Juliet’s vader Feddo Oldenburger (1937-2017) heeft met hart en ziel in de jaren ’60 en ’70 van de 20ste eeuw in Suriname en Brazilië gewerkt, met het uiteindelijke doel de bescherming van de Sipaliwini savannes aan beide zijden van een deel van de grens tussen Suriname en Brazilië. Vandaar onze nauwe betrokkenheid met ook het Amazone-woud. Hieronder vragen wij ook uw betrokkenheid en bezorgdheid te tonen. 

Foto Greenpeace

Als we de Amazone verliezen, verliezen we de strijd tegen klimaatverandering. De Braziliaanse regering wil het Amazonewoud opofferen voor het snelle geld. Dat kunnen we niet laten gebeuren. Teken nu, en steun de beschermers van de Amazone. 

https://steun.greenpeace.nl/red-het-amazonewoud/?utm_source=whatsapp

Ken je meer mensen die hier achter staan? Stuur ze de petitie via Whatsapp. Of steun Greenpeace met een donatie en bescherm met ons de planeet ♥. 

Samen komen we in actie voor het behoud van de Amazone, het grootste tropische regenwoud. De Amazone is namelijk van levensbelang om ons klimaat te redden. Belangrijk voor nu, cruciaal voor de toekomstige generaties.