Piet Oudolf Stadsmuseum Doetinchem

Tentoonstelling: 25 juni t/m 29 oktober 2016

process-of-making-01Ontwerp van Piet Oudolf. Foto Piet Oudolf

673fcc40-35e4-4c23-9582-27c380048ce1_the-high-line3

The High Line New York. Foto Piet Oudolf

(overgenomen van de website stadsmuseumdoetinchem.nl);

Onder de rook van Doetinchem, in Hummelo, woont één van ’s werelds beroemdste tuin- en landschapsontwerpers: Piet Oudolf.

Zijn tuinen zijn tot ver over onze landsgrenzen bekend en geprezen. In Engeland, Zweden en de Verenigde Staten geniet Piet Oudolf inmiddels aanzienlijke bekendheid, waarvan de Highline en de The Battery, beide in New York bij het grote publiek waarschijnlijk het bekendst zijn.

Het Stadsmuseum Doetinchem wil met deze tentoonstelling aandacht schenken aan het werk van Piet Oudolf en zijn verdienste op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur. In de tentoonstelling zijn niet alleen een groot aantal foto’s te zien. Ook diverse originele ontwerptekeningen op transparanten zullen worden getoond. En wist u dat Piet Oudolf een mooie verzameling Vinyl Toys heeft? Een greep uit deze collectie zal eveneens te zien zijn.

Als u, zoals zovele anderen, geïnspireerd bent geraakt door het werk van Piet Oudolf, zijn privé tuin is tussen juni en oktober te bezoeken op donderdag, vrijdag en zaterdag tussen 11 en 16 uur tegen een geringe vergoeding (voor actuele openingstijden en nieuws, bezoek de website www.oudolf.com.

Bibliografie VNK 2016 gepubliceerd

voorkant-bibliografie-300x212De Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK) heeft haar Bibliografie 2016 (over 2011-2015) gepubliceerd.  klik hier.

In de bibliografie zijn publicaties te vinden over architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening, tuin- en landschaparchitectuur, monumentenzorg en bouwhistorie door de eeuwen heen. Ook Cascade Bulletin heeft als naslagwerk gediend.
Heleen Kooijman heeft de VNK Bibliografie van 2016 samengesteld. Deze VNK-bibliografie laat de productiviteit zien van Nederlandse kunsthistorici (2011-2015) die werken met architectuur, stedenbouw en ruimtelijk ordening, tuin- en landschapsarchitectuur, monumentenzorg en bouwhistorie door de eeuwen heen. Gabri van Tussenbroek verzorgde de inleiding voor de bibliografie. Voor de uitreiking van de Karel van Manderprijs in november 2016 wordt de bibliografie als eerste leidraad gebruikt.

Boek Copijn op shortlist René Pechère-prijs.

Copijn (1763-2013) Tweehonderdvijftig jaar tuinlieden, boomkwekers, boomverzorgers, tuin- en landschapsarchitecten. Auteur Mariette Kamphuis. Rotterdam, Uitgeverij De Hef, 2015.

Aan dit boek verleenden ook wij onze medewerking (plantenadviezen en redactionele adviezen).

Unknown-1

Dit boek is genomineerd voor de prestigieuze René Pechèreprijs, een internationale jaarlijkse prijs voor het beste boek (Frans- of Nederlandstalig) op gebied van tuin- en landschapsarchitectuur. Aanvankelijk stonden 32 boeken op de longlist, nu op de shortlist nog 5!! Zaterdag 25 juni prijsuitreiking in Brussel.

Overige genomineerden zijn:

  • Dijken van Nederland (naiOIO) / Eric-Jan Pleijster en Cees van der Veeken (LOLA Landscape Architects).
  • Leren Kijken (Blauwdruk) / Meto J. Vroom.
  • Duurzame landschapsarchitectuur (Blauwdruk) / NVTL-commissie Vakontwikkeling (red.).
  • Kasteeldomeinen in de Zuidelijke Westhoek [West-Vlaanderen].(Lannoo) / Steven Heyde.

Uitslag op ons Bericht van 26 juni. Zie daar.

Baron van Brakell en J.J.Rousseau (grafeiland)

Volkomen onverwacht kwam ik deze week op een voor mij onbekend klein landgoed, genaamd Den Eng, in Lienden/Ommeren (gem. Buren) terecht. Hier woonde in de 19de eeuw Baron van Brakell van den Engh. Hij stierf kinderloos en liet een grote som geld na, goed voor de stichting van een heemkundig museum, sinds 2015 veranderd in ‘Streekmuseum Baron van Brakell’. Hij en zijn vrouw liggen begraven onder een grote opmerkelijke grafsteen op een eilandje in het landschapspark. Ongetwijfeld is J.J.Rousseau hun grote inspirator geweest.

Andere grafeilanden in Gelderland zijn te vinden op de buitenplaatsen Biljoen (Velp) en Kasteel Staverden in Staverden bij Ermelo.

IMG_0723

Brugje naar het grafeiland op Den Eng.

(overgenomen van de website van Geldersch Landschap en aangevuld):

Baron van Brakell liet een bijzondere modellencollectie aanleggen van miniatuur landbouwwerktuigen. Deze bewaard gebleven verzameling zette hij in bij lezingen en bijeenkomsten om zijn kennis van landbouwtechniek te kunnen uitdragen.

Het landgoed besloeg rond het midden van de 19de eeuw bijna 150 hectare, meest bouwland en bos, maar ook boomgaarden en grasland, verspreid over de omgeving. Later is het bos grotendeels omgezet in boomgaard en landbouwgrond, tot aan het eind van de 19de eeuw alleen nog het huidige parkbos resteerde. In 1949 deed Staatsbosbeheer het voorstel om de resterende oorspronkelijk hoogstamboomgaarden in het park te veranderen in bos. De vier zuidelijke percelen werden toen gerooid en bebost. Geleidelijk verdween ook de rest, de laatste boomgaard in 1969. In 1972 werd het nog steeds aanwezige hertenkampje met damherten in het bos aangelegd.

Het parkbos werd na het overlijden van mevrouw Van Brakell [Albertina Frederika Clara Johanna Barones van Neukirchen Genaamd Nyvenheim, 1804-1892] toevertrouwd aan het volgens het testament in te stellen Fonds tot Hulpbetoon aan de Arbeidende Klasse van de buurtschap Meerten. Een bepaling uit het testament was dat Den Eng nooit mocht worden verkocht. Omdat het bestuur van het Fonds tot Hulpbetoon het beheer wilde overdragen aan een gespecialiseerde organisatie werd het landgoed in 1990 aan Geldersch Landschap in erfpacht uitgegeven.

Het ‘bosplantsoen’, ook wel de ‘wandeling’ genoemd, was Van Brakell zeer dierbaar. In het bos stond op een heuveltje zijn kerkje. Na de dood van Van Brakell {1865] raakte het kerkje in onbruik. Het werd door de bliksem getroffen en werd uiteindelijk in 1944 door de Duitsers bij wijze van oefening in puin geschoten.

In de vijver ligt een grafeiland, waar Van Brakell en zijn vrouw liggen begraven. Achter de vijver ligt nog een heuveltje, hier werden zijn paarden begraven.

IMG_0727

‘Hieronder rusten  /  F.L.W. van Brakell / geb.8 april 1788 / ontslapen 11 augustus 1865 / en  / A.F.C.J. van Brakell / geb. van Nijverheim / den 4 sept. 1804 / overleden 1 febr 1892’.

Bij de aanleg bestond het parkje uit een verzameling fraaie parkbomen, zoals zuileik, varenbeuk, kroesbladige beuk en treurbeuk, en bijzondere soorten als ginkgo en tulpenboom.       Vele van de oorspronkelijk aangeplante bomen zijn nog aanwezig en hebben een respectabele leeftijd. In het arboretum zijn onlangs goudenregen, varenbeuk, amberboom en doodsbeenderenboom opnieuw aangeplant. In het bos stond vroeger een lage stenen tafel, de Dobbelsteen genoemd. Dit was een ontmoetingsplek voor veel Meertenaren, die er onder andere dobbelden.

Zie hier over Baron van Brakell en zijn landbouwinteresse.

 

Monitoring Groen Erfgoed

Unknown

(overgenomen uit Erfgoedstem, dd. 9 juni 2016):

Onderzoek naar staat en onderhoud van groen erfgoed
6 juni 2016

Binnenkort ontvangen eigenaren van 210 rijksmonumenten met een beschermde groenaanleg een verzoek om mee te werken aan onderzoek naar het onderhoud van hun groene erfgoed. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hoopt hiermee inzicht te krijgen in de staat en de instandhoudingsbehoefte van deze categorie rijksmonumenten.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Alterra (onderdeel van Wageningen Universiteit & Researchcentrum) en Debie & Verkuijl tuin- en landschapsarchitectuur. De 210 rijksmonumenten zijn geselecteerd op basis van een steekproef.
In Nederland zijn circa 1.400 rijksmonumenten met een wettelijk beschermde groenaanleg. Dit zijn bijvoorbeeld tuinen, parken, plantsoenen, begraafplaatsen en erven. Deze monumenten vertellen het verhaal over onze geschiedenis en cultuur. Het is belangrijk om dit te koesteren.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed monitort daarom al sinds enkele jaren de staat van gebouwde monumenten. Nu wordt deze dus ook voor de beschermde groenaanleg daaromheen in kaart gebracht. Door de instandhoudingsbehoefte van dit groene erfgoed te monitoren, ontstaat er een beeld van de werkzaamheden die nodig zijn om het in redelijke staat van onderhoud te houden. Dit kan een uitgangspunt zijn voor bijvoorbeeld beleidskeuzes of de ontwikkeling van nieuwe kennis.

Onderzoek bestaat uit een visuele opname ter plaatse
Het onderzoek naar de staat en instandhoudingsbehoefte van het monument bestaat uit een visuele opname van de groenaanleg ter plaatse. De onderzoekers inventariseren en beoordelen de diverse elementen, zoals gazons, vijvers en beplanting, en leggen deze vast op beeld. De gegevens worden geanonimiseerd en op hoofdlijnen in een onderzoeksrapport verwerkt. Het onderzoek ter plaatse gebeurt in overleg met en na toestemming van de eigenaar. Het gaat uitsluitend om toegang tot het terrein, eigenaren hoeven geen vragenlijst in te vullen.

Spannend! Laatste loodjes planontwikkeling Paleis Soestdijk

paleis-soestdijk-historie

Zoals gemeld onder de knop Groen/Advies heeft het consortium Nationaal Ensemble Soestdijk onze kennis ingeroepen en ons gevraagd  hun plannen –voorzover deze het werk van Zocher betreffen– te helpen realiseren. De laatste dagen vóór de inleverdatum (15 juni) zijn aangebroken. En dan wachten tot 15  oktober. SPANNEND!

Hydrangea of Hortensia?

WISSELTENTOONSTELLING
Boomkwekerijmuseum Boskoop. 27 mei tot en met 1 oktober 2016.
 Tentoonstelling Japan – Von Siebold – Hydrangea: het recept voor een rijk Hortensia geslacht.

Het Boomkwekerij-museum stelt zich tot doel om jaarlijks naast de permanente expositie een of meerdere wisseltentoonstellingen te organiseren over onderwerpen die te maken hebben met de boomkwekerij in Nederland, de geschiedenis van Boskoop of onderwerpen over kunst en cultuur in de breedste zin van het woord. Hierbij werkt het museum samen met de boomkwekerijbedrijven, de Historische Vereniging Boskoop, de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen en kunst en cultuurinstellingen.

 

Het pryeel van Zeeland

238_354_6000_9789087045920.pcovr.vdBroekeMartin van den Broeke. ‘Het Pryeel van Zeeland’: Buitenplaatsen op Walcheren 1600-1820. Hilversum, 2016. Prijs € 49,=.

(overgenomen van de website van Uitgeverij Verloren): Buitenplaatsen bepaalden vroeger in sterke mate het landschap van Walcheren. Wat bewoog stedelingen in de zeventiende en achttiende eeuw om een deel van het jaar buiten de stad te gaan wonen? Een belangrijke reden was vermaak, maar welke rol speelde het economische aspect? En hoe toonden eigenaren van buitenplaatsen hun aanzien, macht en smaak? Martin van den Broeke laat zien dat al deze factoren in wisselende mate een rol speelden in het buitenleven en hoe dit door de eeuwen heen veranderde. Van den Broeke onderscheidt drie zones rond de steden waar verschillende typen buitenhuizen voorkomen. Nooit eerder zijn buitenplaatsen zo uitgebreid in hun landschappelijke en sociale omgeving beschreven. Dit boek geeft een rijk geschakeerd beeld van twee eeuwen buitenplaatscultuur in het ‘pryeel van Zeeland’, waarvan we de sporen nog zien in het landschap, in de archieven en op talrijke fraaie illustraties.

Verschijning na 30 juni, de dag dat Martin van den Broeke promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Oldenburgia-Vrouwen in de bloemetjes. Hoe heurt het eigenlijk?

(Bet)overgrootmoederMaria Ebbers-Wilkes1921(Bet)overgrootje  in de bloemetjes gezet  op 21 september 1921, ter ere van haar 80-ste verjaardag, thuis in de salon  in Heemstede. Lelies, chrysanten, dahlia’s, anjers verhogen de feestvreugde. Met een anjer in haar hand, als heel oud symbool van eeuwige trouw aan haar echtgenoot.

Al een tijdje ben ik bezig met het lezen van het boek van Anne Mieke Backer, getiteld: Er stond een vrouw in de tuin: over de rol van vrouwen in het Nederlandse landschap (Rotterdam: De Hef, 2016). Een aanrader!!!  Alle wetenswaardigheden zijn prachtig in de tijd geplaatst, veel nieuwe feiten en inzichten, diepgaand onderzoek! Alle lof. Ik lees het boek (van 640 pagina’s) stukje bij beetje, volgorde niet belangrijk. Laaf je met kennis over vrouwen en tuinen en landschap en bloemen uit alle tijden.

Op pagina 298 kwam ik twee foto’s tegen van echtparen die iets te vieren hadden, tussen de bloemen zoals dat toen gebruikelijk was op een huwelijksfeest, een verlovingsfeest, bijzondere verjaardagen etc. Die foto’s kregen van Backer het onderschrift mee: Wie zich op hoogtijdagen niet omringde met gekweekte bloemen, wist niet hoe het hoorde. En dan volgen er twee foto’s van het gouden bruiloftsfeest van Sientje van Houten en Hendrik Willem Mesdag en de verloving van freule Maria Mathilda Augusta Hesselt van Dinter, met apotheker Jan Backer.

Ik dacht na het lezen van Backer’s boek, dan heb ik ook nog wel een mooie foto in ons familie-album, van het 80ste verjaardagsfeest van mijn overgrootmoeder, Maria Ebbers-Wilkes, gehuwd met apotheker Jan Ebbers, volgens een bericht in de de ‘Opregte Haarlemsche Courant’  bij zijn overlijden in 1923 “een zeer bekende persoonlijkheid in deze gemeente [Heemstede].”

Duidt dit citaat op een familie die wist ‘hoe het heurde’?

Fotografie Kroes Ruysenaars uit Heemstede (destijds volgens advertenties in de Eerste Heemsteedsche Courant, gevestigd op  Binnenweg 148 bij de Koediefslaan)

Meer over  het winkeladres van de Fa. Ebbers, Raadhuisstraat 92, Heemstede.

Huis te Vogelenzang

Prachtig nieuw boek over de geschiedenis van Huis te Vogelenzang en haar bewoners, de familie Barnaart.

Martin Bunnik. Huis te Vogelenzang en de familie Barnaart. Bloemendaal, 2016. 174 p. Rijk geïllustreerd. Prijs € 24,95.

Zocher 2

Als ik aan dit huis denk, denk ik altijd aan de eerste Zocher-vondsten die ik deed. Dat was in 1976-’77, toen ik een introductie had gekregen voor een bezoek aan de Heer Barnaart op Huis te  Vogelenzang. ik deed mee aan de totstandkoming van de tentoonstelling ‘Stadspark en Buitenplaats‘, in de Vleeshal te Haarlem (Frans Hals Museum). De tentoonstelling ging over de historie van buitenplaatsen en stadsparken in Zuid-Kennemerland. Dus de kunst was zoveel mogelijk originele tekeningen en schilderijen te verzamelen die dit onderwerp verduidelijkten. Oude kaarten en ontwerpen van de Zochers en van Leonard Springer waren in dit verband natuurlijk ook erg belangrijk. En zo kwam ik terecht bij de Heer Barnaart, die mij in de bedstee in de voorzaal van Huis te Vogelenzang mijn gang liet gaan. Voor het eerst van mijn leven stond ik oog in oog met concepten van Zocher sr. (o.a. van Woestduin). Ook vele andere ontwerpen en kaarten kwamen uit die bedstee tevoorschijn.

Zie verder de publicatie die ik toen schreef:

Carla S. Oldenburger, ‘Ontwikkeling van buitenplaatsen in Zuid-Kennemerland sinds circa 1700’ in: Wonen-TA/BK 1977, no. 9/10, p. 53-68, en in de Catalogus van de tentoonstelling “Stadspark en buitenplaats”, Frans Hals Museum (Vleeshal) Haarlem, 28 mei t/m 4 sept. 1977.