Categoriearchief: Interieur

DEFTIGE DIEREN OP KASTEEL AMERONGEN

Kasteel Amerongen. Zwaan en fazant op tafel l in eetzaal Kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger

Vandaag (11 juli 2019) heb ik een bezoek gebracht aan de tentoonstelling ‘Deftige Dieren’ op Kasteel Amerongen. Ook wilde ik even de buxus-figuren en buxus-randen in de tuin inspecteren, omdat de buxus zoals bekend op vele plaatsen in Nederland is aangetast door de Buxusmot. De tentoonstelling biedt een zicht op vele adellijke dieren zoals paarden, (jacht)honden, poezen, wild, herten, vogels, gevogelte op tafel, konijnen, etc. etc. en dit alles op schilderijen, pastels, tekeningen en gravures, wandtapijten, in stucwerk, houtsnijwerk, zilverwerk, ingelegde kasten, en nog veel meer.

Het bezoek aan de tentoonstelling is alleen mogelijk met een rondleiding, misschien wat minder vrij, maar aan de andere kant hoor en zie je bij rondleidingen misschien toch weer dingen die je nog niet wist. Dat was inderdaad het geval voor mij wat betreft de wandtapijten. In de ‘gobelin’-kamer, die volgens de gids niet zo mag heten want de wandtapijten in deze kamer zijn geen echte gobelins, d.w.z. niet gemaakt in de ‘Manufacture des Gobelins’ in Parijs. Deze kamer is in opdracht van Godard Graaf van Aldenburg Bentinck door architect Pierre Cuypers heringericht en misschien zijn de wandtapijten ook wel door hem naar Amerongen gehaald, maar ze dateren niet uit de tijd van Cuypers, maar volgens de gids vermoedelijk uit het eind van de 17de eeuw. Opmerkelijk is dat de kleuren voor 17de eeuwse tapijten heel erg helder zijn gebleven. De ‘Engelen’ van Kasteel Amerongen hebben met hun bekende ‘engelengeduld’ hier heel lang met heel veel zorg en toewijding aan gewerkt. Dat verdient alle lof!

“Gobelinkamer’ van Kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger

Tenslotte nog een paar plaatjes van het prachtige 17de eeuwse stucwerk in de Grote zaal (Tuinzaal) en van het bruggen-restauratie-project.

Stucwerk in de Grote Zaal van Kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger
Man op vlot bezig aan onderhoud van een van de bruggen over de kasteelgracht van kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger

Ik kan iedereen aanraden de tentoonstelling en het kasteel te bezoeken. En misschien na afloop ook nog een kijkje in de stallen te nemen, waar de paarden werden verzorgd en hun eigen plekje hadden. Nu is het hier heerlijk om een glaasje of iets anders te nuttigen. Als u ook in de tuinen geïnteresseerd bent, dan is het aan te raden dit bezoek te combineren met de paarden- en hondengraven (aangegeven op de plattegrond).

Zie ook de website van Kasteel Amerongen.

Ook simpele adviezen kunnen nieuws opleveren 1-3

Het geven van groen-erfgoed-adviezen is ook een belangrijke taak binnen onze werkzaamheden. Dat kunnen adviezen zijn in de vorm van degelijke rapporten, soms in samen werking met een tuinarchitectenbureau, maar het kunnen ook heel simpele adviezen zijn, die wij zelf nauwelijks als advies beschouwen. Toch is het interessant hier eens te melden waar die kleine adviezen over kunnen gaan en waarom die ook zowel voor de adviesaanvrager als voor ons eigen bureau belangrijk kunnen zijn. Ik geef hier een paar vragen die ons de afgelopen maand werden gesteld.

  1. Jorn en Lia Copijn vroegen of wij intermediair wilden zijn bij het zoeken naar een goede bestemming voor hun Copijn-ontwerpen. We hebben daar een hele middag over gepraat en alle voors en tegens tegen elkaar afgewogen. Het gesprek eindigde in een advies waarmee ze verder konden en ook wij hielden er iets leuks aan over, namelijk prachtige foto’s die we vast wel eens kunnen gebruiken van een wand en een deur met cementrustiek versierd, in hun serre in Groenekan, al minstens 100 tot 150 jaar oud. We kenden al zo’n wand op buitenplaats De Treek; jammergenoeg schijnt deze nu achter een houten wand te zijn weggewerkt. De huidige eigenaren zagen kennelijk de waarde er niet van in.

2. Een tweede adviesje betreft de vraag van een lid van de Historische Vereniging Oud-Rhenen, die de historische stad Rhenen digitaal aan het herbouwen is. De vraag luidde: “Heb je nog tijd kunnen vinden om na te denken over de beplanting van de Koningstuin? Bijgaande schets heb ik gebruikt om deze tuin te reconstrueren op de Veerwei.”

Het antwoord dat door ons gegeven werd: De plattegrond langs de Veerweg is duidelijk ingedeeld in 2 delen, bovenste deel bomen en onderste deel grote tuinbedden. De ‘boomgaard’ kun je natuurlijk makkelijk ook in 4 of 8 delen opsplitsen en dan beplanten met vruchtbomen: appels (Malus domestica), peren (Pyrus communis), kersen (Prunis cerasifera), pruimen (Prunus domestica), walnoten (Juglans regia). Ook vijg (Ficus carica).

Maar je zou ook voor andere bomen kunnen kiezen, die om welke reden dan ook (brandhout, timmerhout, landbouwhout, tuinhout, siertuinen) gebruikt werden. Wilg (Salix alba); Westerse plataan (Platanus occidentalis), Es (Fraxinus excelsior), Sneeuwbal (Viburnum lantana), Gelderse Roos (Viburnum opulus).

En dan voor de nuttige planten in de groenten- en kruidenbedden een keuze uit: selderij, asperge, andijvie, meloenen, peterselie, wortelen, venkel, sla, munt, mirte, tabak, marjolein, pastinaak, bonen (Phaseolus), erwten (Pisum), kruisbes, rozemarijn, meekrap (verfplant), tomaten, aardappel, misschien een vakje tulpen voor de potten in de tuin (Duc van Tol), veldsla.

Je kunt in Google gewoon de bomen of planten met nederlandse of latijnse naam intikken en dan eens zoeken naar geschikte plaatjes.

Voor de zekerheid doe ik als Bijlage de lijst planten erbij die in 1594 in de Leidse Hortus werden gekweekt (deze voorlopige lijst was ook nieuw voor mij en is nog niet gepubliceerd) èn een prachtig gidsje (dat ik nog niet kende!) dat een overzicht geeft van de activiteiten in de Leidse Hortus gedurende de 16de tot de 21ste eeuw.

Catalogus ISSUU Hortus Botanicus Leiden 425 jaar. Leiden, 2015.

3. Op Palmpaaszaterdag verzorgde ik een lezing op het Symposium van het Tuinhistorisch Genootschap Cascade, getiteld ‘Overwegingen bij het herstellen van Stadstuinen uit de barok, gezien door de ogen van een 21ste eeuwer’. De voorlopige conclusie van de lezing kwam er op neer dat historische stadstuinen in de 17de/18de eeuw werden ontworpen op basis van de architectuurstijl van het bijbehorende huis en dat restauratie- of renovatie-ontwerpers van die tuinen nu veel eerder kijken naar de functie van het huis. Kortom vorm volgt functie. Een mooi voorbeeld is de tuin van het Huis van Staat of Johan de Witthuis in Den Haag. Op een kadasterkaart uit 1820 is te zien dat op de grens van de achtertuin van het Johan de Witthuis met het stallengenbouw achterin de tuin, op de middenas een achthoek is te zien. Dit zal zeker een uitbouw van het stalgebouw (met woning op de eerste etage voor de koetsier) voorstellen, in de vorm van een achthoekige koepel. Tot voor kort was er ook op die plaats achterin de tuin een achthoekig plateau’tje waarop een tuinbeeld was geplaatst, duidelijk een verwijzing naar de 18de of 19de eeuwse achthoekige koepel, maar door niemand meer begrepen na 200 jaar. Dat plateau’tje is nu verdwenen, maar voor ons was de kadasterkaart met die aanduiding een ontdekking, waardoor weer eens duidelijk werd dat kadasterkaarten ontwerpgeheimen kunnen bevatten. De nieuwe ontwerpers (Delva Tuinarchitecten) waren niet meer op zoek naar historische resten in de tuin, maar waren geconcentreerd op heel andere zaken.

Het Rijksvastgoedbedrijf schrijft hierover:

“Deze nieuwe klassieke klimaat-adaptieve tuin bij het Johan de Witthuis in Den Haag presenteert het verhaal van Nederland. In de ‘Hortus Fabulae’, de tuin van het verhaal, is het huis onlosmakelijk verbonden met zijn buitenruimte. Een tuin die reflecteert op de innovatieve gedachten van De Witt en het verhaal vertelt van Nederland in de Gouden Eeuw. De tuin toont de topografie van Nederland in een reeks stalen elementen, verwerkt in een zee van bolvormige bloemen. Het ontwerp wordt gerealiseerd met een scherp oog voor detail en duurzaamheid in materialen. Op deze manier staat de tuin voor Nederlands vakmanschap”.

Het is een tuin geworden die refereert aan groepen mensen die in de tuin samenkomen en vergaderen (zitjes) en een tuin die staat voor Nederlands vakmanschap en duurzaamheid. De middenstrook van de tuin stelt het Nederlandse landschap voor van West naar Oost, van de `Noordzee, over de Veluwe naar de Sallandse Heuvelrug. De vijver aan de kant van het huis vangt het regenwater op en door middel van capillaire werking wordt de strook beplanting erachter vanzelf gevoed en vochtig gehouden.

Tuin Johan de Witthuis in uitvoering (boven) en ontwerpbeeld (onder).
Ontwerp Delva Tuinarchitecten.

WORDT VERVOLGD met nog enkele kleine opdrachten en adviezen.

*Plantencatalogus Medische Tuin Haarlem, 1784;

*Brakestein Texel;

*Beschermd Dorpsgezicht Nederhemert

*Folder over de tuinarchitect Leonard Springer

‘Fraeylemaborg: Verborgen schoonheid op Fraeylema’

Fototentoonstelling Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier

09 FEBRUARI 2019 T/M 19 MEI 2019
(overgenomen van https://fraeylemaborg.nl)

Wat zijn er door de jaren heen veel foto’s gemaakt van de Fraeylemaborg! Een hele kunst om daar wat nieuws en origineels aan toe te voegen. Dat is fotografe Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier gelukt.
Vanaf 9 februari 2019 is er een bijzondere tentoonstelling van haar werk te zien in het Koetshuis van de Fraeylemaborg. Deze Amsterdamse fotografe is onder meer bekend door haar tijdloze zwart-wit foto’s van interieurs van Amsterdamse grachtenpanden. In 2014 verscheen haar geprezen publicatie ‘Verborgen schoonheid’, met foto’s uit de eeuwenoude huizen Van Brienen, Van Loon en Willet-Holthuysen.
Reden voor de Fraeylemaborg om deze fotografe uit te nodigen in Slochteren. De afgelopen twee jaar fotografeerde Marie-Jeanne in alle seizoenen de Fraeylemaborg, zowel binnen als buiten.
Ook hier werkte ze in zwart-wit, maar met haar Hasselbladcamera maakte ze nu ook warme verstorven kleurenopnames.

De verstilde foto’s in Amsterdam en in Slochteren laten een wereld van schoonheid zien, soms vol grandeur en andere keren heel eenvoudig. Soms gaat het om een doorkijkje in een fraai vertrek, soms om een detail van een kristallen glas, dan weer de lichtpatronen op een oude plavuizenvloer.
Marie-Jeanne fotografeert zonder kunstlicht en maakt gebruik van het steeds veranderende invallende (zon)licht. Urenlang wacht ze in een kamer op de juiste lichtval voor het maximale resultaat.
Een mooi voorbeeld is het 18de eeuwse marmeren beeld van een tuinnimf in de Grote Zaal van de Fraeylemaborg. In de korte tijd dat het zonlicht dagelijks op dit beeld valt maakte de fotografe close-ups waarbij je de poriën op de arm kan zien als bij een levend model.
Marie-Jeanne is een perfectioniste met oog voor detail. Kernwoorden van haar geheel eigen stijl zijn: soberheid, licht, schoonheid, verstilling en afgestemde kleuren. In de tentoonstelling zijn naast veel interieurs ook tijdloze stillevens te zien, onder de noemer “Contemplation”.

Zie ook https://marie-jeannefotografie.nl/

Wat een aparte Monumentendag 2018.

MONUMENTENDAG 2018 IN RHENEN

Samengesteld balkenplafond in de trouwzaal van het Oude Raadhuis te Rhenen, het nieuwe stadsmuseum

Mijn Monumentendag 2018 was heel verrassend. Natuurlijk was ik al veel vaker in Rhenen op Monumentendag door de stad gelopen. Bekend is dat de Delftse School het goed doet in onze stad, omdat Rhenen tot twee maal toe verwoest en herbouwd is als gevolg van de Tweede Wereldoorlog.

Maar vandaag stond in Rhenen niet de Delftse School centraal maar het nieuwe Stadsmuseum (in het Oude Raadhuis, gisteren voor een deel officieel geopend) en de tentoonstelling van de kaartencollectie van Henk Deys. Zeer de moeite waard. Prachtige Catalogus. Rhenen op de Kaart: De kaartencollectie van Henk Deys. (Publicatie bij de eerste tentoonstelling in het nieuwe Stadsmuseum Rhenen, 2018, 35 p.).

Opmerkelijk vond ik ook de plafondschildering in het Oude stadhuis, die is aangebracht op basis van vondsten tijdens de restauratie in 1967. Gestileerde ranken en bloemen in groen, oranjerood en oker doen in eerste instantie vermoeden dat we te maken hebben met een plafond uit de renaissance, maar men houdt het op een oorspronkelijk 19de eeuwse plafond in renaissance trant (zie eerste foto).

Naast het oude Raadhuis is een tuintje gelegen dat men via een poortje betreedt. Helaas is ook hier  de buxus volledig aangetast door de buxus-mot (Buxus-rups). Niets aan te doen als het zover is als in deze tuin. Advies: alles eruit en  (zoals in de tuinen van Het Loo) alles herplanten met Ilex crenata.

Tuinpoort naast Oude Raadhuis Rhenen, met sluitstuk mogelijk van het Koningshuis

Tuin bij Oude stadhuis Rhenen, aangetast door Buxus-rups

In tegenstelling tot de bouwfragmenten, die vandaag ‘onthuld’ zijn vóór het appartementencomplex Het Koningshuis, is het bouwfragment boven dit tuinpoortje hoogstwaarschijnlijk wèl afkomstig van het voormalige paleis van Frederik V van de Palts.

De fragmenten (twee voluten en twee wapenleeuwtjes) in het monument bij Het Koningshuis blijken bij nader inzien niet afkomstig te zijn van Het Koningshuis, maar waarschijnlijker van de Westpoort, die overigens vlakbij het Koningshuis stond. Zie de laatste tekening (detail) van Andreas Schelfhout (hieronder).

Andreas Schelfhout. De Westpoort te Rhenen. Ca. 1820. Collectie RKD. Detail. Twee voluten en twee leeuwtjes  als decoratie van de westpoort en  nu deel uitmakend van een monument vóór het aooartementencomplex Het Koningshuis

Soestdijk-Made by Holland- uitverkoren

Helaas is de keus over de toekomst van Paleis Soestdijk NIET gevallen op ons mooie plan SOESTDIJK, BUITENPLAATS VAN NEDERLAND.

Wij kregen vandaag (8 JUNI) bericht van het Rijksvastgoedbedrijf dat het paleis gegund zal worden aan de groep MADE BY HOLLAND. Zie hieronder meer over de bedoelingen van deze inzending. De beslissing is genomen op basis van het HOOGSTE BOD en dat kwam van hen.

Ondanks deze grote teleurstelling was het een mooi avontuur om ons plan met zovelen vorm te mogen vorm geven.
Heel veel dank aan iedereen die zijn kennis en ervaring voor onze groep heeft ingezet.

ZIE HIERONDER MEER OVER MADE BY HOLLAND:

MADE BY HOLLAND:

Motivering op de bieding van Made By Holland Landgoed Soestdijk: platform en etalage van innoverend en ondernemend Nederland

Landgoed Soestdijk: platform en etalage van innoverend en ondernemend Nederland

Made By Holland speelt in op een maatschappelijke behoefte die binnen Nederland leeft. Nederlandse bedrijven, wetenschappelijke instituten en kennisorganisaties onderscheiden zich internationaal met die competenties, op meerdere terreinen: van waterbeheersing tot offshore, van agricultuur en voeding tot mode en design, van duurzame energie tot gaming. Op Soestdijk presenteren ze zich aan elkaar en aan alle Nederlanders. Gerenommeerde partijen en starters komen er in contact met elkaar en met investeerders.

Zo zetten we met Made By Holland de schijnwerpers op de innovatiekracht en de excellente prestaties van Nederlandse bedrijven en kennisorganisaties. Nieuwe initiatieven krijgen een plek en worden daarmee toegankelijk gemaakt voor een breed publiek, op zakelijke doelgroepen en ook op investeerders in jong talent en buitenlandse handelspartners.

Made By Holland: innovatieplatform waar nieuwe arrangementen en allianties ontstaan

Op Soestdijk is straks ruimte en inspiratie voor iedereen die kan en wil bijdragen aan consolidatie en uitbouw van Nederland als innovatieland.

Met begeleiding, coaching en financiële accommodatie wordt de weg geopend om dromen werkelijkheid te laten worden. Dat is juist nu van belang, omdat het steeds moeilijker wordt om steun te vinden voor de realisatie van een goed idee. Op Soestdijk zullen nieuwe arrangementen en allianties ontstaan.

Made By Holland: ontmoeten, genieten en verblijven voor iedereen

Het landgoed wordt in samenhang ontwikkeld, waarbij het unieke karakter van het ensemble onaangetast blijft. Aan de iconische kwaliteit en de bijzondere schoonheid van Soestdijk wordt zo een nieuwe laag toegevoegd.

Het Paleis biedt allerlei mogelijkheden voor zakelijke activiteiten, al of niet besloten. Maar ook het publiek krijgt de ruimte om het Paleis en het Park te bekijken en van de actuele thema’s te genieten. Steeds wisselende bedrijven en (kennis)instellingen manifesteren zich voor kortere of langere tijd in de Paleisvleugels. In de ‘Proeftuin’ vormen historische gebouwtjes als het sportpaviljoen, het speelhuisje, de watertoren, het châlet en de ijskelder én een aantal nieuwe tijdelijke follies visueel aantrekkelijke, interactieve onderdelen van Made By Holland.De Parade met hotel, restaurant, evenementenlocatie en nieuw parkeerterrein

Behalve in het Paleis en de Oranjerie komen ook aan de overzijde van de Amsterdamsestraatweg (de Parade) verschillende horecaconcepten, o.a. in de Koninklijke Stallen. Van koffiebar, zonnig terras tot brasserie: qua entourage allemaal state of the art, in lijn met het alomvattende concept. Groente, fruit, eieren et cetera komen zoveel mogelijk uit de eigen gaarden en tuinen.

In de monumenten in de Parade en op de verdieping van het Paleis kan men ‘Koninklijk’ overnachten.

Geschenk aan Johan D. Zocher sr. en aan Carel G. Zocher

Geschenk 1) van Lodewijk Napoleon aan Johan D. Zocher en 2) van Karel G. Zocher aan zijn neef Louis Paul Zocher.

Empire kandelaar ontvangen als geschenk van Lodewijk Napoleon. Ca. 1810. Part. Collectie.

Geweer met bajonet met draagriem van L.P. Zocher met de opdracht: “aan L.P. ZOCHER ter GEDACHTENIS aan den TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT in AUGUSTUS 1831 van K.G. ZOCHER”.

Tijdens ons onderzoek komen we ook soms voorwerpen tegen die ogenschijnlijk niets te maken hebben met de prachtige parken en tuinen die de verschillende Zochers ons hebben nagelaten, maar die bij nadere bestudering toch vragen hebben opgeroepen in verband met hun werk.

Hierboven een van de twee Empire kandelaars, die Koning Lodewijk Napoleon als  dank voor bewezen diensten aan Zocher sr. ten geschenke heeft gegeven.  Hoezo?

Op 28 mei 1807 benoemde Koning Lodewijk Napoleon Zocher sr. tot hofarchitect, onder supervisie van de Franse architect en ‘controleur de nos bâtiments’ Jean Thomas Thibault en de Intendant General G. W. J. van Lamsweerde, die speciaal de verantwoordelijkheid voor de tuinen droeg tot 1 januari 1809, opgevolgd door J. A. Twent van Kortenbosch. De eerste opdracht betrof een reorganisatieplan voor de tuinen van het kroondomein van Koning Lodewijk Napoleon, Huis ten Bosch (1807), gevolgd door werkzaamheden aan Paleis Soesdijk (1808), Amelisweerd (1808), de loge in de hofkapel in het Paleis te Utrecht (vanaf 1807), en tenslotte Paviljoen Welgelegen te Haarlem (vanaf 1808/1809), met daarbij behorend de ‘Jardin Potager’.  In juli 1810 werd het Koninkrijk van Lodewijk Napoleon ontbonden en werd Nederland ingelijfd bij het Eerste Franse Keizerrijk.

Deze kandelaar is intussen bij de zesde generatie nageslacht van Johan D. Zocher sr. beland. Louis Zocher’s dochter Maria Elisabeth trouwde met Jacob Oolgaardt. Zijn eerste kleinkind Hanna Oolgaardt trouwde met Johan Willem Walraven van Ommeren. Hij kreeg één zoon met dezelfde naam en deze zoon kreeg drie kinderen, één zoon en twee dochters.

Het tweede geschenk betreft een geweer. In de collectie van het Rijksmuseum bevindt zich een geweer dat dienst heeft gedaan tijdens de Tiendaagse Veldtocht (2-12 augustus 1831, o.l.v. Koning Willem I, ter onderdrukking van de Belgische Opstand). Dit geweer is geschonken door Karel G. Zocher aan zijn neef Louis P. Zocher. De tekst op de draagriem luidt: “aan L.P. ZOCHER ter GEDACHTENIS aan den TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT in AUGUSTUS 1831 van K.G. ZOCHER”.  De vraag is nu hoe is Karel Zocher aan dit geweer gekomen? Zou dit kunnen betekenen dat Karel Zocher als vrijwilliger dienst heeft gedaan tijdens deze veldtocht? We tasten nog in het duister.  Iemand een idee dat ons verder kan brengen?

Jan D. Zocher geschilderd als lid van het Haarlems Teekencollegie

Adriaan van der Willigen (1766-1841), bekend schrijver en vriend van Zocher jr., vermeldt in zijn  boek Les artistes de Harlem; notices historiques avec un précis sur la gilde de St. Luc (1870), Zocher sr. als architect. Bekend is dat Zocher sr. op 14 juli 1789, de dag van de bestorming van de Bastille, werd ingeschreven in het St. Lucasgilde te Haarlem. Of hij als enige architect bij dit gilde lessen kon volgen in bouwkundig tekenen, is de vraag, maar wellicht heeft hij een netwerk kunnen opbouwen en kwam hij door dit lidmaatschap aan zijn eerste opdrachten. Het is ook mogelijk dat hij  bouwkundig onderwijs (bouwkunde en perspectiefleer) ontving op de Haarlemse Tekenacademie, die in 1772 in Haarlem was opgericht en evenals het Haarlemse St.Lukasgilde in 1795 werd opgeheven.

Wybrand Hendriks. Directeuren en werkende leden van het Haarlemse Teekencollegie. 1799. Coll. Teylers Museum

In 1796 bleek Haarlem toch niet zonder tekenonderwijs te kunnen, zodat een nieuwe academie werd opgericht, nu Teekencollegie genaamd.

Adriaan van der Willigen schrijft in zijn Geschiedenis der Vaderlandse Schilderkunst (1830-1840) over Jan David Zocher jr... … (hij) werd door zijnen vader tot het aanleggen van tuinen en lustplaatsen opgeleid, en tevens in de Bouw- en Teekenkunde onderwezen. Lang hebben we niet geweten waar deze laatste bijzin op sloeg. Nu is er toch een tipje van de sluier opgelicht.

Jan David jr. werd namelijk lid van het Haarlems Teekencollegie. Omstreeks 1807/1808 werd hij, 16 of 17 jaar jong, toegelaten. Vader Zocher was in die tijd tot hofarchitect van Koning Lodewijk Napoleon benoemd en heeft wellicht zijn invloed aangewend. Wybrand Hendriks, een van de directeuren van het collegie, maakte in 1799 het schilderij  ‘Directeuren en werkende leden van het Haarlemse Teekencollegie’ (Collectie Teylers Museum). Adriaan van der Willigen was toen nog geen directeur en Jan David Zocher zeker nog geen lid, maar toch staan zij op dit schilderij afgebeeld. Zij  moeten zijn toegevoegd na 1807, toen Adriaan tot directeur was benoemd en Zocher jr. lid was geworden. Adriaan van der Willigen staat met hoge hoed, links van de schoorsteen, wijzend naar de pleister-beelden op de schoorsteen. Zijn vriend Zocher staat achter hem. Moeilijk te zien, maar zijn kapsel doet wel denken aan het portretje van Johan Coenraad Hamburger hieronder.

(Literatuur: B.C. Sliggers. Augustijn Claterbos: opleiding en werk van een Haarlems kunstenaar. 1750-1828. Zwolle, 1990).

Studiemiddag: Omgaan met kastelen in oorlogstijd en erna

bronbeek

Ontvangen om door te geven:

De Nederlandse Kastelenstichting, Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats (NKS) nodigt u van harte uit voor een studiemiddag over ‘Omgaan met kastelen in oorlogstijd en erna:
bescherming, schade, herstel en herbestemming

Zaterdag 3 december | Landgoed Bronbeek Arnhem, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem.

Dagvoorzitter: Janneke van Dijk (MA)

Op 3 december sluit de NKS het jubileumjaar af. De afgelopen twaalf maanden zijn vele initiatieven ontplooid om kastelen en buitenplaatsen onder de aandacht te brengen van onderzoekers, beheerders en eigenaren en het brede publiek. Aanleiding voor de oprichting van de NKS was het oorlogsgeweld van 1940-1945. We sluiten NKS 70-jaar daarom ook af met het thema Omgaan met kastelen in oorlogstijd en erna. Op de toepasselijke locatie Bronbeek in Arnhem bieden we u een breed overzicht van het werk van de NKS, door drie lezingen van jonge onderzoekers. Vervolgens schetsen we de ontwikkelingen van kastelen en buitenplaatsen vanaf 1940, waarbij herbestemming centraal staat. We sluiten de middag met een schets van hoe ons erfgoed nu beschermd is voor oorlogs- en ander geweld.

Programma
13.00-13.30 uur Ontvangst
Thee en koffie

13.30-14.30 uur Rondleiding
Onder begeleiding van een gids door Museum/Landgoed Bronbeek

14.30-15.30 uur Opening en Lezingen
Opening door mw. drs. ir. Heidi van Limburg Stirum, directeur NKS

De NKS biedt ieder jaar aan een aantal jonge onderzoekers de mogelijkheid om aspecten van kastelen en buitenplaatsen in het kader van hun studie nader te onderzoeken. We beginnen met drie lezingen over lopende of net afgesloten studies.

Renaud, redder in nood? Onderzoek naar Renauds bijdrage aan de archeologie van kastelen in Nederland door mw. Annabelle de Gast BA. Annabelle de Gast volgt momenteel de Research master Archaeology aan de Universiteit van Amsterdam. In het kader van haar studie heeft zij onderzocht in hoeverre prof. dr. J.G.N. Renaud, hoogleraar kastelenkunde, heeft bijgedragen aan het archeologisch onderzoek van kastelen.

Beleving van het erfgoed, door mw. Susan de Jong Msc
De termen ‘erfgoed’ en ‘beleving’ worden steeds vaker aan elkaar gekoppeld. Door erfgoed kan het publiek het verleden beleven, een persoonlijke band met de geschiedenis ervaren. Wat bedoelen we eigenljk met ‘beleving’? Wat betekent beleving voor het erfgoed, voor de waardering, behoud en beheer en de rol van monumenten in onze maatschappij? Susan de Jong studeerde Planologie aan de Universiteit van Wageningen.

Hugo Poortman, Tuinarchitect, door mw. Merel Spruit
Rond 1700 werden buitenplaatsen als een ‘Gesamtkunstwerk’ aangelegd. Huis, interieur en tuin werden als een geheel ontworpen. Ook in de negentiende eeuw is sprake van ontwerprelaties tussen interieur en tuinen op buitenplaatsen. Paste de tuinarchitect Hugo Poortvliet die uitgangspunten ook toe en zo ja, hoe zag dat er bij hem uit? Merel Spruit studeert Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht.

15.30-15.45 uur Pauze
Thee en koffie

15.45-17.00 uur Vervolg lezingen

Nieuwe functies voor kastelen en buitenplaatsen, . door dr. Fred Vogelzang. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vele kastelen en buitenplaatsen gebruikt door de bezetter en later door de bevrijders. De gevolgen waren vaak zodanig, dat de eigenaren na 1945 hun bezit verkochten. Voor de zo vrijgekomen kastelen en buitenplaatsen werden nieuwe functies gezocht. Dat verschijnsel was niet nieuw, maar de schaal waarop het plaatsvond, was veel groter dan voorheen. In deze lezing wordt een overzicht gegeven van de herbestemmingen die ons monumentaal erfgoed de afgelopen 70 jaar heeft gekregen.

Erfgoed, oorlog en en natuurgeweld, door drs. Edwin Maes
Erfgoed, en zeker monumenten, zijn kwetsbaar. Dat wordt nergens zo duidelijk als tijdens oorlogen en natuurgeweld. Hoe zijn we daar in Nederland op voorbereid? Hoe gaan we in binnen- en buitenland om met erfgoed tijdens gewapende conflicten? Welke afspraken zijn daarover gemaakt? Een historische schets van de internationale bescherming van cultureel erfgoed en de opvallende rol die Nederland daarin speelt. Edwin Maes studeerde cultuurgeschiedenis in Utrecht. Hij is momenteel werkzaam als docent en onderzoeker bij de Sectie Cultuurhistorische Achtergronden & Informatie van de Koninklijke Landmacht en reserve-officier bij de Liaisongroep Cultureel Erfgoed binnen het Commando Landstrijdkrachten.

17.00-17.15 uur Afsluiting en uitreiking boek.
Afsluiting door mw. drs. ir. Heidi van Limburg Stirum

17.15-18.00 uur Borrel.
Napraten met een hapje en drankje.

Aanmelden
U kunt zich aanmelden tot uiterlijk 28 november via deze link.
De kosten voor de studiemiddag bedragen € 37,50 (voor studenten € 27,50). Het boek ‘Nieuwe functies voor kastelen en buitenplaatsen, Een eeuw herbestemming‘ is inbegrepen bij de prijs van de studiemiddag.
De bijdrage voor deze studiemiddag kunt u overmaken op rekening nummer IBAN NL24ABNA0470759267, ten name van de Nederlandse Kastelenstichting, te Wijk bij Duurstede, onder vermelding van ‘Studiemiddag Bronbeek’.

Plan “Soestdijk Buitenplaats van Nederland” door naar Finaleronde

dsc_7221Het team “Soestdijk Buitenplaats van Nederland”

Drie plannen voor een nieuwe bestemming van Soestdijk zijn naar de Finaleronde, te weten “Nationaal Ensemble Soestdijk”, “Eden Soestdijk” en Made by Holland” . Ons bureau maakt als adviseur deel uit van het consortium “Nationaal Ensemble Soestdijk”. We zijn dus zeer verheugd dat we weer een stapje dichterbij de verwezenlijking van “ons plan” zijn gekomen. Zie onze eerdere aankondiging van 2 juni 2016.

Minister Blok heeft gisteren aan de Tweede kamer een brief gestuurd met de boven beschreven uitkomst . Deze drie plannen voldoen alle drie aan de kwalitatieve eisen die gesteld waren door het Rijk, de Provincie Utrecht en de gemeenten Baarn en Soest. In de laatste ronde telt alleen nog het bedrag dat de partijen bieden. Dit bod moet voor 28 april 2017 worden uitgebracht. Wie het beste bod doet mag Soestdijk kopen en starten met zijn plannen.

Zie onderstaand Persbericht van het Consortium “Nationaal Ensemble Soestdijk”.

0001
0002
0003

Ithaka Prijs bekend

(deels overgenomen van de website van skbl.nl):
Uitreiking SKBL- Ithaka Prijs 2016:
1000_1000_6000_9789087045920-pcovr-vdbroekehofwijck_cover_001lr-3kopie
Er zijn 2 winnaars voor 2016 bekend gemaakt (12 oktober op De Vanenburg in Putten). Het Ithakastipendium werd niet uitgereikt, zodat het geld dat hiervoor was gereserveerd naar een tweede geselecteerd boek kon worden doorgeschoven.

Gisteren vond de uitreiking van de Ithakaprijs en het Ithakastipendium 2016 plaats (beide groot € 5.000,-). De laatste werd niet uitgereikt omdat er dit jaar geen passende inzending was. Het stipendium werd doorgeschoven naar de prijs en daarmee was er ruimte voor twee winnaars:

* Kees van der Leer en Henk Boers namen de prijs in ontvangst voor het boek Huygens’ Hofwijck. De buitenplaats van Constantijn en Christiaan. Volgens de jury: ‘het mooiste boek en meest fascinerende verhaal’.

*Martin van den Broeke kreeg voor het boek Het Pryeel van Zeeland. Buitenplaatsen op Walcheren 1600-1820 alle eer.  Volgens de jury: ‘wetenschappelijk de meest diepgaande en gedegen studie’. Zie ook onze aankondiging van dit boek 23 mei jl.

Oldenburgers Binnenstad en Buitenleven feliciteert beiden met hun wel verdiende prijs.