(284) Wij zijn met vakantie, maar willen onze trouwe lezers ook wel laten mee genieten met enkele mooie en interessante natuur en kunst die we zoal tegenkomen. Juliet reist in Italië (foto’s Paestum en Villa Oplontis) en Carla zit op het werkadres in Amsterdam (foto’s Rijksmuseumtuin en Tulpen ‘Museum’) Enige foto’s zeggen meer dan woorden.
Zie ook het al eerdere geplaatste Bericht op 28 april, https://www.oldenburgers.nl/2022/04/28/tuin-van-de-hesperiden-in-de-villa-poppaea-villa-oplontis/
(281) Juliet is met vakantie in Zuid-Italië. Zij gaat o.a. de villa’s en tuinen en fresco’s in Pompeï, Herculaneum en Oplontis (tegenwoordige naam Torre Annunziata) bezoeken. Oplontis ligt tussen Herculaneum en Pompeï, aan de baai van Napels.
Zoals iedereen waarschijnlijk wel weet bevatten de fresco’s in de Pompejaanse villa’s schitterende dieren- en planten-afbeeldingen, maar die van Oplontis zijn minder bekend misschien, of ze worden in één adem genoemd met Pompeï, zodat men zich niet altijd realiseert dat het om meer locaties gaat. Zie hieronder op het kaartje de ligging van de Romeinse plaatsen aangegeven.
De villa, die Juliet gisteren bezocht, heeft de naam Poppaea meegekregen, genoemd naar de tweede vrouw van Nero, Poppaea Sabina. Men denkt dat zij of haar familie de eigenaar van deze villa was. De villa is bekend door de fresco’s van de tweede en derde Pompejaanse stijl. Het huis bestaat uit een grote ontvangsthal, waarachter een peristylum (een centrale open hof door zuilen omgeven) en een atrium (overdekt woonvertrek) liggen. Grenzend hieraan ligt het caldarium (de baden). Annex liggen tuinen en een groot zwembad. Vanuit het zwembad kon men ook het viridarium (een tuin in de open lucht met een collectie levende bijzondere planten) zien.
Waarom zijn de tuinen in de door lava bedolven stadjes aan de baai van Napels nu voor ons zo interessant? Omdat de Romeinse vorm van de tuinen en de ‘relatie van tuin tot huis’ in de geschiedenis van de tuinarchitectuur zo bepalend (uitgangspunt voor classicistische tuinen) is geweest en omdat we uit de muurschilderingen kunnen leren wat de Romeinen in die tijd in hun tuinen kweekten. Natuurlijk is daar ook archeologisch veldonderzoek voor nodig, maar de muurschilderingen geven ons zeker aanvullende resultaten.
Op bovenstaande foto’s ziet men Heracles afgebeeld in de tuin van de Hesperiden (met bomen met gouden appels). Deze schildering is in de zgn. Derde stijl of Decoratieve stijl (25 v.C. – 40 A.D.). De afbeelding van de boomstammen en het gebladerte is realistisch en modern voor die tijd, alhoewel de bomen niet op citrusbomen (gouden appels) lijken. In de late Middeleeuwen zijn de boomvormen van Giotto overheersend en bepaald niet realistisch. Pas in de renaissance, in de tijd van de Vlaamse Primitieven wordt de natuur weer realistischer afgebeeld. Op de tweede foto zien we een pauw. Of deze in een kooi of volière (aviarium) gehouden werd of los in het peristylum zich kon bewegen is niet duidelijk. Hier zien we misschien de zuilen rond het peristylum.
Op de laatste foto wijst Juliet in een villatuin in Oplontis naar een versteende stronk van een verbrande boom. Even dichter bij het huis staat een versteende boomstam.
Tenslotte, n.a.v. deze Romeinse resten wil ik graag nog even op enkele oude boeken wijzen die terugwijzen naar de tuin van de Hesperiden en de tuin van George Clifford in Heemstede (De Hartekamp). In het boek van Commelyn worden alle bomen met gouden appels (limoenen en sinaasappels en citroenen) afgebeeld, genoemd en beschreven die in 1676 in Nederland bekend waren. Het boek van Linnaeus, het ViridariumCliffortianum beschrijft alle levende planten die in de tuin van George Clifford, op de buitenplaats De Hartekamp, werden gekweekt. in zijn boek Hortus Cliffortianus daarentegen worden veel méér planten beschreven, maar dat gaat alleen over herbarium-exemplaren.