Wie is de prinses van de Prinsessetuin en waar is zij gebleven? We bestudeerden onlangs voor een onderzoekje en een lezing de geschiedenis van de Prinsessentuin in Wassenaar op landgoed De Paauw (terzijde van het Raadhuis van Wassenaar). In het tempeltje stond tot voor kort een beeld van Victoria (of moet zij een engel voorstellen?), maar dit is niet het originele beeld wat daar halverwege de 19de eeuw werd geplaatst.
Victoria met een lauwerkrans in de rechterhand en een palmtak in de andere, is pas na de renovatie van de tuin in de jaren vijftig (Hein Otto, 1951) op die plaats terecht gekomen. Momenteel is de tempel, wachtend op restauratie, dichtgetimmerd en de bijzonder gracieuse Victoria is door vandalen verruïneerd en zal waarschijnlijk niet meer in de tempel terugkeren. Het beeld is een zinken afgietsel van een oorspronkelijk marmeren beeld van Christian Daniel Rauch (ca. 1837), een zeer bekende Duitse beeldhouwer met een eigen museum in Arolsen. Het stond oorspronkelijk in het ‘Victoria-vak’, een deeltuin met oranjebomen en stamrozen, en later in de rododendrontuin.
Maar Victoria is niet de prinses naar wie de Prinsessetuin is genoemd. Oorspronkelijk hoort zij niet in het tempeltje thuis. Prins Frederik, de broer van de latere Koning Willem II, kocht in 1838 landgoed De Paauw en de aangrenzende buitenplaatsen Backershagen, Raaphorst, Ter Horst, en tenslotte Eikenhorst en Groot Hasenbroek. Hij was getrouwd met zijn nicht Prinses Louise van Pruisen en zelf opgevoed aan het Hof te Berlijn. Zij waren beiden erg gehecht aan de streek waar ze in hun jeugd verbleven, Berlin en Potsdam, met name Schloss Charlottenburg en Schloss Sanssouci. Aan de hoven van Berlin en Potsdam waren in hun tijd de architecten K.F. Schinkel, L. Persius, F.A. Stüler en Hermann Wentzel zeer gezien en Frederik en Louise kozen voor de laatste om hun paradijs in Wassenaar aan te leggen. In 1851 lieten zij hem overkomen voor de inrichting van de tuin. Hij maakte schetsen voor de Paradiesgärtchen of Prinsessetuin, die in zijn Architectonisches Skizzenbuch van 1858 werden gepubliceerd. Dankzij deze ‘schetsen’ hebben we een goed idee van de sfeer van de tuin en welke tuinornamenten erin hebben gestaan. Behalve de tempel zijn ze alle verdwenen.
Een van deze schetsen (bovenstaand) stelt het tempeltje voor met een marmeren beeld van een jonge vrouw. Het beeld, weliswaar iets anders uitgevoerd dan op de schets van Wentzel (zie hieronder een foto uit Gemeentearchief Wassenaar ca. 1935), is niet behouden.
Bureau Wevers & Van Luipen deed nader onderzoek om de beeldhouwer en de betekenis van het beeld te achterhalen. Wie was deze vrouw in het tempeltje van De Paauw? Zij constateerden dat het beeld De Hoop (Spes) voorstelt, die meestal wordt afgebeeld met een bloem in haar hand, en dat het is gemaakt door de beeldhouwer Berthel Thorvaldsen, een Deens beeldhouwer die bevriend was met de architect Schinkel. Het werd oorspronkelijk vervaardigd voor het familiegraf van de Von Humboldts.
Beeld Spes van Berthel Thorvaldsen (Thorvaldsen Museum Kopenhagen)
Dit beeld, dat dus vanaf ca.1858 tot de Tweede Wereldoorlog in de Paradijstuin of Prinsessentuin heeft gestaan, roept de vraag op waarom het thema van De Hoop is gekozen. De tempel had een centrale plaats in de tuin en Frederik kon er vanuit zijn studeerkamer via het beukenlaantje van genieten. Stelde Spes soms in zijn gedachten Prinses Louise voor? Zijn hoop op het paradijs? Is ‘De Hoop’ de personificatie van Prinses Louise?