Categoriearchief: Binnenstad & Buitenleven

Tuinbaas Johannes Wilkes, een zoektocht

Na het Bericht van 3 januari jl. over de tuinbazen Johannes Wilkes sr. (1799-1893) en zoon Johannes Wilkes jr. (1832-1910), heb ik verder gezocht omdat de naam Johannes Wilkes vele malen in  ‘OpenArchieven’ te vinden is. Maar ook buiten de gemeente-archieven duikt de naam steeds weer op.

In 1850 staat Wilkes jr., 18 jaar oud, geregistreerd (BS Heemstede) als tuinknecht in Gemeente Berkenrode. We denken dan in eerste instantie direct aan de buitenplaats Berkenrode waar hij mogelijk als jongeman werkte.  Onderstaande advertentie uit de Haarlemsche Courant dd. 05-05-1862  brengt ook weer nieuws aan het licht.

Waarschijnlijk gaat het hier ook om J. Wilkes jr. (1832-1910), die in 1861 is getrouwd en in 1862 in het jaar van deze advertentie, 30 jaar oud was. Hij was nog jong en kon een extra’tje wel gebruiken. Met de Grindweg van Heemstede naar Haarlem zal ongetwijfeld de Heerenweg bedoeld zijn, waarlangs nogal wat buitenplaatsen zijn gelegen. De meeste hebben ook een tuinmanswoning. Nabij de Koediefslaan liggen Berkenrode, Oud-Berkenroede, Kennemer-Oord en Welgelegen.

Intussen heeft Luuk Keunen (Bureau RAAP) op mijn vraag (geplaatst als kopie van het Bericht van 3 januari op Linkedin) geantwoord met het aanreiken van een heel kort verhaaltje van mijn eigen vader Jan Ebbers. Het verhaaltje is geschreven voor het tijdschrift  ‘Groei en Bloei‘ en terecht gekomen in  ZLM Land- en Tuinbouwblad, 24 dec. 1975, p.19. Hierbij een kopie:

Onder de titel ‘Mijn tuin en mijn roodborstje’ schrijft mijn vader hier over zijn oudoom “Tuinbaas Wilkes van de vroegere buitenplaats ‘Meer en Bosch”.  Johannes Wilkes sr. (1799-1893), mijn vaders overgrootvader, is al overleden voordat mijn vader ter wereld kwam.  Tuinbaas Wilkes jr. overleed in 1910 en dat gesprek tussen Wilkes en vaders grootvader (Jan Ebbers de apotheker) moet dus op zijn laatst in 1910 zijn geweest. Mijn vader was toen 4 jaar. Maar geloof me, hij verzon ook wel eens wat naar het hem uitkwam in dergelijke verhaaltjes. We leren uit dit verhaal over het roodborstje in ieder geval dat Johannes Wilkes jr. op de buitenplaats Meer en Bosch heeft gewerkt. Mogelijk totdat het instituut voor Epilepsiebstrijding daar werd gevestigd in 1882. Hij was toen 50 jaar, maar tuinbazen zijn op die leeftijd nog lang niet uitgewerkt. Het vorige bericht over de boomverplanting van Casa Nuova is gedateerd 1905, toen Jr. 73 jaar oud was. Het is te vroeg om conclusies te trekken, maar in ieder geval is de naam van Tuinbaas Wilkes jr. (1832-1910) tot heden verbonden met de buitenplaatsen Berkenrode (oud- gemeente Berkenrode, nu gemeente Heemstede), Meer en Bosch (gemeente Heemstede) en Casa Nuova (oud-gemeente Vogelenzang, nu gemeente Bloemendaal).

Over de buitenplaats Meer en Bosch nog het volgende:

Heemstede Meer en Bosch, ca. 1840. Uit Gezigten in de omstreken van Haarlem…P.J.  Lutgers.
Heemstede Meer en Bosch. Moes- en vruchtentuin, Meer en Bosch. Ca. 1920. Prentbriefkaart.

Meer en Bosch, eerder Het Paradijs genaamd, was gelege tussen de voormalige Voorweg en Achterweg. Tussen 1800 en 1882 heeft het goed 14 eigenaren gekend. Logisch dus dat de tuinbazen van Meer en Bosch in die eeuw ook nogal eens wisselden, in tegenstelling tot de duur van een dienstverband van tuinbazen in het algemeen, die vaak heel lang op hun post bleven zitten.

Voorlopig is dit stof genoeg om de zoektocht naar de hoveniers en tuinbazen met de naam Johannes Wilkes door te zetten. Een studie naar de buitenplaatsen waar zij werkten lijkt ons wel wat.

Natuurlijk kijken we uit naar meer gegevens en als er lezers zijn die ons kunnen helpen, dan heel graag natuurlijk.

Wie kent de hoveniers Johannes Wilkes sr. (1799-1893) en Johannes Wilkes jr. (1832-1910)

Advertentie uit Haarlem’s Dagblad, dd. 25 n0v. 1905. Deze tuinbaas Johannes Wilkes (1832-1910) is de broer van onze (bet)overgootmoeder Maria Wilkes (Haarlem 21-09-1840). Ook zijn vader Johannes Wilkes (1799-1893) was tuinman. (mogelijk is hij op Nijenrode begonnen)

Op verzoek van mijn kleindochter die Toegepaste Biologie studeert, ben ik op zoek gegaan naar voorvaders en voormoeders van haar, die ook net als zij iets met biologie of plantkunde of zoölogie te maken hebben (gehad). Ik heb nu zes generaties doorgewerkt en in alle generaties van mijn familie zijn wel een of meer botanisch geïnteresseerden of gestudeerden te vinden. Deze personen ben ik nu verder voor haar aan het uitwerken.

De moeilijkste zijn natuurlijk de oudste, Johannes Wilkes sr. (*Breukelen  23-03-1799; gehuwd Breukelen-Nijenrode 05-11-1828 met Anna Catriena Kools (of Koole);  † 17-06-1893; ) en Johannes Wilkes jr. tuinier / tuinbaas (*Heemstede 12-03-1832 ; gehuwd met Gerritje van den Toorn; † 11-07-1910), resp. de vader en broer  van onze (bet)overgrootmoeder Maria. Beiden waren hovenier en Jr. heeft het volgens bovenstaand krantenbericht tot tuinbaas gebracht. De vader van Johannes Wilkes sr., (door mij Wilkes sr.sr. genoemd) was ook een tuinman Johannes Wilkes, gehuwd met Marretje Spier, maar voorlopig blijft hij even buiten beschouwing.

Johannes sr. en zijn vrouw Anna Catriena hadden behalve de oudste zoon Johannes,  nog 2 zonen die ook hovenier waren, Albertus en Roelof. Johannes jr., de boven beschreven tuinbaas van Casa Nuova, was in 1861 getrouwd met Gerritje van den Toorn, de ouders van onze (bet)overgrootmoeder Maria.

Bovenstaande advertentie kreeg ik toegestuurd van Hans Krol (van Librariana.com). Ik ben hem zeer erkentelijk want het is het eerste zwart-op-wit-bewijs dat is gevonden buiten de registers van de Burgelijke Stand en Doop- en Trouw-aankondigingen om. Hier staat heel duidelijk te lezen dat Johannes Wilkes jr.(BS 1832-1910) tuinbaas was op de buitenplaats Casa Nuova in Vogelenzang, dat toentertijd onder de gemeente Bennebroek viel en nu evenals Bennebroek in de gemeente Bloemendaal ligt.

Buitenplaats Casa Nuova, waar Johannes Wilkes jr. tuinbaas was. Foto Monumenten.nl

Buitenplaats Casa Nuova is in 1902 te koop aangeboden en is vanaf 1905 verbouwd door architect J.A.G. van der Steur. Tegenwoordig staat het bekend onder de naam Klooster Casa Carmeli (rijksmonument nr. 511135, Bekslaan 9) en is tot rijksmonument aangewezen samen met de tuinmanswoning (Vogelenzangseweg 53, gebouwd in 1870). en andere gebouwen. Zie redegevende omschrijving van rijksmonument in het Monumentenregister, nr.511137.

Pasted Graphic.tiffUit Het Nieuws van de Dag: Kleine Courant, 14-10 en 22-10-1902. Eveneens in Algemeen Handelsblad 8-09-1902; 17-10 en 22-10-1902 en in Nederlandschen Sport 25-10-1902.

Vogelenzangseweg 53. Tuinmanswoning 1870 gebouwd. Hier zal Johannes Wilkes jr. hebben gewoond.

En nu zijn we dus een stap verder, we hebben de tuinmanswoning gevonden waar tuinbaas Johannes Wilkes jr. met zijn gezin woonde, en waar zijn vader en zijn zuster, onze (bet)overgrootmoeder, ongetwijfeld vanuit hun woonplaats Heemstede vaak op bezoek zullen zijn geweest. Zijn vader en dus ook de vader van zijn zuster, onze (bet)overgrootmoeder, was in Breukelen geboren, maar in 1832, toen zoon Johannes geboren werd,  was hij al woonachtig te Heemstede. Hij heeft waarschijnlijk vanaf ca. 1830 ook als hovenier op een van de buitenplaatsen in Heemstede of Bennebroek / Vogelenzang gewerkt en gewoond.

Blijft over de vraag, zouden Zocher jr. en L.P.Zocher en J. Wilkes sr. en jr. elkaar gekend hebben? Ze werkten en woonden alle vier in Heemstede. Een fascinerende gedachte. We houden het in de gaten.

 

Noorderlicht als Nieuwjaarswens

Oudejaarsnacht

Noorderlicht nabij Moermansk, 2023. Oblast Moermansk, Kola Peninsula, Lapland. Rusland. Foto V. Brukhin

Het is 2 januari, mooi om eens even een spectaculaire foto van een goede vriend te plaatsen. Het noorderlicht, voor hem en voor mij symbolisch voor het vrede-licht in de duisternis.

       WIJ WENSEN  ALLEN  EEN VREDIG EN GROEN  2024. 

Dat gebeurt me toch niet dagelijks, een opname ontvangen van een goede vriend en plantkundige, die zich op Oudejaarsavond in de buurt van Moermansk, op een van de grootste schiereilanden van Europa, Kola Peninsula, bevindt. Het schip van Willem Barentsz deed dit eiland aan na een winter vol ontberingen in het Behouden Huys. Barentsz was al overleden toen zijn schip Kola Peninsula bereikte.

We hebben gisteren wat op en neer gechat over bomen die op het schiereiland (relatief mild klimaat, nu -30º C) te vinden zijn: Siberische (Servische) spar; Pinus sylvestris, Kola Els (Alnus incana ssp. kolaensis); Betula subarctica of Betula pubescens var. pubescens; Ratelpopulier of Esp; Gorodkov Berg Es. 

Map of the Kola Peninsula and adjacent seas. From the Dutch Novus Atlas (1635). Moermansk onder de E van TENTRIONALIS. Cartographer: Willem Janszoon Blaeu.

Even nog terug naar Willem Barentsz. Als we nu even fantaseren welke bomen de schipbreukelingen gebruikt zouden kunnen hebben voor de bouw van het Behouden Huis, waar ze de winter van 1596/’97 overwinterden, en we kijken naar de opsomming van de meest voorkomende bomen op Kola, dan is het voor de hand liggend  dat het drijfhout waaruit het huis volgens overlevering is opgebouwd, heeft bestaan uit Siberische spar en Grove Den. Lange rechte stammen vinden zal toen (en nu nog steeds) wel moeilijk zijn geweest want de sparren zijn in het algemeen meer gedrongen (lager) in het hoge noorden en de dennen en berken in dat gebied groeien vaak in bochten.

Binnen in het Behouden Huys, 1596-1597, anoniem, naar Gerrit de Veer, 1598. Prent

ZOCHER EN VOORHELM SCHNEEVOOGT

Bericht in Algemeen Handelsblad over de samenvoeging van de Boom- en Bloemkwekerij van Zocher jr. en de Bloemisterij van Georg Voorhelm Schneevoogt.

Het Algemeen Handelsblad, d.d. 28 jan en 2 feb 1837 vermeldt dat G(eorge) Voorhelm Schneevoogt (1775-1850) van de Firma Voorhelm & Schneevoogt zijn Bloemisterij (aan de Kleine Houtweg) verlaat en dat hij alles overdraagt aan zijn oudste zoon C(arl) G(otfried) Voorhelm Schneevoogt (1802-1877), die op dat moment al associé is van de Firma J.D. Zocher & Comp. Hij hoopt door middel van deze advertentie dat de nieuwe firma het vertrouwen zal verdienen dat hij gedurende driekwart eeuw heeft ondervonden en betuigt dank daarvoor.

 

In dezelfde advertentie vermeldt de firma J.D. Zocher & Comp. dat hun firma van naam verandert door deze samenwerking en voortaan onder de naam J.D. Zocher & Voorhelm Schneevoogt verder gaat. De hoop wordt hierbij uitgesproken alles te zullen aanwenden door middel van hun Boom- en Bloemkwekerij om het boven vermelde vertrouwen te beantwoorden.
Hiernaast wordt nog opgemerkt dat de architectuur buiten de associatie valt en dat J(ohan) D(avid) Zocher (lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten) hiervoor (zoals vroeger) alléén verantwoordelijk blijft.

 

C.G. Voorhelm Schneevoogt, 1870
Zowel Carl Gotfried als Johan David waren zeer succesvol in hun vakbeoefening en hebben veel geld verdiend. Van Carl Gotfried weten we dat hij een grote prentenverzameling van Haarlemse artiesten heeft opgebouwd. Nadat hij zijn bloemisterij in 1837 had verkocht aan Ernst Heinrich Krelage (1869-1956) is hij gaan rentenieren en werd hij directeur van Teylers Stichting. Zijn grote unieke prentenverzameling en het archief van de bloemisterij zijn te vinden in het Noord-Hollands Archief. De prentenverzameling is ontsloten in de Beeldbank van dit archief. Zie hieronder een afbeelding van een van zijn prenten, een gezicht in Duin en Daal te Bloemendaal.

 

F.A. Milatz. Gezicht bij buitenplaats Duin en Daal te Bloemendaal, 1804. Noord-Hollands Archief / Coll. Voorhelm Schneevoogt

Het is de moeite waard de hele prentencollectie van C.G. Voorhelm Schneevoogt in het Noord-Hollands Archief nog eens nader onder de loup te nemen. In de kerstvakantie?

Met dank aan Jan Holwerda voor de advertentie-aanlevering.

2023. Overzicht werkzaamheden Binnenstad & Buitenleven. Oldenburgers.nl

2023 BINNENSTAD & BUITENLEVEN. OLDENBURGERS.NL

Het is al weer bijna eind van het jaar, het moment waarop wij, oldenburgers.nl, onze lezers een lijstje werkzaamheden presenteren over het afgelopen jaar. We gaan er van uit dat zij, die ons een warm hart toedragen, het leuk vinden even te zien wat wij alzo dit jaar tot stand brachten. Onze aandacht ging begrijpelijk hoofdzakelijk uit naar groen erfgoed en gevelkleuring in de architectuur, maar ook de tentoonstellingen van de schilderijen van Gustav Klimt en Johannes Vermeer hebben ons dit jaar zeker gefascineerd en geïnspireerd. De kleuren van Klimt en de fijnzinnige pennenstreken van Vermeer bestudeerden  wij met bewondering.

       

Hieronder volgt nu het lijstje projecten en adviseringen van Bureau Binnenstad & Buitenleven over 2023, afgewisseld met enige foto’s van vermelde werken.

JULIET EN CARLA OLDENBURGER WENSEN U ALLEN EEN GELUKKIG, VREDIG EN GEZOND 2023.

Artikelen:
-Juliet Oldenburger en Walther Schoonenberg. Interview met Sjoerd Soeters – Pleidooi voor een humane stad. Binnenstad Jg. 57, nr. 312 (november 2023), p.34-37.
-Juliet Oldenburger. Behangsels Spiegelkamer Oude Kerk gerestaureerd. Binnenstad Jg. 57, nr. 311 (april-juni 2023), p. 27. 
-Carla en Juliet Oldenburger. De Zochers en het Frederiksplein. Binnenstad Jg. 57, nr.310  (jan. / maart 2023), p. 8-11. 
Carla en Juliet Oldenburger. De Zochers en het Frederikspark.
-Els Launspach. Tuinen van licht (roman). Gorredijk, Sterck & De Vreese, 2023. 352 p. Tuinhistorische adviezen Carla Oldenburger.
-Carla Oldenburger. Adriaan Johan van Laren (Tekst voor boek 100 jaar BNT van Uitgeverij Blauwdruk). Ingeleverd maart 2023.
-Carla Oldenburger. Begraafplaats Te Vraag: verwildering en menselijk ingrijpen gaan hand in hand. (Tekst voor Jaarboek Cuypersgenootschap 2023. Album Amicorum Jenny Bierenbroodspot). Ingeleverd november 2023.
Lezingen / Colleges:
-Carla Oldenburger. Kunst van de Zochers en de algemene begraafplaats in Heemstede. 15 april 2023. I.o.v. Ver. Terebinth, Locatie Algemene Begraafplaats Heemstede.
Familiegraf Van Vollenhoven. Algemene Begraafplaats Heemstede. Foto Carla Oldenburger
Onderzoek en waardestelling

-Buitenplaats Landgoed Vliek Ulestraten. Samenvattend onderzoek beekdal en waardestelling . Opdrachtgever gem. Meerssen en Waterschap Limburg.  

Buitenplaats ’t Vliek Ulestaten (Li.). Gezicht op Grote vijver en badhuis. Foto Carla Oldenburger
-Waardestelling Villatuin De Bijenschans Hilversum. Opdrachtgever Gem. Hilversum. 
Villa Bijenschans. Tuin D.F. Tersteeg. Foto Noord-Hollands Dagblad.
Adviezen i.o.v. diverse opdrachtgevers
-Advies reorganisatieplan De Brink, i.o.v. gem. Laren (NH); 
-Adviezen groenstructuurplan Edam, i.o.v. gem. Edam/Volendam. 
Adviezen i.o.v. Mooi Noord-Holland
In opdracht van St. Mooi-Noord-Holland brachten we adviezen uit over nieuwe deel-ontwerpen op rijksbeschermde buitenplaatsen, betreffende:
-de ‘eilanden’ van Buitenplaats Trompenburg ’s Graveland (Karres en Brands Landscape Architecture).
-Buitenplaats Velserbeek Velsen (SB4).
-Buitenplaats Marquette Heemskerk (boomgaard).
-Duin en Bosch Begraafplaats, Castricum (Albers Adviezen / Anja Guinée).
Kleuradviezen en -ontwerp:
Juliet Oldenburger in het kelder-atelier van het Aalsmeerder Veerhuis, waar de ontwerpen voor gevelkleuring worden gemaakt. Foto Walther Schoonenberg
-Kleuronderzoek, -ontwerp en -advies schilderwerk gevelwand Claes Claesz.Hofje Egelantierstraat Amsterdam.
Juliet Oldenburger. Kleurontwerp Gevelwand Claes Claesz.Hofje, Egelantiersstraat, Amsterdam, 2023. Foto Carla Oldenburger
-Kleuronderzoek, -ontwerp en -advies schilderwerk gevel Egelantiersgracht 15, Amsterdam.
Juliet Oldenburger. Kleurontwerp Woonhuis Egelantiersgracht 15. Met gevelsteen De Ionghe Timmerman.

-Kleur-onderzoek en -advies interieur schuilkerk Doopsgezinde Vermaning Middenbeemster.

-Restauratie, ontwerp en schilderwerk Uithangbord Doopsgezinde Singelkerk Amsterdam.

Juliet Oldenburger Nieuw ontwerp Uithangbord Doopsgezinde Singelkerk Amsterdam. Foto Walther Schoonenberg

Website Oldenburgers.nl:

Losse adviseringen / artikelen, uitgewerkt in 55 ’Berichten’ op de website oldenburgers.nl en in ‘Bijdragen’ op LinkedIn.com. Onder de knop ‘Berichten’ (2023) zijn verwijzingen geplaatst naar alle artikelen van Carla Oldenburger, die voorheen zijn verschenen in de tijdschriften GROEN en TUINJOURNAAL (tussen 1975 en 2017), en nu gedigitaliseerd aanwezig zijn in het e-depot van Bibliotheek WUR.

Orientatie-Onderzoeken, in de vorm van ‘Berichten’ op website verschenen
Orientatie-onderzoeken zijn korte oriënterende gedachten die we uitwerken om te zien of sommige studies de moeite waard zijn om door te zetten. Zoeken via zoekbalk op website.
-Visvijver in het park Scherpenzeel in de 18de eeuw?
-Is Villatuin Westersingel Rotterdam een Zocher-ontwerp? Vraag van de bewoner.
-Zocher of Van Lunteren tuinarchitect van De Doornburgh in Maarssen?
-Binnentuin Frans Halsmuseum Haarlem, n.a.v. reorganisatie.
-Moestuin Molenbosch Zeist, n.a.v. vraag op Linkedin.
-Nieuwe kruidentuin bij Kasteel Ammersoyen, in vergelijking met  ons eerdere eigen concept.
-Visvijvers Vliek Ulestraten. Vervolg: zie onder Onderzoek en waardestelling.
-Wijngaard in de zichtas van Buitenplaats De Tangh Rhenen. Wordt zichtas niet verstoord?
Buitenplaats De Tangh Rhenen. Aanplant wijngaard in zichtlijn. Foto Carla Oldenburger
– Vervolg groenadviezen in  Edam.
Tien onbekende of juist interessante begraafplaatsen in tien ‘Berichten’ (aangereikt aan Ver. Terebinth):
-Erebegraafplaats Bloemendaal/Overveen.
-Kerkhof St. Lambertuskerk Veghel.
-RK Begraafplaats Noordwijk en Maria Montessori.

Graf Maria Montessori (1870-1952) op de RK Begraafplaats te Noordwijk. Foto Marthy van Bohemen

-Algemene Begraafplaats Nieuw Valkeveen. Ontwerp D.F. Tersteeg, 1937. Foto Carla Oldenburger

-Algemene Begraafplaats Cauberg Valkenburg. 
-Algemene Begraafplaats Crooswijk Rotterdam.
-Nordfriedhof Düsseldorf.
-Begraafplaats Westerbork (Dr.).
-Oude Begraafplaats Zutphen. 
-Begraafplaats Zuilen in Breda.
Tenslotte nog een mooie foto van Pyrola rotundifolia, genomen tijdens een veldexcursie op Schiermonnikoog:
Pyrola rotundifolia. Schiermonnikoog Veldexcursie. Foto Carla Oldenburger

 

Huize Scherpenzeel op kadasterkaart 1826. Visvijver?

  Jan de Beijer, Huis Scherpenzeel. Tekening 1749. Coll. UB Leiden

Meestal worden ‘Berichten’ door ons gepost als er een aanleiding is om een feitje nader uit te zoeken. Een oriëntatie-onderzoek noemen we dat in ons jaarverslag dat binnenkort weer zal worden geplaatst in deze Berichten. Nu berichtte een Cascade-vriendin aan mij dat ze in historische correspondentie had gevonden dat de Van Lunterens (bedoeld wordt het (tuin)architectengeslacht Van Lunteren) al in de jaren dertig van de 19de eeuw betrokken waren bij veranderingen aan huis en tuin van Huis Scherpenzeel.

Bekend was wel al het parkontwerp uit 1859, gemaakt door Samuel A. van Lunteren (1813-1877), maar nu wordt dus gesproken van de jaren dertig, Dat moet in opdracht geweest zijn van een andere eerdere eigenaar, namelijk Benudina Maria van Naamen (1827-1892), kleindocter van Petrus Johannes van Naamen (1774-1854), in 1825 gehuwd met Herman Royaards. Haar vader was al in 1852 overleden. Het is aannemelijk dat niet Samuel , maar vader Hendrik van Lunteren (1780-1848) toen door Petrus Johannes in de arm werd genomen. Samuel was immers pas 19 jaar. 

In dit verband ging ik op zoek naar oude tekeningen, prenten en kaarten van Huis en Park Scherpenzeel, om te achterhalen hoe huis (en park) er uitzagen vóór en na de genoemde verandering in de vroege  jaren dertig van de 19de eeuw.  Er zijn verscheidene tekeningen en prenten uit de 18de eeuw bekend, o.a. de afbeelding van het huis van Jan de Beijer uit 1749 (zie boven) en ook een tekening van Jan Pronk uit 1731, maar een afbeelding van een eeuw later kwam ik niet tegen.

Wel tonen de oude kadasterkaarten hoe de indeling van het kasteelterrein er uitzag  in 1826 en op de tweede kaart mogelijk enige tijd later.

Verzamelplan Dorp / Huis Scherpenzeel 1826. Noorden boven

 

Kadastrale Minuut Huis Scherpenzeel / Dorp Scherpenzeel, ongedateerd (waarschijnlijk tussen 1826 en 1830). Noorden boven

Helaas heb ik geen nieuw ontwerp gevonden. Toch is op de kadastrale Minuut (na vergroting)  wel te zien dat het huis in een hele ruime slotgracht ligt en dat ten noordwesten van het huis een lange kanaalvormige vijver ligt die zowel als wateropvang gediend zal hebben als ook als visvijver zijn nut zal hebben gehad. In de 18de eeuw werden  visvijvers gegraven om zowel vis te  kweken als vis te bewaren. Vandaar dat op de Kadastrale Minuut (de tweede kaart) goed te zien is dat het niet één vijver, maar zelfs twee vijvers betrof, die in het verlengde van elkaar zijn gelegen.

Uit 1859  is dus wel het ontwerp van Samuel van Lunteren bekend, hieronder afgebeeld. Zoals op dit ontwerp is te zien, is de visvijver nu tot slingerende beek omgevormd, passend in de landschapsstijl van die dagen.

Samuel A. van Lunteren, Ontwerp park Scherpenzeel, 1859. Coll. Geldersch Landschap en Kasteelen. Noorden boven

Over je eigen schaduw heen springen, hoezo?

Het is de dag na de Tweede Kamer Verkiengen en ik keek een uurtje naar de uitslagen en de commentaren. PVV de grote winnaar. Onbegrijpelijk. Maar ja wat weet ik van politiek? De uitdrukking die ik het meest uit de monden van de verschillende politici hoorde was “we zullen over onze eigen schaduw moeten heenspringen”.

Daartoe deed ik van de zomer al een poging, op De Balg op Schiermonnikoog. Zie foto. Met en zonder stok, maar over mijn eigen schaduw heen springen lukte niet. Het is me gebleken dat dat heel moeilijk is. Mijn schaduw verbergt “Natuur en Klimaat”, maar als ik dat beginsel moet laten varen, dan blijft er niet veel van mezelf over. En ik ben bang dat het met de politieke partijen ook zo zal gaan, willen ze overeind blijven.

Bollen planten wanneer?

Wanneer is eigenlijk de ideale tijd om bollen te planten? Nou die tijd is een rekkelijk begrip. Van september tot december is de algemene regel, maar er is toch wel wat verschil.  Het bollenplantadvies van De Warande zegt er het volgende over:

“De bollenplanttijd in de herfst kan ook nog in twee periodes worden ingedeeld: kleine bollen (zoals de meeste verwilderingsbollen in ons assortiment) kunnen het beste vanaf eind augustus tot half oktober geplant worden, terwijl de grote bollen zoals narcissen (Narcissus), sieruien (Allium) en langstelige tulpen (Tulipa) het beste vanaf half oktober tot begin december geplant kunnen worden. Dit is echter geen harde regel, maar hou er wel rekening mee dat als je in september een grote bol geplant hebt, deze al voordat de winter invalt op kan komen. Ook is de kans op aantasting door schimmels bij langstelige tulpen bollen groter als de bodem nog relatief warm is: bij vroege inplant dus. Andersom kan een kleine bol die laat geplant wordt het eerste voorjaar ook later bloeien dan normaal.”

Kijk vooral eens op hun website, Trudie heeft veel verstand van bollen en stinsenplanten en geeft gorde adviezen.

Mijn bollen zijn in ieder geval geplant, een rustig idee, en nu maar wachten en dromen tot in maart volgend jaar.

Wonen tegenover Zocher en Spelen in de ruïne van de Geertekerk

Acht en zeventig jaar geleden (in 1945) verhuisde ik als kind van vijf jaar van Amsterdam naar Utrecht en kwam te wonen tegenover de Geertekerk en het Bartholomeus Gasthuis, in een prachtig Jugendstilpand aan de Catharijnesingel (75). Een lot uit de loterij, het huis was van de maatschappij waarvoor mijn vader werkte. Voor mij een heel gewoon huis, maar nu achteraf besef ik eigenlijk pas dat dit huis echt heel bijzonder was. Vooral de vestibule, de ontvangstruimte achter de voordeur, met prachtig geslepen (of geëtste?) glazen deuren met Jugendstilmotieven (voordat je in de marmeren gang en het trappenhuis kwam), zijn me zeer bijgebleven. Ons rijtje huizen dat een soort eenheid vormde (nrs. 75 t/m 80) is gebouwd tussen 1901 en 1903 en bevatte 5 woonlagen. Aan de mooie gebogen portieken en raampartijen is te zien dat er echt sprake is van een belétage (boven het sousterrain). Onder de buitentrap (hoofd-entree)  is een deur naar het sousterrain. Eenmaal binnen loopt een lange smalle gang langs 3 kamers (links) naar de achterkant van het huis. Via weer een trapje omhoog bereik je dan de grote tuin. De  heerlijkste ‘kamers’ van het huis waren de serre op de belétage en de grote veranda op de eerste étage, beide op het westen gelegen, achter de woonvertrekken. Het huis telde in onze tijd (incl. de sous-kamers) 15 kamers,  2 keukens, een enorme zolder, een serre, een veranda en een grote tuin. Anno nu is het al heel lang een studentenhuis en is het romantische interieur voor een heel groot deel verdwenen. In zag op Internet enige interieurfoto’s. Mijn ouders woonden er tot 1971. Ik ging al eerder op kamers, vlakbij, op de Oude Gracht (276).

Catharijnesingel vrnl 75 t/m 79 Utrecht. Prentbriefkaart 1903

Op de volgende foto is de Geertekerk in begin jaren vijftig te zien. Dit was een ruïne (middenschip en zijbeuken zonder dak), maar voor ons kinderen een zeer romantische spannende ruimte om in te spelen. Tijdens mijn Lagere Schooltijd waren we daar heel vaak te vinden. De kerk lag recht tegenover ons huis, te herkennen in de linker bovenhoek van de luchtfoto, aan de  rechter hoogste  torenkamer.

Luchtfoto van de Geertekerk-ruïne na WOII, zonder dak op middenschip en zuidelijke zijbeuk. De bomen groeiden in de kerk en kinderen hadden er hun speelplaats. De volgroeide bomen staan in het Singelplantsoen (J.D. Zocher jr. 1830-1840), de bomen op de rijweg langs de huizen (in de linker bovenhoek) zijn van veel latere datum

In 1954 werd de kerk gekocht en sindsdien gerestaureerd door de Remonstrants Gereformeerde Broederschap. In 1956 kon de kerk in gebruik worden genomen. Zelf was ik er actief midden jaren zestig, als student-lid van de kerkenraad. Het bleef ook toen voor mij een beetje spelen in de kerk, want ik vervulde enkele jaren in die kerk de rol van “Gulle Geertrui”, de gastvrouw  op de ‘Dag van de Arminiaanse Markt’, waar eigengemaakte handwerk- en voedselproducten en tweede-hands boeken en andere antieke spulletjes te koop werden aangeboden, terwijl Geertrui in grote potten roerde om de menigte van soep en hutspot te voorzien. Voor het goede doel uiteraard. Ik herinner me dat we er een Thonet-kinderstoel kochten voor 1 gulden, niet bepaald een bedrag om de armenkas te spekken, maar wel een buitenkansje voor studenten.

En verder? We zijn in de Geertekerk getrouwd, de kinderen zijn er gedoopt en nog iets, dochter Orissa was in de jaren negentig als danser ook actief in de Geertekerkbuurt. Ze was danser in het gezelschap van Wies Merkx en Charles Corneille ‘Dansend Hart’, gelegen vlak  achter de Geertekerk, aan het Klein Geertekerkhof (nr.1), gehuisvest in de voormalige katholieke Fröbelschool Paus Adriaan, al weer heel lang het cultuurpaleisje ‘Palladio’. De prachtige tuin en de ‘koepelzaal’ roepen nog steeds spannende herinneringen bij mij op aan mooie dansvoorstellingen en heerlijke Indonesische maaltijden. Tot op de dag van vandaag wordt het gebouw gebruikt voor allerlei culturele doeleinden en opengesteld voor kunstenaars. Kortom voor onze familie is het Geertekerkhof een cultureel familie-buurtje.

Eenmaal uit huis op een studentenkamer, bleef ik ook toen in de buurt wonen en werd ook ons gezinnetje daar in de buurt gesticht, weer vlakbij een kerk, namelijk op de Oude Gracht  bijna naast de Doopsgezinde Kerk (nr. 270), aan de andere kant van de Dorstige Hartsteeg (nr. 276).

Wonen aan het water, heerlijk, ruim, daar heeft ons gezin altijd een voorkeur voor gehad. Eerst aan de Geuzenkade in Amsterdam, langs de Kostverlorenvaart, daarna in Utrecht langs de Catharijnesingel en de Oude Gracht, en vervolgens de stad uit (1970 /’73) naar Heukelum en Spijk langs de Linge.  Juliet legde van Utrecht tot Spijk dezelfde weg af en kwam in Amsterdam terecht langs de Herengracht en de Schinkel.

Als ik denk aan de tegenwoordige woningnood, zou ik me bijna schamen dat we altijd zo vorstelijk hebben gewoond.

Zocher volgens ‘mondelinge overlevering’

Het vorige Bericht dd. 19 sept. 2023 gaat over de buitenplaats Doornburgh die volgens mondelinge overlevering een product van Zocher jr. wordt genoemd. Ons bureau krijgt nogal eens dergelijke vermeende Zocher-aanleggen voorgeschoteld. Deze week was het weer raak. Een eigenaar van een pand aan de Westersingel benaderde ons bureau om te vragen of er volgens ons in de achtertuin wat veranderd kon worden, wetende dat deze tuin was aangelegd door Zocher jr. (1791-1870). Ik keek op Internet naar foto’s van huis en tuin (op Funda, het pand was nog niet zo lang geleden verkocht) en had direct mijn twijfels. Er stond maar één boom in de tuin, en deze was niet zo oud dat hij in de tijd van Zocher jr. (vóór 1870) geplant kon zijn. De stijl van de tuin deed wel Zocheriaans aan.

Ik vroeg de eigenaar naar het bouwjaar van het huis en dit bleek 1877 te zijn, zeven jaar na Zochers dood. Ik vroeg naar bronnen die verwezen naar Zocher jr. als tuinarchitect en de eigenaar verwees mij naar de redengevende omschrijving van huis en tuin, want het bleek een gemeentelijk monument te zijn, gelegen aan de Westersingel.  In de omschrijving is te lezen: “De singel werd aangelegd in het kader van het ‘waterproject’ van directeur gemeentelijke werken en stadsarchitect W.N. Rose in samenwerking met het hoogheemraadschap Schieland.

(verder lezen onder foto)

Westersingel Rotterdam. Foto Wikipedia

De singel, met in het midden een wetering en aan weerszijde schuin oplopende taluds, kreeg een beplanting in Engelse landschapstijl naar ontwerp van J.D.Zocher jr…. … In de tuin komt de oorspronkelijke indeling en beplanting voor een groot deel overeen met het ontwerp van de singel door J.D.Zocher jr…. … Het woonhuis is eveneens van cultuurhistorische waarde door de indeling en beplanting van de achtertuin waarvan wordt aangenomen dat het ontwerp van  J.D.Zocher jr.  is door de overeenkomst met het ontwerp van de groenstroken aan de Westersingel.”

Achtertuin in “Zocherstijl”, aangepast aan vroegere ontwerp van taluds langs Westersingel. Foto Funda

Ter info wordt onderaan de beschrijving nog geschreven: :… …  de info, dat het ontwerp van de tuin van Zocher jr.  is,  komt van de neef van de familie die oorspronkelijk eigenaar was van het pand. Waarschijnlijk heeft hij een ontwerptekening van het Westersingelpark gezien in het Stadsarchief. Mogelijk heeft hij de tuin opnieuw aangelegd.

De laatste opmerking over de neef die een tekening zou hebben gezien, is typisch een opmerking die valt onder “mondlinge overlevering”, die niet te controleren valt.

Al met al kunnen we constateren dat de tuin niet aanwijsbaar van Zocher jr. is, maar dat deze in stijl overeenkomt met de stijl van het oorspronkelijke singelpark waarlangs het huis is gelegen en die was vorm gegeven door J. D. Zocher jr.  Waarschijnlijk is de tuin in de twintigste eeuw ontworpen in de stijl van Zocher jr. of is een deel van het oude padenpatroon toch nog vaag teruggevonden en is dat de basis geweest voor een nieuw tuinontwerp, want zoals gezegd er zijn geen oude bomen die aantonen dat de tuin uit de tijd van Zocher jr. dateert.